Mijn man voelt zich
een klaploper als
vrienden het diner
betalen. Terecht?
Kan ik het maken
om feestjes over
te slaan waar een
enge hond komt?
JOOST MAG 'T WETEN
Jan de Hartog, de schrijver van Hollands
Glorie en vele andere prachtboeken, was ooit op
een vrachtschip als gast van de kapitein. Op zeker
moment kwam de kok binnen die meldde dat hij
voor een zacht prijsje een partij speklappen kon
inkopen. Moest hij dit doen of niet? Zo ja, dan
bespaarde hij veel geld, maar zou er wel vaak spek
lappen op het menu staan. De kapitein zei dat hij
hierover moest nadenken. Nog was de kok niet
vertrokken of de kapitein haalde een gulden voor
de dag en zei: „Kop of munt? Kop speklappen,
munt geen speklappen." De Hartog: „Ik dacht dat
je erover na moest denken." De kapitein: „Dat
heeft die kok al gedaan. Die heeft er veel meer
verstand van dan ik en die kwam er al niet uit.
Hoe moet ik het dan weten?"
Leerzaam verhaal. Ik heb dus even hier thuis
kop of munt gegooid. Kop: ik zie nog een andere
optie. Munt: ik zie geen andere optie. Helaas munt
kwam boven, u bent dus op uzelf aangewezen.
Eén ding slechts: ik heb mijn hele leven honden
gehad. Maar naar een verjaardag waar een Duitse
herder („Hij doet niks hoor") me in de houdgreep
neemt: voor geen prijs.
Ik ben niet helemaal objectiefin deze kwes
tie. Niet iets om van te schrikken, want ik ben
al een leven lang te dom voor objectiviteit.
Ik heb als acteur erg vaak in restaurants
moeten eten. Dus als ik word uitgenodigd voor
een etentje en men neemt mij vervolgens mee
naar een restaurant, vind ik dat meestal ver
velend. Ik voel me ook bekocht. Ben ik het niet
waard om moeite voor te doen, denk ik dan.
Een paar boodschappen, een uurtje in de keu
ken, is dat te veel gevraagd? Gehaktballetje,
aardappeltje, beetje sla of spinazie: meer is niet
nodig. Dat is altijd nog tien keer beter dan dat je
de kok van een eettent de boel laat opknappen
en een ober 'Ik ben zo bij u' hoort roepen.
Dus nee, ik vind niet dat de boel in evenwicht
is. Ik wil niet stoken in een goede vriendschap,
maar nu ik toch bezig ben: die Brabanders moe
ten de handen eens uit de mouwen steken.
Want tot nu toe is hun portemonnee groter
dan hun gastvrijheid. Vreemd, want
Brabanders staan bekend om hun
gastvrijheid. Maar ik ben zelf Bra
bander dus misschien ben ik niet
helemaal objectief.
Wijsheid komt met de jaren.
Omdat acteur Joost Prinsen (76)
een eind op weg is, beantwoordt
hij uw vragen.
Als wij (zeventigers) vrienden in Noord-Brabant
bezoeken, nemen ze ons steevast mee naar een
restaurant. Oergezellig. Maar mijn man voelt
zich bezwaard en stelt altijd voor de rekening te
betalen. Hetgeen zij afslaan. Komen zij naar ons,
dan kook ik feestelijk. De vrienden zijn altijd
dankbaar. Voelt mijn man zich terecht klaploper
of is onze gastvrijheid in evenwicht?
De Duitse herder van mijn dochters schoon
ouders haalt steeds haar tanden langs mijn
handen, een keer heeft ze zelfs mijn polsen
vastgegrepen, zonder door te bijten, maar toch.
Ik heb aangegeven dat ik niet meer naar de
verjaardagen van de kleinkinderen kom als de
hond er ook is, dan kom ik wel op een andere
dag. Ziet u nog een andere optie?
Speelt er iets tussen u en uw kinderen,
familie, vrienden, buren of collega's? Leg de
kwestie voor aan Joost Prinsen. Mail uw vraag
naar joostmagtweten@persgroep.nl
ZATERDAG 10 NOVEMBER 2018 43