„Die was sluimerend aanwezig. De kroniek van het geslacht homo is fascinerend. Het is een understatement om te zeggen dat de stamboom van de mens elke vier, vijfjaar opnieuw wordt getekend. Als er dan weer zo'n nieuwe publicatie komt in Nature of Science, zou je bijna de indruk krijgen: zo zit het. Tegelijkertijd weet je: over een paar jaar zijn er weer nieuwe vondsten en ligt het al lemaal weer anders. De omloopsnelheid van theorieën is zo hoog. Mijn wantrouwen en nieuwsgierigheid zijn dan gewekt. Die overzichtsartikelen lees ik graag, ter wijl ik tegelijkertijd denk: hoe kan het dat we dat allemaal slikken? Je hoeft maar terug te bladeren om te zien hoe sleets de vorige stambomen alweer zijn. Zoals de homo pe- kinensis en de homo heidelbergensis, die eerst met veel bombarie aan ons worden voorgesteld als telgen van het menselijk ge slacht, maar dan weer geruisloos worden afgevoerd. De neanderthaler heeft ook zijn langste tijd gehad, is de voorspelling." Tijdens een gastdocentschap in Leiden ging u met uw studenten achter de 'Flo- resmens' aan, de LB1, gevonden in de grot Liang Bua op Flores. Dat onderzoek werd het raamwerk voor uw boek. „In 2003 was er weer zo'n new kid on the block en die was een meter hoog, met een schedel van het formaat van een grapefruit. Ik wilde de verwondering daarover als kompas gebruiken. LBr is het punt achter de horizon waar het verhaal naartoe be weegt. En de aanloop is het verhaal van een missiepater uit Uden, Theodor Verhoeven, die al in 1950 in die druipsteengrot tegen zijn pupillen zei: laat ons graven." „Maar hij was wel de eerste die begon daar te graven. Wij, de studenten en ik, waren de jagers in een afgebakend jachtgebied en Ver hoeven was een van onze gidsen. Zoals ik tegen mijn studenten zei: 'We go down the rabbit hole' en we hebben Alice in Wonder land niet nodig. Flores is een wonderland." „Ja, die maakten het extra aantrekkelijk. Maar wat ik vooral zo interessant vind aan die paleoantropologen, is dat het soortge noten zijn die naar soortgenoten graven. Ik heb in mijn boek geprobeerd het beestje homo sapiens bij zijn nekvel te grijpen, maar je grijpt tegelijk jezelf bij je nekvel. De schedelduiders buigen zich over de schedels en over een tijdje worden hun eigen schedels opgegraven. En daarin heb je een aantal Nederlandse pioniers." „Er knakken heel wat reputaties. Er zijn zoveel voorbeelden van hoe we elkaar naar de keel vliegen. Die stamboom heeft iets episch. Maar we hebben geen stamboom, we hebben hooguit een stamstruik, een wirwar. Met wél schedelharde bewijzen dat er lookalikes van onszelf hebben rondgelo pen. Ik wil die wereld openvouwen vanuit veldwerk, verwondering én twijfel. Tot nog toe zijn de scenario's van promi nenten die schrijven 'zo is het gegaan' stuk voor stuk gekleurd door de tijdgeest - dat geldt ook voor Yuval Noah Harari's Sapiens. Het verhaal van de mensachtige voorouder en zijn verwanten is een verhaal van migra tie, van overleven, van uitsterven. De eind versie is er niet." Wanneer ontwaakte uw interesse voor de herkomst van de mens? De Australiër Mike Norwood ging met de eer van de vondst aan de haal. Verhoeven Minimens De Floresmens was een meter hoog en de schedel had het formaat van een grapefruit. werd 'de man die niet diep genoeg groef'. Wist u vooraf van die link met Nederland? U schetst ook de richtingenstrijd. Alleen al over de Floresmens: was het een hob- bit, een gekrompen menssoort? ledereen probeert elkaar vliegen af te vangen. Wij, de mens verschijnt bij Querido Fosfor (€20). FRANK WESTERMAN WIJ, DE MENS WG ZATERDAG 10 NOVEMBER 2018 35

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 124