9 Ik kan niks doen en alleen maar wachten ik niet in Eritrea kon blijven." Andere smokkelaars loodsen groe pen vluchtelingen door Soedan naar Libië. Micheal moet in een klein hou ten bootje met 45 man een rivier oversteken, een tocht van vier uur. Op elkaar gepakt in een veel te klein voertuig worden ze naar de grens ge reden. Daar verzamelen mensen smokkelaars alle vluchtelingen op één plek. Ze worden overgedragen en vallen in Libië ten prooi aan gewetenloze mensensmokkelaars. „Ze sloegen ons met stokken uit de auto. Ook vrou wen en kinderen. We konden niks doen of tegen ze vechten." Sinds de val van Kadhaffi is Libië het belangrijkste doorvoerland voor Afrikaanse vluchtelingen richting Europa. Meer dan 10.000 vluchtelin gen worden onder erbarmelijke om standigheden vastgehouden in de tentiecentra. Waarschijnlijk zijn er veel meer vluchtelingen in Libië. Schattingen lopen op tot 700.000. Maar velen blijven spoorloos, omdat ze ergens vastzitten of vermoord zijn. Micheal wordt met 125 anderen in twee wagens gepropt. Met een beetje water en wat biscuits gaat de tocht door de woestijn. „Als we acht uur hadden gereden, namen ze twee uur pauze. Ze dumpten ons midden in de woestijn, lieten twee pakjes spaghetti achter voor de hele groep en reden zelf door naar een andere plek om te slapen. Wij moesten afwachten of ze terugkwamen om ons weer op te pikken." De groep komt terecht in een be rucht detentiekamp in Bani Walid, 180 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Tripoli. Daar zitten dui zenden mensen opeengepakt. „We moesten tegen elkaar aan op onze zij slapen", vertelt Micheal. „Als je niet op je zij lag, sloegen ze je tot je wél op je zij lag." Vluchtelingen worden mishan deld, uitgebuit, gefolterd, verkracht of als een slaaf doorverkocht. Enkele maanden geleden probeerden twee honderd vluchtelingen uit Eritrea, Ethiopië en Somalië het kamp te ont vluchten. De Libiërs schoten er zeker twaalf dood. De vluchtelingen weten niet of en wanneer ze worden vrijgelaten. Zijn familie in Eritrea stuurt hem geld om de smokkelaars te betalen en Europa te bereiken. „Er waren mensen die 20.000 dollar hebben betaald maar nog steeds vast zitten. Elke dag werden namen ge noemd van mensen die weg moch ten. Ik kon alleen maar zitten en wachten. Het was er vies en we kre gen weinig eten. We konden niet douchen, ik had last van luizen. Er was geen medische hulp. Het was moeilijk hoop te blijven houden." Na vier maanden mag hij eindelijk het kamp verlaten. Europa komt een stap dichterbij. Na een tocht van drie uur met 120 man in een voertuig, be reiken ze de Libische kust. Ze stap pen met z'n allen in een veel te kleine rubberboot. Een Egyptenaar loodst hen de Middellandse Zee op en laat hen daarna zonder eten en drinken achter. Urenlang dobberen ze stuur loos in de duisternis rond. „We hebben van één tot zes uur 's nachts in de boot gezeten. Het was koud, af en toe kwam er water aan boord. Kinderen huilden. We moes ten stil blijven zitten, want als ie mand ging staan of te veel ging be wegen, kon de boot omslaan. We hadden geen reddingsvesten en ik kan niet zwemmen. Iedereen was bang. We hebben gebeden. Toen een helikopter over ons heen vloog, wa ren we blij, we dachten dat ze ons kwamen redden. Dat gebeurde niet." Pas in de vroege ochtend worden de vluchtelingen opgepikt door de Italiaanse kustwacht. Ze krijgen nieuwe kleren en komen twee dagen later aan op Sicilië. „Bij de controle werd ik gelijk gedwongen vingeraf drukken te geven", zegt Micheal. Die registratie blokkeert zijn ver dere reis. Volgens de Dublinverorde- ning mogen vluchtelingen alleen asiel aanvragen in het land van aan komst. Ze moeten de eerste achttien maanden daar de procedure afwach ten. Wordt het verzoek afgewezen, mogen ze het niet in een ander land proberen. Micheal wil niet in Italië blijven. Hij reist zonder papieren door, via Rome en Milaan naar Parijs. Lopend, per trein en met de auto. Via België komt hij uiteindelijk aan op Amster dam CS. Sindsdien slijt hij zijn da gen op straat en in het Wereldhuis. „Ik kan verder niks doen en alleen maar wachten", zegt hij. Amsterdam krijgt steeds meer asielzoekers als Micheal. De nacht- opvang zit zo vol dat sommigen op straat of in parken slapen. Micheal heeft het geluk dat hij een slaapplek heeft in de opvang aan de Haven straat. De vraag is hoeveel bedden er in de toekomst beschikbaar zijn. Hij beseft dat andere vluchtelin gen Europa niet eens halen. Velen sterven een verdrinkingsdood in de Middellandse Zee. Sommigen schreeuwen vanuit de boot met een satelliettelefoon om hulp, terwijl an deren verdrinken. Ze dobberen stuurloos op zee, letterlijk tussen hoop - de Italiaanse kustwacht - en wanhoop - de Libische kustwacht, die hen onverbiddellijk terugstuurt. Volgens de Internationale Organi satie voor Migratie (IOM) zijn tot 21 oktober ruim 115.500 vluchtelingen naar Europa gekomen: bijna 95.000 over zee, de rest over land. 1969 vluchtelingen zijn dood of spoor loos, van wie 1267 vluchtelingen die via Libië en de Middellandse Zee naar Europa probeerden te komen. De omgekomen vluchtelingen worden zondag om 15.00 uur in de Mozes en Aaronkerk herdacht. „Het is gevaarlijk. Drie vrienden van mij zijn onderweg omgekomen", zegt Micheal. Hij laat trots op zijn mobiel foto's van zijn vrouw zien. „God heeft mij geholpen. Ik hoop dat Hij mij nu ook helpt om mijn vrouw naar Nederland te halen." vrijdag 2 november 2018 Van Micheals vlucht zijn geen foto's, wel van vergelijkbare situa ties. Zoals teruggestuurde vluch telingen (1), Kamp Bani Walid (2), vlucht per rubberboot (3), opge pikt door de Italiaanse kustwacht (4) en het treinstation in Rome (5) FOTO MARCO OKHUIZEN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 9