De ziel van de club i 'WIE MOET ANDERS DE FRIET BAKKEN, HET BIER TAPPEN EN DE SPONSORS BELLEN?' 'IK KOM WELEENS AAN WEKEN VAN 25 UUR, DE ZATERDAGEN MEEGETELD' Sport op 1 2 M/V Bij mijn duppie had je vroeger Ad en Nel van Oers. Ad pompte altijd vak kundig de ballen op, Nel deed ze in een netje, en ondertussen mocht je zelf alvast de pionnetjes pakken. Het ballenhok was een ontmoetings plaats, een komen en gaan van voetballers, trainers en vrijwilligers. In de hoek stond een tafel met twee stoeltjes. Het rook er naar koffie, naar oud leer, naar muffige hesjes, naar modder en naar gras. De geur van voetbal. Toen Ad overleed, bleef alleen Nel over. Ze vertrok uit het oude ballenhok; ze is wat moeilijk ter been, tegenwoordig helpt ze liever achter de bar en anders is ze er gewoon, tevreden op een kruk in de kantine. allemaal doen voor de club. Programmaboekjes maken, lijnen trekken, wedstrijdschema's maken, ranja inschenken, thee zetten, ballen oppompen, kleedkamers schoonmaken, scheidsrechters regelen. Ze zijn onmisbaar voor iedere vereniging - dat lijkt me nogal evident. Wie moet anders de friet bakken, de tafels schoonmaken, het bier tappen en de sponsors bellen? Het Nederlandse verenigingsleven is een schitterend sociaal raamwerk, waarin duizenden mensen hun taak uitvoeren, meehelpen, een club laten draaien. Grote klusjes, kleine klusjes. Dankbare taken, ondankbare taken. We bewonderen ze, en terecht. We kunnen niet zonder ze. Zonder dit soort clubmensen loopt alles in het honderd, zijn de ballen te zacht en reikt het gras te hoog. Maar er is nog iets anders, iets nog groters. Al die trouwe clubhelden geven de club een ziel, een gezicht. Ze geven profiel en karakter aan een vereniging. Juist in hen herken je je eigen club, en het onvergelijkbare gevoel dat daarbij hoort. Zonder deze mensen zou iedere sportvereniging maar een anoniem, abstract fenomeen zijn. Dan was een voetbalclub, of een korfbal- of hand balclub, gewoon een inwisselbaar sportcomplex waar je naar binnen loopt en na de wedstrijd weer naar buiten. Frans en Ria, of Mohammed en Gerard. Ze zijn niet alleen onmisbaar om wat ze allemaal doen, ze zijn onmisbaar omdat ze er zijn-altijd. Clubhelden vormen niet alleen de ziel van de club. Ze zijn de club. Hoe behoud je vrijwilligers voor de club, en hoe trekje nieuwe aan? Voorzitter Tim Joosse (37) van voetbalvereniging SSV'65 uit Goes zoekt naar oplossingen. 'Maatwerk is de sleutel.' et is op deze zonover goten zaterdagochtend even zoeken naar de voorzitter. Tim Joosse zit niet in de bestuurs kamer van SSV'65 (Samen Sporten Vereent 1965). Hij staat op het tweede veld, langs de witte krijtlijn, in blauwe sweater van de club, en moedigt de spelertjes van de JO7-4 (Jongens Onder 7) aan. „Ja, ik ben ook nog trainer", zegt hij. Zijn zoontje Puck van 5 speelt in het team. Puck is een van de circa 250 jeugdleden van de Goese voetbalver eniging, die in totaal zo'n vijfhon derd leden telt. Naar landelijke maat staven geen grote club, maar zeker ook geen kleine. De penningmeester heeft in de eerste maanden van elk seizoen zijn handen vol aan het in nen van de contributie. Tot voor kort gebeurde dat volledig per post. „Er gaat voor een vermogen aan postzegels de deur uit", vertelt Joosse. „Nu hebben we gezegd: 'Laten we dat stap voor stap digitaal gaan doen.' Per e-mail dus. Nou, dan zien ze wel in dat zoiets noodzakelijk is, en goed voor de club." 'Ze' zijn de ouderen in het zeven man sterke bestuur, dat bestaat uit drie dertigers, één vijftiger en drie zeven tigers. Twee van hen waren 53 jaar ge leden betrokken bij de oprichting van de club. „Die mix van jong en oud is voor ons heel belangrijk, daar zoeken we altijd naar", aldus Joosse, die sinds twee jaar voorzitter is. „Met de vorige generatie kun je heerlijk sparren. Zij zijn de cultuurbewakers, elke vereni ging heeft die nodig. Ze zijn onmis baar. Maar de tijden veranderen, steeds meer gaat digitaal, de commu nicatie met de KNVB bijvoorbeeld. Daar hebben zij minder mee. Laatst hebben we een scheidsrechters- coördinator gevonden via een op roepje op Facebook. Leg dat maar eens uit." Optisch bedrog Het beeld bestaat dat veel clubs wor den gedragen door oudere vrijwilli gers. Dat blijkt echter niet te kloppen (zie grafiek rechtsboven). Van alle Nederlandse sportvrijwilligers valt 10 procent in de leeftijdscategorie 65 tot 75 jaar; in de categorie 35 tot 45 jaar is dit percentage bijna twee keer zo hoog (19). Het is dus optisch be drog, maar wel begrijpelijk: wie kent niet die gepensioneerde vrijwilliger die dag in dag uit in de weer is op het sportpark? FEITEN CIJFERS vrijdag 2 november 2018 GO Clubhelden worden vaak bewonderd om wat ze Of ze nou Ad en Nel heten, of Sjoerd Mossou is columnist bij deze krant Hoe houd je de vereniging jong Tekst Sven Remijnsen Foto's Marcelle Davidse Voor elke voorzitter van een club is de zaterdag de drukste dag. Tim Joosse neemt even tijd voor koffie in de bestuurskamer. Naar schatting meer dan 6 miljoen Nederlan ders van 15 jaar en ouder zijn actief in het vrijwilligerswerk. Ze zijn verdeeld over: 1. Sportverenigingen 15 procent 2. Scholen 11 procent 3. Verzorging en verpleging 9 procent 4. Jeugdorganisaties 9 procent 5. Levensbeschouwelijk 7 procent Mannen en vrouwen doen op jaarbasis even vaak vrijwilli gerswerk. Vrouwen voorname lijk op school, in de verzorging en voor levensbeschouwelijke organisaties. Mannen zijn actiever op het gebied van sport (19 tegen 11 procent), jeugdwerk, hobby's, vakbond, politiek en wijk/buurt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 50