24 ZE INTERVIEW RABI'A FRANK Na de aanslagen op de Twin Towers verscheen de Bredase Rabi'a Frank als felle moslima op tv en in kranten. Nu is ze milder geworden en heeft ze een roman geschreven over een jonge bekeerlinge. Ik hoop dat de mensen inzien dat er niet zoveel verschillen zijn tussen mensen, tussen geloven De niqaab heeft plaatsge maakt voor een hoofd doek. Haar gezicht ver bergt ze niet meer. Rabi'a Frank - „Ik stond bekend als dat Nederlandse moslim meisje met die grote mond" - is ook van toon veranderd. De Bredase schreef een roman over het Neder landse meisje Roos dat zich bekeert tot de islam. „Als bekeerling ben je vaak praktiserender dan je partner. Van hem hoeft het allemaal niet zo zwaar." 42 jaar is ze nu, Rabi'a. Toen ze 18 was heette ze nog Rebecca, kind van een joodse vader en katholieke moe der. Dat ze zich als joodse bekeerde tot de islam, was niet eens een pro bleem zegt ze. „Mijn vader zei: 'ge lukkig ben je geen christen gewor den'. Maar dat zij zich Rabi'a liet noemen, dat heeft haar familie pijn gedaan. Maar 24 jaar na haar bekering wil ze haar oude naam weer terug, deelt ze onverwacht mee. „Ik begrijp nu hoe belangrijk de naam Rebecca was, hoe erg het was wat mijn familie is overkomen; de opa en oma van mijn vader zijn in Auschwitz vergast. Het is alleen zo duur om de naam weer te veranderen, dat ik nog even wacht." Niet omdat ze van haar ge loof is gevallen. Ook niet omdat ze twee jaar geleden gescheiden is van de Marokkaanse man op wie ze op haar 14de verliefd werd en met wie ze drie kinderen kreeg. Kort na de geboorte van hun eerste kind (nu 22 jaar) openbaarden zich bij haar de eerste symptomen van de ziekte MS. Sinds drie jaar zit ze in een rolstoel. In haar rijtjeshuis in de Haagse Beemden zijn de trap en wc aangepast aan haar beperkingen. Haar boek schreef ze met behulp van spraakherkenning; via een koptele- foontje dicteerde ze de tekst voor haar computer. Over het geloof: „Na 24 jaar ben ik nog steeds gelovig moslim. Het is meer dat mijn prioriteiten anders lig gen. Ik ben milder geworden." Toen ze het koptelefoontje kreeg is ze 'als een malle' gaan schrijven. „Na zes weken was het af. Inclusief deel 2!" Het boek is niet autobiografisch, zegt ze. „Het gaat om ervaringen van mijzelf en andere bekeerlingen. Ik zit in een app-groepje met zo'n vijftig vrouwen uit Breda en omgeving. Sis ters sharing islam. Soms gebruik ik letterlijk de tekst uit een van de app- jes. Ik weet waar ik het over heb. De emoties zijn echt." Dat ze zich op haar 18de bekeerde tot het geloof van haar geliefde was „omdat je houdt van die jongen, je verdiept je in zijn achtergrond, zijn cultuur en religie en die raakte en overtuigde me." Dat ze van naam veranderde „was omdat ik dacht dat 't moest". „Ik ben niet religieus opgevoed", verantwoordt ze haar keuze voor de islam. „Ik ben ook niet gedoopt. Ik voelde mij wel heel erg joods, het is mijn identiteit maar dat heeft niks met mijn geloof te maken. Je hebt het jodendom, christendom en de islam. Mozes, Jezus en Mohammed. In die volgorde." Praatprogramma's Kort na de aanslag op de Twin To wers verscheen Rabi'a in praatpro gramma's, in kranten. Fel verdedigde zij de waarden van de islam als para dox in terminus met terrorisme. „Hoe harder men tegen de islam vocht, hoe meer ik me er juist aan vastklampte." Thuis voerde zij discussies met haar echtgenoot. Zij wilde op bede vaart naar Mekka, vond dat dat moést. Voor hem hoefde het niet zo nodig. Zij was het ook die in 2005 de monstreerde tegen de invoering van het boerkaverbod. In de Volkskrant verscheen een dubbelinterview met haar en haar ex-man over het dragen van de gezichtssluier. Zij was vóór.... Ze vertrok naar Marokko, met de kinderen, verklapt ze opeens. Haar man bleef thuis. Hoe, wat, wanneer? Ze was na een paar maanden terug, zegt ze dan. Meer wil ze er niet over kwijt. Alleen: „Ik vond niet wat ik er zocht." Op de suggestie dat ze door sloeg reageert ze ongemakkelijk. Zelf heeft ze het liever over 'overenthou- siasme' dat de beginnende bekeer ling zo streng in het geloof maakt. 'Rechtlijnig' en 'krampachtig' ge bruikt ze ook als termen. Zoals Roos, de hoofdpersoon van haar roman over het leven van een jonge bekeer linge. Terwijl Roos een dagje moskee in Amsterdam doet, zit haar verse echtgenoot thuis stiekem shisha (waterpijp) te roken. En als Roos een hoofddoek om wil, zegt diezelfde man 'dat zij dat zelf moet weten'. Die hoofddoek... Rabi'a zelf kan niet zonder. Partners vinden vaak dat het wel wat minder kan, legt Rabi'a nog eens uit. Kort geleden maakte ze mee dat een relatie in haar vrienden kring stukliep. „Het meisje had zich verdiept in de islam. Ze wilde niet met haar vriend naar bed voordat ze getrouwd waren. De relatie is over. Maar zij is nog steeds moslim." Zie hier het gelijk van islam-critici dat mannen de koran in hun eigen voordeel interpreteren? Zij: „Ik be doel aan te geven dat sommige man nen niet zo praktiserend zijn. Laat ik een ander voorbeeld geven: Roos wil 's ochtends eerst bidden. Hij gaat mee, met tegenzin, omdat hij weet dat er anders geen seks meer komt." Zo'n strakke moslimjas, Rabi'a heeft 'm uitgedaan. „Er is een com fortabele jas voor in de plaats geko men", maakt ze de vergelijking. „Ik denk dat het een normaal proces is. Ik was nog aan het eind van mijn pu bertijd toen ik moslim werd en ja, dan sta je heel anders in het leven dan een 42-jarige alleenstaande moe der van drie kinderen. Ik maak me niet meer zo druk om alles. De islam is gewoon een deel van mij en niet meer iets nieuws. Ik beschik over vol doende kennis om te weten wat wel of niet kan en maak daar mijn eigen keuzes in." Erkenning Haar boek heeft geen specifieke boodschap, zegt ze. „Ik wil graag schrijven en dit was een voor de hand liggend thema. Ik hoop dat niet-moslims een kijkje krijgen in een wereld die voor hen onbekend is en ik hoop dat mensen die zich beke ren er erkenning in vinden en hun ouders een beter begrip krijgen. Ach... eigenlijk hoop ik dat de men sen inzien dat er niet zoveel verschil len zijn tussen mensen, tussen gelo ven; dat we allemaal angsten, twijfels en verlangens hebben." maandag 29 oktober 2018 GO 'Ik maak me niet zo druk' Marja Klein Obbink Rabi'a Frank heeft haar boek geschre ven met behulp van spraakherkenning en een koptelefoon. FOTORENÉ SCH0TANUS/PIX4PR0FS - Rabi'a Frank Roos - het leven van een jonge be keerlinge is vanaf nu verkrijgbaar bij Boekscout.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 24