op sociale jetlag Dit zegt de wetenschap 0 bij /wetenschap Waarom worden we natter van miezer dan van een bui? Eureka!Focus op alzheimer-patiënt 1 ii 'Als je wandelt, blijf je langer in deregenen word je natter' 'Alsje langdurig uit fase leeft met je klok, loopje een hoger risico op aandoeningen' 23 ten opzichte van de normale licht- donkercyclus. Maar we gaan niet eer der naar bed, want het is 's avonds lan ger licht. Het risico op een sociale jet lag wordt dan groter." Mensen die van nature moeite heb ben met een sociale jetlag, zullen al leen maar meer problemen krijgen. Mensen die er normaal geen moeite mee hebben, krijgen er tijdens de zo mertijd opeens wel last van. Het moment van de dag waarop de mens volgens de biologische klok het meest actiefis of het best presteert, is het chronotype. Dat is genetisch be paald. Ochtendmensen hebben een vroeg chronotype, avondmensen een laat. „Bij ochtendmensen tikt de li- chaamsklok iets sneller. Die hebben geen probleem om 's ochtends wakker te worden. Avondmensen des te meer, want die gaan van nature later naar bed omdat hun lichaam pas laat be hoefte heeft aan slaap. Ze hebben een wekker nodig voor het lichaam van na ture zelf wakker wordt." Kinderen zijn van nature ochtend mensen. „In de zomertijd is het moei lijker om ze op tijd het bed in te krij- gen, omdat het buiten langer licht is. Ouders zullen dus liever de wintertijd hebben. Als kinderen ouder worden, verschuift de bioklok naar een later chronotype. Dat verklaart waarom stu denten vaker nachtmensen zijn. Na je twintigste jaar schuift het weer terug naar een vroeger chronotype." Als het aan Van der Horst ligt, gaan we over op permanente wintertijd. „Dat is niks anders dan onze stan daard tijd. Onze bioklok richt zich puur op licht en donker. Die maakt ons het meest actief rond de hoogste stand van de zon. In de wintertijd is dat rond half één 's middags, in de zomertijd pas rond half twee. Dat zorgt voor een verschuiving." Zoiets moet niet beslist worden met een publieke enquête, vindt Van der Horst. De termen zomer- en winter tijd zijn volgens de hoogleraar mislei dend. „Als je mensen vraagt wat ze lie ver hebben, zal iedereen zomertijd zeggen. Dan kunnen ze lang buiten aan de barbecue zitten. Maar als het om tien uur 's avonds al donker is en je zit nog een uurtje in de tuin met een fakkel, is het niet minder gezellig. De keerzijde van de medaille is dat het in de winter om half tien 's ochtends nog donker is." Nu de eerste herfstbuien vallen, is de kunst zo droog mogelijk thuis of op kantoor te komen. Kun je beter rennen of wandelen? Gebukt fietsen is niet slim. Je denkt dat het wel meevalt met de motregen. Maar als je die mie zerige druppels zonder paraplu trotseert, kom je tóch als een ver zopen katje aan op de plaats van bestemming. Hanneke Gelderblom, vloeistof fysicus aan de TU Eindhoven, legt uit hoe dat toch kan. Ze deed voor de Universiteit van Nederland een klein experiment met een plan tenspuit, en filmde wat de drup pels deden als ze eenmaal neerge daald waren. De waterspray bleef keurig liggen, terwijl grotere druppels begonnen te spetteren. Zo is dat ook met miezerregen. Druppels hebben namelijk een oppervlaktespanning. Dat is een kracht in vloeistoffen die ervoor zorgt dat zo min mogelijk molecu len worden blootgesteld aan de omgeving. Deze inwendige kracht zorgt ervoor dat het oppervlak van een vloeistof niet vergroot wordt en een regendruppel een klein, rond bolletje wordt en blijft. Bij een échte plensbui hebben de druppels een doorsnee van maximaal 6 millimeter. Ze vallen harder naar beneden. „Als de druppel hard neerkomt, is de oppervlaktespanning niet sterk genoeg en spat de druppel uit el kaar", zegt Gelderblom. „Daardoor blijft een deel van het water niet liggen, maar spat het van je af." Motregen valt vaak uit laaghan gende bewolking en komt met minder kracht naar beneden. Het is verdeeld over fijnere druppels. Die hebben een doorsnee van 0,1 tot 0,5 millimeter. „Kleine drup- i. II pels vallen minder hard. Ze oefe nen minder kracht uit wanneer ze als een spray op je huid of jas neer komen. Omdat de druppels zacht neerkomen, kan de oppervlakte spanning de druppel makkelijk bijeen houden en blijft het op je zitten. Daardoor word je van mie zerregen vaak natter dan van de zelfde hoeveelheid water in een gewone regenbui." Dan is een volgende vraag: kun je beter rennen door de regen of gewoon wandelen? Je kunt op twee manieren redeneren, zegt Gelderblom. „Als je wandelt, valt de regen alleen op je hoofd en schouders. Tenminste, als het niet waait en de regen recht naar bene den valt. Als je rent, vang je met je voorkant meer water op." Toch is de conclusie van menig wetenschapper dat je toch beter kunt rennen door regen. „Je hebt wel een groter oppervlak dat nat wordt, maar je bent wel sneller binnen. Als je wandelt, blijf je lan ger in de regen, vang je meer druppels en word je natter." Rennen dus! De druppels ko men per saldo harder op je neer, maar spatten ook harder weer van je af. „Je ziet mensen vaak in de regen gebukt fietsen. Dat is wel aerodynamischer, maar je vangt met een groter oppervlak van je lichaam regen op, van boven ge zien. Dus eigenlijk is dat niet han dig. Je kunt beter zo min mogelijk oppervlak blootstellen aan de regen." Wetenschappers vertellen over hun eurekamoment. Dit keer Anne-Mei The (53), hoog leraar langdurige zorg en dementie aan de UvA. „Dementie is een brein aandoening waarbij delen van de hersenen lang zaam worden vernietigd. Bij ieder mens verloopt het proces verschillend, maar vaak gaat de cognitie achteruit en worden men sen vergeetachtig. Dementie is de noemer waar verschillende ziektes onder vallen, zoals vasculaire dementie, frontotemporale demen tie en alzheimer. Ik doe geen onderzoek naar me dicatie, maar naar de menselijke observaties en hun verhalen. Als je dementie hebt, is dat ongelofelijk ingrij pend. Er is verdriet, eenzaamheid en mensen belanden in een sociaal isolement. Tien jaar geleden ben ik tot het inzicht gekomen om me op mensen te fo cussen. Ik trok veel op met mensen met dementie en mantelzorgers en nooit ging het echt om hen. Ik zag de worsteling en het verdriet. Toen koos ik ex pliciet voor de mens. In mijn onderzoek kijk en luister ik naar de patiën ten, leer ze hoe ze kunnen omgaan met de ziekte en hoe ze opnieuw doelen kunnen stellen waardoor hun kwaliteit van leven weer toeneemt. Als je dementie hebt, dan heeft dat impact op je re latie, je vrienden en het hele leven. Opeens ben je een tweederangsburger. Ik focus me op wat men sen wel kunnen. Of er ooit een medicijn te gen dementie komt, dat weet ik niet. Misschien bij jongdementie wel, maar alzheimer is een zeer in gewikkeld syndroom, dat duurt nog jaren. Ik vind dat we ons minder moeten concentreren op het genezen van de ziekte. Dat is te lang gedaan, waardoor we de mens hebben verwaarloosd." -Jim Jansen GO ZATERDAG 27 OKTOBER 2018 beter' TONNYVAN DER MEE FOTO WILLIAM HOOGTEYLING Doelen Wetenschap wordt gemaakt in samenwerking met NCWSdCntiSt en met l vanvnederland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 71