Zijn we een land van aanstellers?
We zijn druk-druk-druk, schieten in de stress,
raken overspannen en voor je het weet volgt -
jawel-een burn-out. Maar waarom hadden
we die vroeger nooit? Een zoektocht naar
antwoorden op schurende kwesties over
beroepsziekte nummer 1.
18
Sponzig
Was de diagnose burn-out in het
geval van Marloes terecht? Ja, denkt
Toon Taris, hoogleraar arbeids- en
organisatiepsychologie aan de
Universiteit Utrecht en gespecia
liseerd in werkstress en burn-
out. Want een burn-out bestaat.
Het is een werkgerelateerde
overspannenheid, die tot men
tale uitputting leidt. Maar wat
burn-out precies is, dat is wat
'sponzig', moet hij vaststellen.
„Het is geen medische dia
gnose zoals een gebroken been.
Voor een deel is de diagnose af
hankelijk van degene die hem vast
stelt. Dat doe je aan de hand van een
vragenlijst."
De grootste fout is het door elkaar
halen van burn-outklachten en de
diagnose burn-out, zegt Taris' col
lega Wilmar Schaufeli, ook hoogle
raar arbeids- en organisatiepsycho
logie. „Ik heb studenten die zeggen
al een burn-out te hebben. Zij heb
ben vast last van stress, maar wat zij
voelen is iets anders dan iemand
die jarenlang heeft gewerkt de
krant niet meer kan lezen en tel
kens in huilen uitbarst."
Wat ook niet helpt, is onzorgvul
dige berichtgeving in de media. '14
procent van de Nederlanders heeft
burn-outklachten' wordt in een ar
tikel opeens 'één op zeven Neder
landers heeft een burn-out'. Terwijl
Nederland in Europa nota bene de
minste burn-outs telt, heeft Schau
feli zojuist onderzocht. Het hoogst
scoren de Oost-Europese landen.
Maar we hebben toch wel veel va
ker een burn-out dan vroeger? Toen
hoorde je er nooit iemand over. Mis,
zegt Taris. „Ken je surménage niet?
Dat is een Franse term voor over
spannenheid. Die gebruikten we
voor het woord burn-out vanaf de
jaren 70 in zwang raakte." En wat te
denken van neurasthenie eind 19de
eeuw, vult Schaufeli aan. „Door
ven van mijn actiepunten voor die
dag, moest ik opeens keihard hui
len. Ik rookte een sigaretje en ging
weer door. Een dag later katte ik de
allerliefste collega's af. De baas
stuurde me naar huis."
Marloes Bliek kreeg de diagnose
burn-out en was bijna anderhalf
jaar uit de running. „Uit bed komen
ging al moeizaam. Alsof je 's och
tends je huid aandoet, maar hij zit
helemaal verkeerd om."
Sinds enkele maanden werkt ze
drie dagen in de week bij een
vriend in z'n meubelmakerij, op ar-
beidstherapeutische basis. „Ik ben
niet meer boos en verdrietig, kan
grote menigtes weer aan. Ik voelde
me hopeloos, maar leerde al snel dat
ik me vooral op mezelf moest rich
ten, niet op wat anderen van mij
vonden. Daarom durf ik nu best te
vertellen dat ik een burn-out heb
gehad. Ik gebruik het ook in sollici
tatiegesprekken: 'Nieuwe baas, ik
heb al een burn-out achter de rug,
het gaat mij niet meer overkomen.'
Ik ben gelukkiger dan ooit."
Er is iets geks aan de hand.
Acteurs, juffen, mana
gers, of een directe col
lega: opeens zijn ze op
gebrand en maanden uit
de roulatie. Burn-out. Maar wie had
daar pakweg twintig jaar geleden
nou last van? En dat terwijl we van
alle Europeanen het kortst werken.
Zijn we een volk van aanstellers?
„Het was alsof er een olifant op
mijn borst lag", herinnert Marloes
Bliek (39) zich. „Ik heb de huisart
senpost gebeld en werd met een
ambulance naar het ziekenhuis ge
bracht. 'Heeft u veel stress?' vroeg
de longarts. Nee joh, hoe kwam zij
daar nou bij?
Een dag later was ik gewoon weer
aan het werk. Tijdens het opschrij-
ZATERDAG 27 OKTOBER 2018 GO
Burn-out?
Tja, het heerst...
MARLEEN LUIJT
ILLUSTRATIE NOZZMAN
Marloes
Bliek: „Het
gaat mij
niet meer
overko
men."
FOTOMARCO
OKHUIZEN