ZEELAND GEBOEKT
u
ft
■m
k
Roman over het verhaal
van Rob van Belzen
Gezag en geld in
Zeeland 1572-1576
Die gordijnen
gaan nooit
meer open
ZEELAND 21
IÓ
MÉ
/7\
-<
ij
p televisie heb je al tien
tallen jaren de reclame
voor Werther's Original of
Werther's Echte. Je ziet
een kind binnenstappen
in een oude snoepwinkel, achterin
stort een bakker een lading karamel op
een werktafel, de tinten goud en bruin
overheersen.
Die sfeer vinden we terug in 'Het
Zeeuwse Babbelaarboek', dat zaterdag 27
oktober in de winkel ligt. Niet zozeer in
goudbruine tinten, het is blauw dat
overheerst: het blauw van de blikjes
waarin babbelaars al een eeuw lang wor
den verkocht.
Het is een babbelboek - en dat is niet
negatief bedoeld. Auteur Margot Ver-
haagen weet de luchtige aanpak en stijl
te produceren, die een uitgave als deze
nodig heeft. Historicus Peter Sijnke
volgt als gastschrijver het spoor terug en
concludeert dat de babbelaar niet
Zeeuws is. Haagse Hopjes en Vlaamse
Babbeluttes zijn immers ook 'boter-
snoepjes'. Het oudste recept voor het
vullingbrekende zoet - geen term uit het
boek - dateert uit 1763, met 'scharpe
bruine zuiker en wat booter'. Toen
steeds meer toeristen de Zeeuwse kust
ontdekten - dat was rond 1900 - gingen
Middelburgse bakkers over op massa
productie. De eerste blikjes met Zeeu
wen in streekdracht dateren uit die tijd
en staan tegenwoordig in Zeeuwse mu
sea. Enkele fotomodellen zijn opge
spoord en doen hun verhaal.
Het Zeeuwse Babbelaarboek staat bol
van de herinneringen. Aan moeders die
zelf de strengen trokken en de blokjes
sneden. Aan stopflessen vol op de toon
bank. Kees Slager op Tholen herinnert
zich de snoepjes die zijn moeder maakte
als 'kokkienen', „goed voor een kwar
tiertje verzaligd zuigen en genieten van
de smaak van gebrande stroop." Het in
dustrieel gemaakte snoepgoed van nu
noemt hij „een belediging voor de kok-
kienen die ik ooit proefde."
Door heel het boek staan er recepten.
Wie er trek in heeft kan zelfs een witte
babbelaartaart of een 'Kezanse suker-
spek' maken. Zeeuwse chefkoks als Ed
win Vinke en Rutger van der Weel en
leerlingen van het Foodlab Zeeland ge
ven de traditie een nieuw jasje. Wat
dacht u van een zeekraalbabbelaar en
een babbelaar met appeltaartsmaak?
I
De Vlissingse filmmaakster
en schrijfster Bo van
Scheyen dook in het
waargebeurde verhaal van visser
man Rob van Belzen. Zij ver
werkte het in haar roman Naar
het hart van de zee, die zaterdag 27
oktober wordt gepresenteerd.
Het verhaal in het kort, zoals het
in de boekaankondiging wordt
verwoord: „Op 9 september 2015
valt visserman en schipper Rob
van Belzen overboord. Hij draagt
geen reddingsvest. Zijn trawler
ARM-14 vaart op dat moment
honderden kilometers uit de
Deense kust en verdwijnt lang
zaam uit zicht. Urenlang ligt hij
in het koude water. Zal hij ge-
NAAR HET
HART VAN
BE ZEE
vonden wor
den en zijn fa
milie ooit nog
zien? Als een
film trekt zijn
leven aan hem
voorbij. In zijn
wanhoop
roept hij het
uit naar God.
Eén ding is zeker: mocht hij ge
red worden, dan zal zijn leven
nooit meer hetzelfde zijn."
Het gaat over de beginjaren
van de opstand tegen
Spanje. Wie nam het voor
touw, waar kwam het geld van
daan? Antwoord op die vragen
wordt gegeven in de studie Gezag
en geld in Zeeland 1572-1576. Van Re
volte tot Pacificatie. Het boek ver
schijnt donderdag 25 oktober in
de serie Werken van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der weten
schappen. Auteur is de begin 2012
overleden Wim Dirksen, fiscaal
historicus en conservator hand
schriften van het genootschap. De
centrale vraagstelling is hoe het
gewestelijk gezag in Zeeland ont
stond. Aan de hand van uniek
bronnenmateriaal wordt de op
mars geschetst
van de Staten van
Zeeland als be
langrijkste
machtsfactor in
het gewestelijk
bestuur. Aan het
boek ligt bijna
veertig jaar onderzoek ten grond
slag. Het Genootschap meldt:
„Nooit eerder werd zo uitgebreid
gepubliceerd over deze belang
wekkende periode uit de
Zeeuwse én Nederlandse geschie
denis van de Opstand en de
Zeeuwse overheidsfinanciën."
Verzamelde
gedichten
Zeeuwse schrijvers
Ook al verdwenen, het
Zeeuws Tijdschrift, net als
hij. In een van de laatste
nummers van het Zeeuws Tijd
schrift, het nummer ter gelegen
heid van 'Vlissingen 700 jaar stad',
staat de bijdrage van Wim Brands
(1959-2016).
Zelfmoord, hij? Op grond van de
paar keer dat ik hem sprak (voor
het laatst in november 2014, toen
hij in Middelburg werd geïnter
viewd vanwege het verschijnen
van zijn dichtbundel 's-Middags
zwem ik in de Noordzee), had ik dat
onmogelijk geacht. Hij was anders
dan de gemiddelde Nederlandse
letterkundige: benaderbaar, een
echte bewonderaar, en dan niet
van zichzelf,
maar van
anderen. Ik
gaf hem de
door mij
verzorgde
bundel van
de dichteres
Augusta
Peaux en
een paar da
gen
later zwaaide hij daarmee enthou
siast voor de camera.
Nu ik zijn Verzamelde gedichten
herlees, zeg ik geschrokken: Ja, je
ziet het meteen, een man in een
doodlopende straat. En niet alleen
vanwege de gedichten over zijn
vader, die zich het leven benam:
mijn vader/ was een vogel die
valt om te vliegen/ en niet meer vliegt
als hij grond/ raakt. Het op het eer
ste gezicht bijna decoratieve ge
dicht Pauw klinkt al even drei
gend. De fraaie vogel wordt dood
gebeten door een hond: Overal za
gen wij ogen,/ ogen die niet dicht wil
den gaan.
Vlissingen
Voor het Zeeuws Tijdschrift maakte
Wim Brands een, of eigenlijk dé
ode aan Vlissingen. Door de verha
len over Vlissingen en een kennis
making met het treinstation had
hij geen grote verwachtingen.
Maar tijdens een fraaie nazomer
mocht hij 'een tijdje in een prach
tig vervallen klein hotel aan de
boulevard wonen'. Een ongekende
ervaring, vooral die eerste och
tend: 'Ik opende de gordijnen.
Mijn vrouw sliep. Ik keek naar bui
ten. Ik zag een enorm schip in oor
verdovend licht. Ik weet dat ik me
ongelukkig uitdruk, maar ik heb
de woorden ook niet om te be
schrijven hoe overweldigend dit
beeld was: een gigantisch schip dat
aan de zee geplakt leek als een
Russisch klooster aan een rots
wand.'
Hoe bitter dat Wim Brands niet
meer terug kan naar Vlissingen,
die gordijnen nooit meer open
gaan.
maandag 22 oktober 2018
GO
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
,v..
«HWiflfrtemM
X
Jan van Damme
O
Margot Verhaagen: Het Zeeuwse
Babbelaarboek - Uitgeverij Het Paard
van Troje, 160 pagina's, 19,99 euro.
Signeersessie zaterdag 27 oktober
van 14.00 tot 16.00 uur in boekhandel
Paard van Troje in Goes.
m* -
Zalig zuigen op B
een babbelaar
|W
De presentatie van Naar het hart
van de zee vindt zaterdag plaats
om 15.00 uur in het oude Stad
huis van Arnemuiden. Het boek
kost 17,99 euro.
Het boek telt 850 pagina's en
kost 58,00 euro.
WIM BRANDS
Mario Molegraaf