Ik heb geleefd
'Ik heb er geen moeite mee,
laat Magere Hein maar komen'
19
'Kleine
kans dat
er een
celletje
denkt: Hé,
ik ben me
aan het
vernieu
wen,
maar ik
kan me
ook nog
dupli
ceren'
'Dat
vind ik
nog steeds.
Toch moeten we
heroverwegen'
Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert.
bod op wilde circusdieren kwam.
Waar kwam dat nou ineens van
daan? Nou, Jort Kelder en Geor-
gina Verbaan hadden ooit met
Mark gepraat."
Impulsief
Zo ongeveer ging het ook met de
dividendbelasting. Rutte is een
controlfreak, maar soms ook im
pulsief en achteloos. „Er wordt al
jaren door het bedrijfsleven ge
lobbyd om deze belasting af te
schaffen. Er is nooit echt werk van
gemaakt. Maar Mark vond tegen
het einde van de formatie dat er te
weinig voor het bedrijfsleven was
afgesproken. Polman en Mark
spreken elkaar wel eens. In die ge
sprekken heeft Polman vaker ge
zegd dat dit belangrijk was. Net als
andere multinationals. Ineens
dacht Mark daar aan terug:
waarom niet!"
Een bedrijfsongeluk, noemen
WD'ers het. Een ongeluk dat ook
iets zegt over de WD zelf. Rutte is
al zó lang aan de macht, dat hij
amper nog door zijn omgeving
wordt tegengesproken. Hij is vrij
wel onaantastbaar en opereert
steeds vaker op eigen houtje,
klaagt een partijgenoot. „En dan
kan zoiets stoms gebeuren. Er is
gewoon niet lang over nagedacht."
Het idee kwam op, moest wor
den uitgevoerd en er is later een
verhaal bij verzonnen. „Eric Wie
bes werd door Rutte gevraagd
argumenten voor het plan op
papier te zetten waarmee hij zijn
coalitiepartners kon overtuigen."
En het is Rutte zelf die nu op de
blaren moet zitten. Zijn geloof
waardigheid is geraakt. Na een jaar
ijzerenheinig volhouden dat iets
echt wit is, moet hij nu zeggen dat
hij zwart bedoelde. „Zo verhult hij
zijn nederlagen."
De een noemt het opportu
nisme, WD'ers hebben het liever
over 'flexibiliteit'. „Wat anderen
als Marks zwakke punt zien, is te
gelijk zijn kracht",3 zegt een par
tijgenoot. „Mark is pragmaticus.
Het doel is belangrijker dan de
manier waarop hij daar komt. En
dat hij even alle hoon van Neder
land over zich heen krijgt, daar is
hij minder gevoelig voor."
Voor de deur van het revali
datiecentrum zitten twee
mannen in de zon: de een
zonder benen, de ander
met een ooglapje. De laatste
rookt een sigaar in zijn rolstoel.
„Manfred te Grotenhuis?" informeer
ik bij de receptie. De vrouw wijst
naar buiten. „Je liep net langs hem
heen."
Te Grotenhuis (51) knikt verge
noegd. „Ik zag het misgaan." Op in-
ternetfoto's staat de universitair do
cent met een krijtje in zijn hand voor
een schoolbord. Of hij zit op een
racefiets. „Dat ooglapje heb ik omdat
ik je anders twee keer zie. Komt door
de hersentumor."
Hij schuift het piratensymbool in
zijn haar. Steekt de sigaar in de lucht.
„Ik ben weer gaan roken." En hij
heeft een ster gekocht. Een echte, on-
line, voor 25 euro, bij Buy Your Own
Star. Ergens in het heelal draagt een
hemellichaam nu de naam Manfred.
Tien weken geleden ging het op
een avond mis. Toen hij een e-mail
tikte, viel zijn rechterhand uit. Ver
lamd. Via de huisarts ging het naar
het ziekenhuis, waar een hersentu
mor formaat tennisbal aan het licht
kwam. De kanker was begonnen in
zijn darmen, maar zat ook al in zijn
hoofd, longen en botten.
„Ik moest uitgaan van weken, zei
de specialist. Nou, daar ga je." Samen
met zijn vrouw vertelde hij het die
zelfde avond nog aan zijn kinderen
van 8 en 14. Gewoon, zoals het was:
'Papa gaat dood.'
Nee, zegt hij, hij vindt het niet
oneerlijk. „Zo denk ik niet. Ik ga uit
van het kansmodel. Elke dag wordt
een stukje van je darmwand vervan
gen door een nieuw stukje. Dat is
fijn, want als dat niet zou gebeuren,
kreeg je een spijsverteringsstoornis.
Bij elke vernieuwing loop je een
kleine kans dat er een celletje is dat
denkt: Hé, ik ben mezelf aan het ver
nieuwen, maar ik kan nog iets anders,
ik kan mezelf ook nog dupliceren. En
hé, ik kan er ook 4 van maken. En 16,
en 32, en 64,128... Hé, dat ga ik doen."
Zo'n celletje droeg de statisticus bij
zich en de kanker was geboren. „Ik
zie het als een bijproduct van de evo
lutie. Er waren altijd cellen die nét
iets meer konden. Ik ben slachtoffer
geworden - nou ja slachtoffer, zo zie
ik het niet eens - ik ben onderdeel
van dat proces. Het is part of the deal.
Ik heb er verder geen moeite mee,
laat Magere Hein maar komen."
Hij wacht hem hier op, in het reva
lidatiecentrum. Intussen leert hij zijn
verlamde rechterhelft opnieuw te ge
bruiken. Waar de andere patiënten
na hun herstel weer naar huis gaan, is
dit zijn eindstation. „Ik zwaai ze alle
maal uit." Om de dag komt zijn gezin
op bezoek. De eerste week na de diag
nose hadden ze meteen alles gere
geld: de financiën, een euthanasie
verklaring. Ze gingen naar een voor
stelling van Youp van 't Hek en een
concert van Iron Maiden.
Toen de prognose werd bijgesteld
en Te Grotenhuis reservetijd kreeg,
meldde hij zich bij zijn universiteit.
„Ik wilde weer aan het werk."
Eind augustus gaf hij het introduc
tiecollege statistiek aan eerstejaars
sociologie, zoals hij al dertig jaar
deed. Dit keer in een rolstoel. „Ik zei
dat ik een barstje had in mijn heup.
Studenten die 's ochtends met een
kater in de banken hangen, wil je niet
lastigvallen met zo'n kankerverhaal."
Twee keer riep de Radboud Univer
siteit hem uit tot docent van het jaar,
daar is hij trots op. „Ik begin mijn col
leges altijd met muziek. Studenten
denken vaak: nu hebben we statistiek
en dan wordt onze kop eraf gezaagd.
Zet ik Midnight Oil op, The Beds are
Burning. Ik vertel een verhaaltje over
aboriginals en heel langzaam trek ik
ze zo de statistiek in." Zelf belandde
de Achterhoeker via de route mavo-
mts-hts op de universiteit om weten
schapper te worden.
Als hij er niet meer is, hoopt hij dat
ze over hem praten als iemand die
soms dingen deed die niet mochten.
„Omdat je er zo veel plezier aan kunt
ontlenen om met je kop door de
muur te gaan. De regels geweld aan
doen kan zo heerlijk voelen."
Hij leefde als een dolle. Tien les
boeken schreef hij, en 95 weten
schappelijke artikelen. Allemaal
's nachts. „Ik moest altijd de beste
zijn, elke plek onder de één was niet
goed genoeg. Nu denk ik: had toch
eens wat gas teruggenomen jongen."
Wat hij dan met die tijd had ge
daan? Nou, een Tyrannosaurus Rex
bouwen bijvoorbeeld. Dat doet hij nu
op zijn kamer in het revalidatiecen
trum. „Daar haal ik ontzettend veel
voldoening uit. Ik ben zo druk als een
potje met pieren. Er is een Chinese
uitdrukking: je moet naar de weg kij
ken en niet naar het doel. Ik heb veel
te weinig naar de weg gekeken."
Zijn lichaam stelt hij ter beschik
king aan de wetenschap. „Na mijn
dood mag de universiteit zich nog
één keer te goed doen aan mijn li
chaam."
GO ZATERDAG 13 OKTOBER 2018
FOTO BERT BEELEN
is Rutte
Manfred te
Grotenhuis,
statisticus.
Wilt u ook uw verhaal vertellen?
Annemarie@persgroep.nl