Ifc 9 De kapers hebben hun leven gegeven en toekomst weggegooid voorons vrijheids ideaal. Dat is een groot offer ouders weigeren het Nederlander schap, omdat ze vasthouden aan een terugkeer naar een Molukse staat. Voor internationale wedstrijden reist Simon stad en land af om op consulaten een visum te regelen. In 1976 doen zijn ouders een grote concessie. Ze worden officieel Ne derlander. Daarmee schuiven ze hun principes opzij, ten faveure van zijn carrière. „Vroeger waren we stateloos. Ik had een roze vreemde lingpaspoort. Dat gaf bij Ajax pro blemen met buitenlandse reizen. Mijn ouders hebben de Nederlandse nationaliteit aangenomen, zodat het reizen voor mij gemakkelijker werd. Zij waren zeifin die jaren nooit bui ten Nederland geweest." Simon weigert de droom van een RMS los te laten. „We moeten de hoop levend houden. Anders zijn alle offers van onze vaders in het KNIL en van de actievoerders voor niets geweest." Binnen de lijnen laat Simon zijn voeten spreken, als weerwoord op de negatieve beeldvorming rond Molukkers. Af en toe roepen tegen standers lelijke dingen om hem uit zijn spel te halen. Aad Kila van FC Den Haag bijt hem toe: 'Hé joh, ga terug naar het land waar je thuis hoort'. „Een ander zei: 'Ze moesten jullie op een bootje zetten en laten afdrijven naar de Noordzee'. Kwaad werd ik niet. Ik was wel geprikkeld om ze dol te spelen." De enige die zo'n opmerking zuur moet bekopen, is AZ'67-speler Hugo Hovenkamp. Die scheldt hem tij dens de KNVB-bekerfmale op 5 mei 1978 een paar keer uit voor 'treinka per'. Simon geeft Hovenkamp een tik op de linkerknie, die net hersteld was. „Hovenkamp moest fit worden om mee te kunnen naar Argentinië. Hij haalde me het bloed onder de nagels vandaan. Ik zei een paar keer: 'Stop daarmee, anders ga je niet naar Ar gentinië'. Hij bleef jennen. Op een gegeven moment zette ik een tackle in. Ik was iets te laat en raakte hem op de slechte knie. Dat kan gebeu ren toch? Hij speelde wel door, maar vanwege die knie ging hij niet naar het WK." hulptrainer Bobby Haarms en de keiharde Amsterdamse voetbal humor. „Trainer Tomislav Ivic liet ons wel eens overdag tussen de trai ningen door in De Meer slapen. Als de ramen geblindeerd moesten worden met oude kranten, riepen andere spelers: 'Wij weten wel ie- mand die dat goed kan. Hé Siem, plak jij even de ramen af. Daar heb je toch ervaring mee?' Ik lachte mee. Dat hoort erbij." Na De Punt voelt Simon zich ge roepen 'de jongens' moreel te on dersteunen. Hij bezoekt ze in de ge vangenis in het Drentse Veenhui- zen. Rond de kerst trekt hij naar het hoge noorden om te voetballen te gen gedetineerden. Onder anderen Maarten Spanjer, Willem van Hane- gem en Bobby Haarms sluiten aan. Het gevangeniselftal is bloedfana- tiek. Simon ziet hoe de kop van Spanjer er bijna af geschopt wordt bij een vliegende tackle van een overenthousiaste delinquent, en hoe Van Hanegem een Amster damse drugsdealer tussen de spor ten van een houten wandrek beukt. „We zijn daar drie of vier keer ge weest. Bobby nam Ajaxtenues mee voor de gedetineerden. Bij binnen komst moesten we onze spullen achterlaten, maar Maarten Spanjer slaagde er een keer in alcohol mee te smokkelen." Na afloop van een van zijn bezoe ken toont een treinkaper van De Punt zijn dankbaarheid. „We had den samen gegeten, gedronken en gezongen. Toen we naar huis gin gen, kreeg ik van Rudi Lumalessil zijn gitaar. Die heeft grote emotio nele waarde. Ik heb 'm nog steeds en speel er geregeld op." „Het was dankbaar dat ik dit heb kunnen doen. Voor mij zijn de ac tievoerders helden. Ze hebben hun levens gegeven en hun toekomst weggegooid voor ons vrijheids ideaal. Dat is een groot offer." Elk jaar gaat hij op 11 juni naar de herdenking op de begraafplaats in Assen, waar de zes omgekomen ka pers onder één grafmonument be graven liggen. „Door als bekende voetballer het Molukse verhaal te blijven vertellen, kan ik een bijdrage leveren aan de strijd en mijn volk helpen. „Voor een doorsnee Nederlander is het moeilijk te begrijpen wat onze jongens hebben gedaan. Ze hebben nooit meegekregen hoe schandalig onze ouders behandeld zijn en hoe de politiek ons aan het lijntje heeft gehouden. Dat is een kwalijke zaak. „Ons verhaal is anders dan dat van Turkse of Marokkaanse gastarbei ders, die vrijwillig kwamen om te werken. Wij zijn altijd loyaal ge weest aan Nederland, hebben voor de driekleur gevochten en levens opgeofferd. Dat is wezenlijk an ders." zaterdag 6 oktober 2018 GO Simon Tahamata trouwt in 1981 met Jomi Hehakaja. FOTO STICHTING MOLUKS HISTORISCH MUSEUM Simon wordt gesterkt door de steun van zijn 'voetbalvader' en Simon Tahamata - De kleine dribbelaar, Tonny van der Mee, Edicola Publishing. Verschijnt 11 oktober. M In het veld kreeg Tahamata soms le lijke dingen naar zijn hoofd. „Kwaad werd ik niet. Ik was wel ge prikkeld om ze dol te spelen." fotoraphaël DRENT

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 9