Tegen de terreur
magazine 13
Nadat Napoleon in 1815 was
verslagen, begonnen de vier
grote mogendheden aan
een uniek experiment.
Rusland, Oostenrijk, Pruisen
en Groot-Brittannië richtten de
Geallieerde Raad op, die vijf
jaar lang moest overleggen
over de veiligheid van Frankrijk
en van Europa als geheel. Dit
ambitieuze project liep vast op
de verschillende ideeën over
wat precies gevaarlijk was,
en waar de terreur schuilging.
Het samenwerkingsverband is
te zien als een soort vroege
voorloper van de Europese
Unie, de Navo of de Veilig
heidsraad. Vijf jaar lang werkte
Beatrice de Graaf aan het
boek dat deze turbulente peri
ode beschrijft. „Er was nooit
echt beschreven hoe vreemd
en revolutionair de samenwer
king was. Landen die elkaar
voorheen de tent uitvochten,
brachten een soort Europese
integratie tot stand.
Er werden paspoorten inge
voerd, een geheime dienst, er
werden optische profielen
rondgestuurd van verdachte
personen, zwarte lijsten opge
steld. Het bracht wel veiligheid,
maar zorgde ook voor repres
sie en onderdrukking."
Tegen de terreur is gebaseerd
op talloze niet eerder bestu
deerde bronnen. Het boek ont
stond mede als zoektocht naar
de vraag waarom mensen te
genwoordig verwachten dat de
regering alles maar oplost, zegt
De Graaf, ook op het gebied
van veiligheid. „Dat idee is iets
van de laatste tweehonderd
jaar. Daarvoor verwachtte men
in tijden van onrust heil van
God, Kerk, het gilde, de schut
tersvereniging, de buren. Om
een antwoord te krijgen op de
vraag waarom nu naar de rege
ring wordt gekeken, moest ik
terug naar Napoleon en de vor
ming van natiestaten. Daarom
heb ik dit boek geschreven."