Vgbert Jan Een panisch telefoontje uit Medan doet Egbert Jan terugdenken aan de tijd dat hij te horen kreeg: dat voorste plukje is binnenkort het eiland Pampus. adert!" Zoon Yann belt vanuit Medan op Sumatra. Vijf maanden weg, V zeven te gaan. „Vader van de Zoon van de Heilige Geest!" Was hij thuis geweest, dan had hij me omhelsd en in een stevige klem gehou den. Ik probeer me daar na een paar se conden uit te bevrijden, wat hij nog een halve minuut makkelijk verhindert. Het ritueel. Dat klinkt opeens kwetsbaar. Een verre ondertoon. Hulproep. Het is stil. „M'n haar valt uit. Echt met plukken tegelijk. In de afvoer van de douche, 's morgens op het kussen. Ik krijg in hammen." Jongen. „Pap! Ik word kaal." Alle clichés komen voorbij. Er zijn ergere dingen op de wereld. Bijna alle mannen hebben haaruitval. Of iemand je leuk vindt, hangt daar niet vanaf. Mij overkwam destijds hetzelfde, al was ik pas 18; hij is bijna 24. Mijn dikke lange haar, mijn trots, verdween zien derogen en in ongehoord tempo. On recht. Al gauw begonnen vrienden te pesten. „Voor je 30ste ben je een biljartbal", zei Hank. En Herman, gevat: „Dat voorste plukje is binnenkort het eiland Pam pus." 'Dat voorste plukje', dodelijk. Vriendinnen deden vrolijk mee. Dat is sociaal aanvaardbaar: mannen mag je stangen met uiterlijk verval, bij vrouwen laat je dat uit je hoofd. Die regel heb ik eens overtreden. Toen collega Jolanda me voor de zoveelste keer met vlakke hand bovenop de schedel petste, zeg gend 'kale plek, olievlek', gooide ik eruit, met een blik: „Hangtiet, wat je ziet." Niet cultureel hoogwaardig, maar in elk geval was er succes bij Hank en Her man. Tot mijn voldoening was Hank rond zijn 30ste volledig kaal, met zo'n krans vlassig haar rond de schedel - terwijl het proces bij mij juist vertraagde. Ja: vrijwel stopte. „Jij wordt niet kaal", toeter ik zelfver zekerd in de richting van Sumatra. „De aanleg is genetisch. Ik ben het niet echt geworden, opa had z'n jarendertigkapsel nog, aan mama's kant hebben ze een vol- behaarde harses." Vruchteloos natuurlijk. Dit is het leed van de adolescent die de eerste tekenen van zijn sterfelijkheid ziet. „Jij gebruikt toch een medicijn?" zegt hij. Allang niet meer. Tien jaar geleden heb ik dat gedurende twee jaar gedaan. Bij een particuliere kliniek in Gelder- malsen maakte ik kennis met dermato loog en psycholoog Ids Boersma, die een medicijn op de markt had gebracht dat haaruitval stopte of vertraagde. Werking getest, officieel erkend. „Geen wonder middel", zei Ids ronduit. „Maar de wer king is aangetoond. Het pakt bij iedereen anders uit, je weet vooraf nooit hoe. En als je stopt is het effect weg." Yann hoort het aan. „Pap, ik kom terug." (I Pap, ik word kaal „Papa." ra Reageren? magazine@persgroep.nl Egbert Jan Riethof (64) is journalist. Hij heeft een dochter (25) en een zoon (23). Egbert Jan woont in z'n eentje in een huis met drie verdiepingen. 61 zaterdag 6 oktober 2018

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 72