14 WEE
Veel Vlissingers kunnen Willem Murre uittekenen in zijn witte ketelpak. Het
werkmanstenue staat voor Murre voor de arbeider: de man die de Schelde en daarmee
Vlissingen groot maakte. „Directeuren bouwen geen schepen, dat doen arbeiders."
PORTRET WILLEM MURRE
lk had helemaal
niet geleerd
mondig te zijn,
maar volgzaam en
behoudend
Een rustige,
betrouwbare vent
wilden ze wel bij de
Schelde
Als Willem Cornelis
Murre in zijn witte
overall en gewa
pend met een
knots van een mo
ker opdraaft bij een
plechtigheid of
onthulling, kunnen aanwezigen zich
bijna niet voorstellen dat hij wel eens
een andere outfit draagt. Dat mijn
heer Murre gewoon in burgerkloffie
koffie drinkt in zijn huiskamer. Of,
sterker nog, nostalgische gevoelens
oproept bij bewoners van een zorg
centrum ergens in de provincie door
in klederdracht door de recreatiezaal
te paraderen.
Want Willem, of Wim zoals hij bij
zijn geboorte werd genoemd, Murre
is meer dan een wit ketelpak. En hij
mag dan bijna tachtig zijn, hij zit niet
achter de geraniums. Hij heeft een
druk bestaan als 'alleengaande'. „Ik
ben geen alleenstaande. Ik sta niet, ik
ga door het leven, ben altijd onder
weg. Met de Klederdrachtengroep
Mooi Zeeland, als gids in Museum
Scheldewerf en als restaurantbezoe-
ker in de voormalige Plaatwerkerij,
het huidige zorgcentrum Schelde-
hof."
Vrijheid
Murre benadrukt dat hij alleengaande
uit overtuiging is. Na de dood van zijn
vrouw meer dan twintig jaar geleden,
had hij wel eens een vriendin. Een
'brave vrouw'; het lag dan ook niet
aan haar, maar het klikte niet echt
met Willem. „Ik hecht te veel aan
mijn vrijheid en heb geen zin naar de
kleinkinderen van een ander te gaan.
Een vrouw wil je ook inkapselen." La
chend: „Een interieur als dit staat een
vrouw niet toe. Ik had de boel al lang
moeten opruimen."
Een zootje is het zeker niet in de be
scheiden hoekwoning in de Vlis-
singse Bloemenbuurt. Maar een haak
aan het plafond met een hanger voor
het witte ketelpak; de moker en een
gereedschapskist in een hoek; oude
fotolijstjes aan de muur en op kastjes;
een bureau met een opengeslagen
schrift met dagboekaantekeningen en
een map met de aanzet voor Murre's
Memoires zou een vrouw des huizes -
denkt Willem - niet tolereren.
Op en onder de salontafel liggen
stapels boeken. Over allerlei onder
werpen die Murre interesseren, de ge
schiedenis van de Schelde voorop.
Prominent op het tafeltje prijken de
Noordoostpolder 75 jaar droog en Het
nieuwe land. Geen kofïïetafelboeken
om bezoek te imponeren, maar lees
voer om Willem Murres honger naar
historische kennis te stillen.
„Ik heb zo'n tien jaar in het toenma
lige nieuwe land gewoond, van 1952
tot 1962. Een bepalende periode in
mijn leven. In Emmeloord ging de
wereld voor mij open. Ik ben geboren
in een arbeidershuisje onder aan de
dijk in een polder bij Borssele, dicht
bij de plek waar nu de kerncentrale
staat, in een streng godsdienstig ge
zin: wij waren lid van de Gerefor
meerde Gemeente. Mijn vader was
eerste paardenknecht bij een
boer. Opa en oma Murre woonden
aan de andere kant van de dijk, opa en
oma Koole even verderop in het
dorp. De wereld was klein en over
zichtelijk voor mij en mijn twee zus
sen."
„Niet direct. Maar van ons huisje was
in de oorlog weinig overgebleven. De
toekomst bood ook niet veel perspec
tief. En de verhalen over de nieuwe
polders leken op die van het beloofde
land. Ik hoorde mijn vader er vaak vol
vuur over vertellen, want ik sliep met
een zus in een bedstee in de kamer.
Als mijn ouders dachten dat ik al lang
lag te slapen, lag ik met rode konen
naar die verhalen te luisteren. Toen
mijn vader na een strenge keuring als
knecht werd aangenomen op een
boerderij in de Noordoostpolder zijn
we op stel en sprong vertrokken. De
hele huisraad werd op een boerenkar
geladen, wij er bovenop en zo trokken
we in een paar dagen naar ons nieuwe
huis in Emmeloord."
„In tegendeel, een wereld van ver
schil. In Zeeland keken we altijd tegen
de Westerscheldedijk aan, in Emmel
oord kon je kilometers ver kijken. De
mensen verstonden ons aanvankelijk
PASPOORT
niet. Niet dat we werden aangekeken
op ons dialect, de andere bewoners
kwamen tenslotte ook vanuit Gro
ningen, Drenthe, Brabant en Lim
burg naar de Noordoostpolder. Het
wende snel en de school was een
openbaring."
„Dat weet ik niet meer precies. Maar
in Zeeland zat ik als zoon van een
boerenknecht achter in de klas. In
Emmeloord mocht ik vooraan zitten.
En nog opmerkelijker, ik werd gezien
en gehoord. Een onderwijzer die aan
mij vraagt: 'En wat denk jij er van
Wim?' Ik was stomverbaasd. Ik had
helemaal niet geleerd mondig te zijn,
maar juist volgzaam en behoudend."
„Nou en of. Ik maakte kennis met
een heel andere manier van leven.
Mijn ouders zochten aansluiting bij
de Gereformeerde Gemeente, maar
ik kreeg kennis aan een meisje van de
Hervormde Kerk. Daar was meer
lucht en ruimte, daar wilde ik bij ho
ren. En alles was nieuw in de Noord
oostpolder en Flevoland. Werk ge
noeg, ook toen na een paar klusjes op
boerderijen bleek dat ik niet voor de
landbouw in de wieg was gelegd. Ik
werkte voor en na mijn diensttijd
onder meer op een vissersboot, bij
een sigarenfabriek, een betonfabriek,
een aannemer in de wegenbouw en
een fabriek van stalen meubels."
„Ik had best bij die meubelfabriek
willen blijven, maar kon geen huis
krijgen in de Noordoostpolder. Ik
was inmiddels getrouwd met het
vriendinnetje van de Hervormde
Kerk, Christina de Schipper. Ina
kwam oorspronkelijk uit Nieuwdorp.
Heel bijzonder dat we elkaar in de
Noordoostpolder tegenkwamen, ter
wijl we als kinderen een paar kilo
meter bij elkaar vandaan woonden.
Mijn ouders waren toen al naar Zee
land teruggekeerd, omdat ze niet
konden aarden in Emmeloord. Toen
we een keer bij hen op bezoek waren,
wees mijn vader me op vacatures bij
de Schelde."
„Ik had in de meubelmakerij leren
lassen, moest een klein stukje recht-
toe-rechtaan proeflassen en werd
aangenomen. Dat ik vervolgens alle
fijne kneepjes van het vak nog moest
leren, was niet erg. Daar was de be-
drijfsschool voor. De Schelde kon be
gin jaren zestig bijna iedereen die
wilde werken gebruiken. Ik zag op
mijn aannameformulier de kwalifi
catie 'rustige, betrouwbare vent'
staan."
„Dat weet ik niet zeker. Ik heb mijn
werk altijd goed gedaan, maar liet
niet over me lopen. Tien jaar Noord
oostpolder hadden me geleerd voor
mijn rechten op te komen. Daarnaast
heb ik een sterk rechtvaardigheidsge
voel ontwikkeld."
„Ik draag niet zozeer de faam van het
bedrijf uit, als wel de roem van dege-
nen die er werkten. Ik ben gids bij
Museum Scheldewerf om mensen te
laten zien en horen wat de arbeiders
van de Schelde presteerden. Vlissin
gen moet uitdragen trots te zijn op de
arbeiders die de Schelde groot maak
ten. Daarom heb ik samen met ande
ren getrokken aan de realisatie van
het standbeeld 'Mannen tussen
Staal'. Dat staat nu voor de voorma
lige Plaatwerkerij, maar ik hang mijn
ketelpak pas voorgoed in het mu
seum als het beeld op de kop van de
Helling staat."
„Ik heb de dracht voor doordeweeks
en zondags, van de Bevelanden en
van Walcheren en van katholieken
en protestanten. Dat Bevelandse zon
dagse pak is prachtig: gouden keel-
knoppen en zilveren broekstukken.
Ik ben een trotse arbeider, maar ja...
ik ben ook een ijdel mannetje."
zaterdag 6 oktober 2018
GO
'Ik ben een trotse arbeider,
maar ook een ijdel mannetje'
René Hoonhorst
Boeken over de Noordoostpolder en
Flevoland. Vanwaar die belangstel
ling?
Dat klinkt idyllisch en geborgen.
Waren uw ouders van die avontu
riers?
U woonde in Borssele in de polder
en verhuisde naar een nieuwe pol
der. Een natuurlijke overgang..?
Willem Cornelis
Murre is geboren
op 18 april 1939
in Borssele. Een
jaar voor de wa
tersnoodramp
verhuisde het
gezin Murre -
vader, moeder,
twee zussen en
Wim - naar 'het
nieuwe land', de
Noordoostpolder.
Na de, toen nog
achtjarige, lagere
school ging Wil
lem zonder ver
dere opleiding
aan het werk. Bij
een boer, in een
sigarenfabriek,
op een vissers
boot, als 'smeer-
jongen' op een
dragline en als
meubelmaker.
Omdat in Emmel
oord geen huis
was te krijgen,
solliciteerde
Murre bij de
Schelde. Hij werd
aangenomen en
werd na zijn pen
sioen de verper
soonlijking van
de Scheldewer-
ker, de man die
Vlissingen en de
rest van de we
reld eraan herin
nert dat arbei
ders het succes
van een bedrijf
bepalen. Murres
vrouw Ina is in
1997 overleden:
hij heeft een
zoon, een doch
ter en drie klein
kinderen.
Het onderwijs in de laatste klassen
van de lagere school in Zeeland en
de Noordoostpolder kon toch niet
zo veel van elkaar verschillen?
Het nieuwe land zette uw wereld op
zijn kop...
Twaalf ambachten, dertien onge
lukken of was er een andere reden
om toch terug naar Zeeland te
gaan?
U had toch geen opleiding tot
scheepsbouwer?
Dat rustige is er wel afgegaan. Heb
ben de bazen bij de Schelde later
nog betreurd dat ze u hebben aan
genomen?
U vindt het ook rechtvaardig dat
de Schelde een bijzondere plek in
de Vlissingse geschiedenis houdt.
U blijft de roem van de Schelde
uitdragen.
U zingt altijd de lof van de arbeider,
maar u draagt in klederdracht liever
een zondags pak dan de doorde
weekse kleren...