12 WEE
Langs het spoor van de Dodendraad, van het Drielandenpunt tot aan Cadzand,
worden vanaf deze week 150.000 witte krokussen geplant. De dodelijke grensafscheiding
tussen Nederland en België tijdens de Eerste Wereldoorlog, verscheurde menig
grensplaats, waaronder Koewacht.
REPORTAGE DODENDRAAD
Een op de zeven
inwoners van
Nederland was
vluchteling. Dat
plaatst die crisis van
nu in perspectief
Het beeld is bekend van
West- en Oost-Berlijn.
Van Noord- en Zuid-
Vietnam en nu nog van
Noord- en Zuid-Korea.
Families die verscheurd
zijn door een muur of an
dere afscheiding dwars door hun leefge
bied, die ze maar zeer sporadisch mogen
passeren voor familiebezoek. Het was ook
de realiteit in Koewacht tussen 24 juni 1915
en 11 november 1918, toen de Dodendraad
complete families uit elkaar dreef. Bewo
ners van het Nederlandse deel van Koe
wacht hebben honderd jaar geleden broers,
zussen of grootouders in het Belgische De
Koewacht en andersom. Koewacht is - nog
altijd - in feite één dorp, met toevallig een
landsgrens die erdoorheen kronkelt. Dat
zorgt voor een bizarre situatie als de Eerste
Wereldoorlog uitbreekt. Het Nederlandse
deel is neutraal, het Vlaamse niet. Toch zal
ook het Nederlandse Koewacht de oorlog
voelen.
„Toen de oorlog in 1914 uitbrak, maakten
de Duitsers zich in België onmiddellijk
schuldig aan oorlogsmisdaden", weet Willy
Verschraegen, historicus en Koewachte
naar. „Tegenstanders werden tegen de
muur gezet en doodgeschoten. Het be
kendst is het in brand steken van de histori
sche bibliotheek van de universiteit in Leu
ven." De Belgen krijgen lucht van de misda
den, zijn bang en slaan massaal op de
vlucht. Een miljoen zuiderburen trekken de
grens met het neutrale Nederland over. Een
op de zeven inwoners van Nederland is tij
dens de Eerste Wereldoorlog vluchteling.
Verschraegen: „Dat plaatst die 'vluchtelin-
gencrisis' van nu in perspectief." Hij kan
daarom weinig met gevoel van de Belgen,
dat ze uitspreken tijdens de overgave van
Duitsland aan de onderhandelingstafel in
Versailles. „Nederland zou alleen geprofi
teerd hebben van de oorlog. Daarom wilde
België Zeeuws-Vlaanderen en een deel van
Limburg inlijven. We hebben de Belgen
juist geholpen."
Paniek
Dokter Haelst uit Stekene is tijdens de
vluchtelingenstroom in 1914 gemeente-arts
in Koewacht. Op 10 oktober ziet hij paniek
uitbreken aan de grens, wanneer honder
den Belgen Nederland binnentrekken.
Vluchtende militairen gooien hun wapens
op een hoop. Haelst maakt in zijn dagboek
een tekening van wat hij ziet, en schrijft er
bij: 'Den toen october 's middags was ik op
visiet te Koewacht als ik eerst ooggetuige
was van die paniek aan de grens'. In een
paar weken tijd vluchten 55.000 Belgen via
Koewacht het land uit. 21.000 daarvan blij -
dag nadat de Dodendraad is geïn
stalleerd met stroom uit Zelzate,
denken twee Koewachtenaren van
20 en 21 jaar oud dat ze door de draad
kunnen. Na 24 uur eist de Dodendraad
meteen twee levens. Historicus Verschrae
gen vermoedt dat in drie jaar tijd in totaal
vijf mensen geëlektrocuteerd werden.
Kerk
Verschraegen leidt ons rond langs de
contouren van de Dodendraad. Hij
vertelt dat de inwoners van Neder
lands Koewacht in de oorlogsjaren
tijdje naar het Belgische deel
kunnen. Op zondag mogen
ze, onder begeleiding van de
kapelaan, naar de kerk, zolang Neder
lands Koewacht geen kerk heeft. Via een
poort in de Dodendraad stappen ze de
grens over. „De luiken moesten dan alle
maal dicht blijven. Kerkgangers mochten
onder geen beding contact hebben met de
bewoners, bang dat de Duitsers waren voor
spionage." De bezetters rekenen echter
buiten een list van de Nederlandse
Koewachtenaren. Terwijl ze de mis
bijwonen, plakken ze briefjes voor
familieleden onder de kerkbanken.
„De Belgen gingen na de Nederlanders
naar de kerk. Iedereen kende iedereen, en
zorgde ervoor dat de boodschappen
bij het juiste familielid terechtkwa
men." In februari 1916 ontdekken de Duit
sers het stiekeme communicatiesysteem.
Het hek in de Dodendraad gaat op slot. Ne
derlands en Belgisch Koewacht hebben drie
jaar lang geen contact met elkaar.
Incidenteel steken de Koewachtenaren nog
de grens over. Vaak wordt gebruik gemaakt
ven een tijd in het dorp, nadat hun stad
Antwerpen tussen 9 en 10 oktober 1914 is
gevallen. „Koewacht had zelf 2500 inwo
ners", weet Verschraegen. „Al het eten was
binnen een dag op. Boeren kregen de op
dracht zo snel mogelijk tarwe en rogge te
dorsen om broden te bakken." Tussen okto
ber 1914 en juli 1915 gaat omgerekend
88.000 euro aan voedsel naar de Belgen,
voor die tijd een astronomisch bedrag. Ze
verblijven in scholen, in het klooster, bij
boeren of in het café. „De meeste Belgen
trekken daarna verder het land in. Zo'n 450
vestigen zich permanent in Koewacht."De
Duitsers zitten met de Nederlands-Belgi
sche grens in de maag. Van
Limburg tot het uiterste
puntje van Zeeuws-Vlaan
deren tiert de smokkel
welig. Spionnen van de
geallieerden stappen
zo bezet gebied bin
nen en Duitse mili
tairen die niets
voor de oorlog
voelen, kunnen
eenvoudig deser
teren. Een tante van Ver-
schraegens moeder smokkelt als zes
tienjarige briefjes voor de geallieerden. De
16-jarige wordt ter dood veroordeeld, maar
dat vonnis wordt wegens haar leeftijd om
gezet in een gevangenisstraf van negen
maanden.
2000volt
Voor de Duitsers is het duidelijk. Het kip
pengaas als afscheiding op de grens, voldoet
niet. Een even ingenieuze als dodelijke op
lossing wordt gevonden. De Dodendraad.
Wie de grens wil passeren, moet zich door
zes of zeven stroomdraden zien te wurmen.
Wie de draden aanraakt, krijgt 2000 volt
door het lichaam en sterft. Vanaf 24 juni
1915 scheidt de Dodendraad Nederlands en
Belgisch Koewacht, en hun inwoners. Ver
schraegen: „De mensen van Koewacht wis
ten niet eens wat elektriciteit was. Ze
stookten op petroleum. Elektriciteit kwam
in Koewacht pas in 1923." Op 25 juni, een
zaterdag 6 oktober 2018
GO
De dodendraad
verscheurde Koewacht
Bob Maes
Duitse militairen bij de dodendraad. foto collectie willy verschraegen
Herinneringstegel in de stoep in Koewacht, fotoboaztimmermans
- Willy Verschraegen, historicus