16 SPERMADONOR K34 BELOFTE GEBROKEN Donorkind Maria (20) groeide op met het idee dat ze ooit haar donorvader zou ontmoeten. Dat had hij beloofd toen hij zijn sperma aan haar moeder doneerde. Zonder dat zij het wist, bedacht hij zich. Ze voelt zich gekwetst en belazerd. Nu eist ze bij de rechter zijn gegevens op. Ik dacht: als het zover is, stuur ik een briefje en krijg ik een berichtje van hem terug aria (20) had een positief beeld van haar donorvader: een rundvee houder uit de Achterhoek, donkerblond, steil haar, gezin met drie kinderen. In de 50 moet hij nu zijn. Bovenal was hij die vriende lijke meneer die haar moeder Hedda had geholpen een kind te krijgen. Dat beeld is sinds vorig jaar aan gruzelementen. De spermadonor met code K34, die destijds in zie kenhuis Rijnstate had verklaard dat Maria op latere leeftijd contact met hem mocht opnemen, wei gert nu in contact te komen. „Ik had me voorgenomen dat ik op mijn 16de zijn gegevens zou opvragen", vertelt Maria. „Maar ik wilde eerst mijn leven op de rails hebben. Ik dacht: als het zover is, stuur ik een briefje naar het zie kenhuis en krijg ik een berichtje van hem terug." Dat moment kwam vorig jaar. Maria kreeg bericht terug, maar niet van de donorvader. Rijnstate vertelde dat de donor op zijn keuze was teruggekomen, zonder dat Maria en haar moeder dat wis ten. Hedda had in de jaren 90 bewust voor een bekende donor gekozen. Dat kon dankzij een tweeloketten- systeem, dat in 1989 was ingevoerd. Een donor kon ervoor kiezen ano niem te blijven (A-donor) of be kend te worden (B-donor). Pas in 2004 werd met de invoering van de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (WDKB) anoniem doneren verboden, omdat elk kind recht heeft op informatie over zijn afstamming. Lesbische In Rijnstate mochten alleen staande en lesbische vrouwen al leen gebruikmaken van een B-do nor. 'Het kind heeft dan altijd de mogelijkheid om later informatie in te winnen over de donor', stond in een voorlichtingsfolder. „De keuze voor een B-donor was voor mij een ethische voor waarde", vertelt Hedda, alleen staande moeder. „Het was al een compromis met mijn geweten dat ik langs deze weg een kind wilde krijgen en het daarmee bewust in een niet ideale situatie op de we reld zette." Ze meldde zich in 1997 in Rijn state. Daar kon ze kiezen uit drie B- donoren. Het werd donor K34, volgens het ziekenhuis een 'aar dige vent', die niet zo 'Achter hoeks' praatte. Op zijn intakefor mulier stond het vakje B-donor aangevinkt. Hedda: „Het klonk betrouw baar. Hij had zelf drie kinderen en wist dus wat ouderschap is. Zijn vrouw stond helemaal achter zijn keus. Ze werkte in de psychiatrie en wist hoe belangrijk het was dat mensen weten van wie ze afstam men." Op 13 oktober 1997 werd Hedda geïnsemineerd. Het was bij de eerste keer raak. Maria werd opge voed door haar moeder en oma. Ze weet van jongs af aan dat ze een donorkind is. Rond haar 10de jaar werd ze nieuwsgierig naar de donor. Ze zag hoe andere kinderen door hun vaders van school werden gehaald en begon vragen te stellen. Ze kreeg basisgegevens uit zijn donor paspoort en noteerde vragen die ze hem later wilde gaan stellen. Begin 2017 bleek Maria's oma ernstig ziek te zijn. Dat was voor Maria het moment contact te zoe ken met de donor. „Ik vond het jammer als mijn oma nooit zou weten wat voor man mijn donor vader is." Tevaak Eind mei werd bekend dat Rijn state het sperma van donoren veel te vaak had gebruikt. De norm van 25 kinderen per donor was meer dere keren (ver) overschreden. Dat was in 2014 al intern bekend. Maria en haar moeder werden niet daarover gebeld. Rijnstate in formeerde alleen de moeders die nog zaad van K34 gereserveerd hadden voor een eventuele nieuwe zwangerschap. Bij navraag door Maria zélf bleek haar donorvader maar liefst 43 nakomelingen te hebben. Inmiddels gaat het zelfs om 56 donorkinderen, onder wie kinderen die in een ziekenhuis in Zutphen zijn verwekt. Maria: „Rijnstate zei dat geen van die moeders of donoren pro blemen had met de overschrijding. Ik heb gemaild dat ik er wél moeite mee heb." Nog schokkender was de mede deling dat de donor bij de invoe ring van de nieuwe wet geswitcht was naar een anoniem donorschap. Rijnstate had destijds alle donoren schriftelijk geïnformeerd over de wet. Vijf B-donoren, inclusief K34, gaven aan liever anoniem te blij ven. Ook dat is donorkinderen en ouders nooit verteld. Maria legde vervolgens een ver zoek tot contact met haar donorva der neer bij de Stichting Donorge gevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB), dat alle donoren en do norkinderen registreert. Tijdens de introductieweek van de universi teit meldde de SDKB dat K34 geen contact wil. Hij gaf daarvoor geen reden op. „Ben ik zelfs geen verkla ring waard", zegt Maria. „Ik was ervan overtuigd dat hij 'ja' zou zeggen. Ik ben bitter en verontwaardigd. Het was toch een bewuste keuze om B-donor te worden? Nu heeft hij donorkinde ren en wil hij er niks van weten. Hij heeft het destijds mij en mijn moeder beloofd. Ook Rijnstate heeft het beloofd." Maria diende klachten in bij Rijnstate en de Inspectie Gezond heidszorg en Jeugdzorg. In een ge sprek met Rijnstate ontstond het zaterdag 6 oktober 2018 GO stamboom Donorkind Maria wil weten wie haar vader is, maar die weigert contact. FOTO FRANS PAALMAN Hanneke van Houwelingen Tonny van der Mee Arnhem -Maria

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 16