k had net voor het eerst van mijn leven
condooms gekocht. In de volle drogisterij
had ik van de zenuwen mijn bestelling
nauwelijks durven uitspreken. Net over
gegaan naar zes atheneum was ik, en nog
zo maagd als moeder Maria. Daar hoopte
ik verandering in te brengen tijdens mijn
eerste ouderloze vakantie, tien dagen
Costa Brava met schoolmakkers. Als jo
chie zou ik vertrekken, als man wederke
ren. Al tijden verheugde ik me erop.
Toen ik thuiskwam zat mijn vader op
de bank: „Ga even zitten jongen." Ik
hoorde dat mijn moeder in het zieken
huis lag. Mijn vader vertelde dat ze in de
deuropening had gestaan toen haar ogen
wegdraaiden en ze stuiptrekkend ineen
was gezakt. Foute boel, had een ambulan
cebroeder gemompeld toen hij haar op de
brancard tilde.
Hij kreeg gelijk. Nog geen drie maan
den later blies mijn moeder haar laatste
adem uit. Oorzaak: een multiform glio-
blastoom, een hyperagressieve vorm van
hersenkanker die een web van tumoren
weefde in mijn moeders hoofd. Al in de
eerste weken werd ze praktisch blind.
Vocht veroorzaakte overdruk in haar her
senen. Die overdruk ontlaadde zich dage
lijks in epileptische aanvallen, zogeheten
insults.
Het was de zomer van 1998 en ik, een
onzekere 17-jarige die zich geen raad wist
met zijn ineens lang geworden lijf, ver
keerde in een soort droomtoestand. Ik
zocht zoveel mogelijk afleiding: voetbal
len met vrienden, vissen in de Delftse
grachten, rondhangen in de stad. Onbe
wust maakte ik voor mezelf een fantasie
wereld die veiliger voelde dan de rauwe
realiteit van een moeder die in nood-
tempo zo ziek werd zoals ik nog nooit, bij
wie dan ook, van dichtbij had gezien.
Zaalverslagen
Kortgeleden las ik voor het eerst de zaal
verslagen van het ziekenhuis waar mijn
moeder lag: Mw heeft een insult gehad.
Duur ong. 3 min. Mw begon aan het eind
hard te huilen/roepen. Mw kon na insult
aantal minuten niet praten.
magazine 17
k ijk steeds meer op jou