Omdat de leerkrachten maar weinig doen met het uerzoek
Anne (nu 11) een beetje extra te begeleiden, besluiten haar ouders
haar van school te laten wisselen.
j Onderwijs
et is april 2017 als ik op een dinsdagavond
met mijn vrouw het klaslokaal inloop
van de leerkrachten van groep 6 van
dochter Anne. Het is een gemoedelijk
kakschooltje onder de rook van Den
Haag, op een paar minuten fietsen van
huis. We schudden de meester en de juf
de hand en gaan zitten op de kinderstoel
tjes die al klaarstaan. Het is vanavond
een tienminutengesprek. De bedoeling
is om het eerste middelbareschooladvies
van mijn dochter toe te lichten. Met mijn
vrouw heb ik afgesproken dat ik duidelijk
zal maken dat het niet goed gaat met
Anne.
Al een paar maanden zegt ze elke
ochtend dat ze hoofdpijn heeft en als
ze geen hoofdpijn heeft, is ze misselijk.
Ze wil niet naar school, zegt ze. Als wij
vragen waarom niet, haalt ze haar schou
ders op of kijkt ze verontwaardigd weg.
Ze wordt stiller. Soms, in het weekend als
ze meehelpt met koken of als ze de moes
tuintjes van Albert Heijn liefdevol in pot
jes plant, lijkt ze de sores van doorde
weeks van zich af te schudden. Ze neuriet
en zingt schijnbaar zorgeloos. Maar op
maandagochtend begint ze weer over
hoofdpijn en zegt ze opnieuw dat ze niet
naar school wil.
Onzeker
Anne is een bijzonder meisje, vinden
wij. We zijn er een beetje trots op dat als
ze een winkel van Intertoys inloopt, zij
eerst een cadeautje voor haar broer of
voor haar verwende vriendinnetje zoekt
en pas daarna voor zichzelf naar de potjes
met slijm loopt. In de vier jaar dat ze nu
op school zit, ontdekken wij ook dat ze
onzeker is. De onzekerheid is niet hard
nekkig, maar haar spontane reactie als
zij zich tegenover een nieuwe opgave
gesteld ziet, is dat die voor haar te inge
wikkeld is. Dat kan een nieuwe som zijn,
dat kan de vervoeging van een werk
woord zijn. Als het nieuw is, is het te
moeilijk. We stellen ook vast dat als zij
wordt gerustgesteld, het eerste gevoel
van alarm zich terugtrekt en zij de op
gave in een vloek en een zucht maakt.
In de tienminutengesprekken met de
leerkrachten uit eerdere klassen heb ik
met een gestaag toenemend gevoel van
urgentie steeds geprobeerd duidelijk te
maken dat Anne dat beetje extra aan
dacht nodig heeft. Ik vertel dat zij thuis, al
is het maar om hem te ergeren, de boeken
van haar twee jaar oudere broer leest ter
wijl zij in de klas blijkbaar nooit verder
komt dan een doorsneetekstje. Ik vertel
ook dat haar tennisleraar haar pas aan het
serveren heeft gekregen nadat hij haar
even apart nam. Ik weet niet wat hij tegen
haar zei, maar hij gaf haar toen wel even
dat beetje aandacht. Daar gaat het om, zeg
ik in een van die gesprekken, dat zij 'een
theelepeltje extra aandacht krijgt. Dat is
alles, dat heeft ze nodig omdat zij dan pas
durft te laten zien wat ze in huis heeft'.
De ene juf zegt dat ze het fijn vindt dat
ik dit met haar deel. De andere juf kijkt
me met opgetrokken wenkbrauwen aan,
maar veranderen doet er niets.
Als Anne naar bed is gegaan, praten wij
ac
Tekst PIETER DE LEEUW Foto's DESIREE SCHIPPERS
281 zaterdag 15 september 2018
WG