Boertjes neemt het op tegen de 12 WEE De oesterboorder zaait dood en verderf in de Oosterschelde. Doordat de slakken gaatjes in jonge schelpen boren, sterven de oesters massaal. De gevolgen voor kwekers zijn rampzalig. Om zijn eigen bedrijf én de sector te redden heeft Nico Boertjes uit Yerseke de strijd aangebonden met het slakje: hij vist ze op en biedt ze zelfs aan als delicatesse. REPORTAGE OESTERVISSEN Ik vergelijk de smaak met kokkel en wulk, maar dan iets steviger Het is niet te begrijpen dat deze reddende hand niet door meer kwekers wordt gegrepen Krukelen. Dat werk woord zal wel nooit in de Dikke van Dale verschijnen. Toch weten heel wat Zeeu wen wat het is. Pak een emmer, wacht tot het laag water is en zoek tussen zeewier en de ste nen naar slakjes. Een paar uur later heb je een emmertje vol. Eenmaal ge kookt en afgekoeld zijn krukels een heerlijk borrelhapje of voorafje. Vandaag pakken we het wat groter aan. Oestervisser Nico Boertjes is klaar om met zijn schip YE-123 de Oosterschelde op te gaan. Hij mag zichzelf gerust krukelaar 2.0 noemen. „Voor zover ik weet, ben ik de eerste visser ter wereld die op deze manier op slakken vist." Niet met een em mertje op de dijk, maar met een oes- terboorderkor. Met dit zelf ontwik kelde vistuig heeft hij na een uurtje vissen zon 25.000 oesterboorders in het ruim van zijn schip. Tot drie maanden geleden verdwe nen al die slakjes in een grote kook- ketel op het voordek, vertelt hij als we de Beatrixhaven in Yerseke verlaten. „Na een minuutje koken zijn ze dood en kunnen op 'de stort' gelost wor den", zegt hij, wijzend op een gele boei in de verte. Die markeert een diepe put waar Yersekse vissers al vele jaren legaal lege schelpen mogen dumpen. Afval Een behoorlijk effectieve methode. De opgeviste roofdiertjes worden snel onschadelijk gemaakt voor de oesters op de percelen. Toch zat het Boertjes niet lekker: de oesterboor ders kunnen toch niet alleen afval zijn? „Ik ben begonnen met de ge kookte boorders terug te zaaien op de percelen, om oesterbroed (de in het water zwemmende larfjes van de oester, red.) in te vangen. „Daar gebruiken alle oesterkwe kers nu nog mosselschelpen voor. Je betaalt daar een paar tientjes per kuub voor. Boorders zijn veel goed koper: je bent misschien een paar euro aan gasolie kwijt om ze te van gen en te koken. Het broed vestigt zich ook nog veel beter op de boor ders, zeggen onderzoekers van Ima- res. De schelp is namelijk ruwer dan die van de mossel." Sinds drie maanden is Boertjes nog een stap verder: de oesterboorder kan volgens hem uitgroeien tot culinaire lekkernij. „Mensen eten ook krukels, dus waarom geen oesterboorders? Het verhaal ging rond dat ze giftig zouden zijn. Ik at ze en hield er niks aan over. Daarna heb ik ze laten tes ten bij een laboratorium in Antwer pen. Die kunnen mij verzekeren dat oesterboorders voedselveilig én ver handelbaar zijn." De slakjes zijn nu een paar weken verkrijgbaar via handelsbedrijf De Meulemeester. Echt storm loopt het nog niet, maar het begin is er. „Ik heb één vaste klant in Duitsland. Dat zijn Vietnamezen; in Aziatische landen wordt de boorder vaker gegeten." Boertjes wil de schelpdieren onder een breder publiek verspreiden en heeft daarom chef Léon van der Heij den meegenomen aan boord. Vriend en vijand De Brabantse kok heeft de afgelopen weken flink geëxperimenteerd met de oesterboorder. Terwijl Boertjes koers zet naar zijn percelen, maakt Van der Heijden het gerechtje 'vriend en vijand' klaar. Een salade met Zeeuwse oesters en vlees van boorders. „Je bent wel even bezig om ze uit het schelpje te krijgen, maar dan heb je ook wat. Ik vergelijk de smaak met kokkel en wulk; maar dan iets steviger. Ook lekker in bijvoor beeld een vissoep." De YE-123 is ondertussen aangeko men bij één van de percelen van Boertjes. Met een duw tegen de hen del laat hij zijn glimmende oester- boorderkorren op de bodem zakken. Drie aalscholvers die één van de vier bakens rond zijn zoute akker krom laten buigen vliegen op. „Hier liggen 300.000 oesters van een jaar oud. Die heb ik er pas neergelegd toen de bo dem honderd procent schoon was. Je kon er met blote voeten over lopen. Schoner dan het strand, zeiden mijn collega's." De methode van Boertjes is simpel. „Rond het perceel heb ik een vrije zone van vijftig meter breed ge maakt. Ik zorg ervoor dat ik die vrij houd van boorders, zodat ze niet bij de oesters kunnen komen." Hij weet precies hoe vaak en wanneer hij moet schoonmaken. Dit hangt sterk af van de seizoenen: in koude maanden ver stoppen de boorders zich bijvoor beeld in het zand. Boertjes is nog maar vier jaar oes tervisser. Daarvoor werkte hij jaren lang in de bagger, waar hij veel ken nis vergaarde over de zeebodem. „Ik weet nu ook heel veel van de boorder. Vorig jaar zomer heb ik onderzocht hoe ver ze kunnen lopen. Ging ik sa men met mijn drie jongens met laag water naar de oesterbank. Door ste nen neer te leggen, ontdekten we dat ze tweeënhalve meter per dag kun nen afleggen." Na een paar minuten is het schoonmaakrondje compleet. Vaste hulp Erik Veerhoek, in het da gelijks leven mosselhangcultuur- kweker in Bruinisse, haalt de korren binnen en leegt ze in viskisten. „Om te onderzoeken wat de perfecte snel heid is om te vissen, heeft Erik een paar dagen met zuurstofflessen op zijn rug onder water gefilmd." De vangst bestaat maar uit een paar boorders; het bewijs dat hij zijn per ceel goed schoonhoudt. Onderweg naar de thuishaven ver telt Boertjes dat slechts één andere visser de oesterboorderkor gebruikt. Anderen zien meer heil in kweek op tafels, rekken en in kooien en zakken waar de oesterboorders niet bij kun nen. Die 'off bottom'-methodes vra gen hoge investeringen, zijn arbeids intensief en kwetsbaar, zegt Boertjes. „Die tafels zijn bijvoorbeeld niet be stand tegen ijsgang. Afgelopen win ter raakten tachtig tafels kwijt, een deel werd door de kracht van het ijs in de bodem gedrukt." Herpes De grote belangstelling uit binnen- en buitenland - hij heeft al zeventig geïnteresseerde gasten aan boord ge had - sterkt Boertjes dat hij op het goede spoor zit. „De herpes, een an dere grote bedreiging, kan ik niet op lossen. Ik ben nu eenmaal geen dok ter. Maar met de oesterboorderkor valt 80 tot 90 procent van de oesters te redden. Stel je voor dat je met twintig schepen drie dagen daarmee vist. Dan heb je er miljoenen gevan gen." Zover is het nog lang niet. Voorlopig past de handelsvoorraad nog in één geperforeerde ton, die in één van de kreeftenbassins van De Meulemeester hangt. Eigenaar Sas de Koeijer - de tachtig al een tijdje gepasseerd - maakte de allesverwoestende winter van 1963 mee. Hij ziet dat er nu weer een grote crisis dreigt voor de sector. „Aan deze ramp kan gelukkig wat worden ge daan. Het is van enorm belang dat de uitvinding van Nico uitzicht biedt voor de oestersector. Het is niet te be grijpen dat deze reddende hand niet door meer kwekers wordt gegrepen." Hoewel zijn vinding nog niet mas saal wordt omarmd, is Boertjes vast beraden om door te zetten. „Niks is makkelijk in deze sector. Zeker iets nieuws beginnen niet. Maar door te genslagen ben ik alleen maar meer gebrand om mijn doel te bereiken." zaterdag 15 september 2018 GO Joeri Wisse Chef-kok Leon van der Heijden onder zoekt de mogelijkheid om het vlees van de oesterboorder te ver werken voor con sumptie, zoals in het gerecht 'vriend en vij and'. - Léon van der Heijden, chef-kok - Sas de Koeijer, eigenaar De Meulemeester

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 48