Mode Kostte een beetje broek in de jaren tachtig al gauw 100 gulden, tegenwoordig koop je er uijf voor dat geld. En dat doen we dus ook. Tijd voor een kledingdieet realiseert grootverbruiker Annet de Groot zich. k heb een dubbele hangkast vol blouses, rokken, jurken, hangbroeken die kreuken als je ze opvouwt en vestjes, soms drie op één hangertje, met daarboven nog een plank met kleren om in te sporten. En ik heb een kastje met lades voor sokken, ondergoed en gekleurde hemdjes. Van de Chinese linnenkast is alleen de onder ste plank gevuld met linnen. Op de an dere liggen jacks, lange broeken, stapels T-shirts (ook historische; zou dat voor de gein gekochte exemplaar met een foto van Peter en Arnie uit GTST inmiddels iets waard zijn?) en truien - waaronder ook écht dikke die ik bijna nooit draag. Veel te warm in deze tijden van overal cv, en bovendien passen ze niet onder mijn jassen. Jassen, waarvan er voor dit seizoen zo'n tien aan de kapstok hangen. Dan heb ik nog een inloopkast, waarin twee planken zijn gevuld met handtas sen. Een hele wand wordt in beslag ge nomen door schoenen en o ja, er staat ook nog een kledingrek met winterjas sen, mooie jurken, kleren met sentimen tele waarde, japonnetjes en bloesjes die ik nu niet draag (en soms al twintig jaar niet heb aangeraakt), maar waarvan ik denk dat ik ze in de toekomst nog zeker aantrek. Ineens heet die oude garderobe 'vintage'. Wordt een kledingstuk toch niet op nieuw modieus of ben ik er intussen te oud voor, dan komen die opvallende items wel van pas voor verkleedfeestjes. Verkleden deed ik als kleuter al graag. De hele vakantie in Warnsveld liep ik als 8-jarige in een kinderklederdrachtpakje van het buurmeisje. Het witsatijnen bruidsmeisjesjurkje dat ik als 4-jarige aan mocht op de brui loft van mijn tante, trok ik als 6-jarige ook nog zo vaak mogelijk aan - tot ik écht uit de naden barstte. Als puber droeg ik mijn moeders trouwschoenen-met-naaldhak. Later voelde ik me aangetrokken tot de waanzin van punk en new wave. Ik struinde rommelmarkten en ob scure winkeltjes af om zo origineel mo gelijk uit de hoek te komen. En ja, dié kleren, die begin jaren 80 dus al twee dehands waren, die heb ik nog steeds - bijvoorbeeld die witte jarenvijftigblouse- jes. Ik had er laatst nog een aan. Ik ben niet de enige met een kledingtic. De gemiddelde Nederlandse kledingkast herbergt 173 kledingstukken, bleek vorig jaar uit een onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Daarvan zijn ge middeld vijftig stuks al meer dan een jaar ongebruikt. Nou, daar zit ik dik overheen. Fashionista's Lekker gemaakt door modebladen, fashi onista's op straat en knallende etalages koop ik veel te vaak nieuwe kleren, daar bij gestimuleerd door de lage prijzen van de eeuwigdurende uitverkoop bij H&M, Zara en River Island. En had ik al verteld dat ik achter een Amsterdamse dagmarkt woon? Met veel kledingverkopers. Ter wijl ik al zoveel heb! Ik plunder ook alle tweedehandszaken. In mijn buurt heeft de laatste jaren een explosie plaatsgevon den van tweedehands verkoop: van kringloopwinkels tot betaal-per-kilo- zaken en winkeltjes met best goede en wat exclusievere spullen. Waar ik - o, iro nie - soms H&M-kleding zie hangen die ik nog in mijn dagelijkse garderobe voer. Aan de andere kant ben ik geen achte loze consument die de boel na gedane zaken in de vuilnisbak flikkert. Ik heb de oorlog nog meegemaakt (dat is niet waar, magazine 23 KLEDING w Folo's DESIREE SCHIPPERS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 89