5
denkt dat moeder Armina de voor
bije maanden een andere prioriteit
had. „Ze heeft veel energie gebruikt
om haar kinderen in Nederland te
houden. Daar heeft ze vast een goede
reden voor. Maar in het afgelopen jaar
hadden we allang een school kunnen
regelen, extra taallessen, eventueel
ook opvang. We hebben talloze keren
geprobeerd contact met haar te krij
gen, maar ze heeft nooit gereageerd.
We weten nog niet of ze onze hulp
wil."
Ook medewerker Karo kent het
verhaal van 'de kinderen uit Hol
land', zoals ze hier worden genoemd.
„Ik weet zeker dat we ze kunnen hel
pen", zegt Karo. „We hebben hier
ook kinderen uit Syrië, die komen
met nog veel heftigere ervaringen
naar Armenië. Maar ze doen het
goed. Geloof me, dit is een goed land
om op te groeien."
Toch kan ook de grootste Ar
meense optimist niet ontkennen dat
het verschil tussen Nederland en Ar
menië groot is. Niet voor niets vroe
gen in de afgelopen twee jaar nog 200
Ik hoop vooral
dat ze zich
vanaf nu zullen
richten op hun
nieuwe leven
in Armenië
Armeniërs asiel aan in ons land. De
werkloosheid is hoog, het gemid
delde inkomen laag: volgens de VN
leeft een derde van de bevolking on
der de armoedegrens.
Engelstalig
En er is weinig hoop op verbetering.
De politieke staat van het land is mi
serabel, zegt Kaukasus-expert
Michael Kemper, hoogleraar aan de
Universiteit van Amsterdam. Groot
ste probleem: de slechte verhouding
met Turkije en met Azerbeidzjan,
waarmee het in de jaren negentig een
jarenlange oorlog uitvocht.
Door die conflicten ligt het land
compleet geïsoleerd en is handel
moeilijk. „Armenië is volledig afhan
kelijk van Rusland", zegt Kemper.
„Zowel qua veiligheid als econo
misch." De gevolgen zijn voor veel
Armeniërs pijnlijk voelbaar. Kemper:
„Niemand sterft van de honger, maar
dat is mede te danken aan het feit dat
familieleden elkaar helpen. De ver
borgen werkloosheid is enorm."
Slechts goed onderwijs kan Lili en
Howick helpen om aan die armoede
te ontsnappen en een goed leven op
te bouwen in Yerevan, zoals ze dat zo
graag in Nederland hadden willen
doen. Deze week bezocht moeder
Armina verschillende scholen in de
stad, samen met een medewerker
van voogdij-instelling Nidos, in de
hoop op een plekje. Nergens bleek
plaats. „De kinderen spreken geen
woord Armeens", zegt Lucine Bush,
directrice van Mkhitar Sebastaci, een
goed aangeschreven school buiten
het centrum. Van buiten een met
graffiti besmeurde bunker, van bin
nen een keurige school met ruim op
gezette lokalen.
„We zouden de kinderen dolgraag
helpen", roept de directrice boven
het vrolijke gegil van honderden kin
deren uit - het is net pauze. „Maar we
kunnen lang niet alle vakken in het
Engels geven. En Armeens is geen
taal die je zomaar even leert, het
heeft een eigen alfabet en lijkt in
niets op Nederlands of Engels. Ik heb
de moeder moeten teleurstellen."
Er is maar één school die wél En
gelstalig onderwijs biedt: QSI, een
internationale school voor kinderen
van expats, sinds 2oro gevestigd in
een fonkelnieuw paleisje net buiten
Yerevan. Ook hier kwam Armina
deze week langs. De school heeft al
les wat Lili en Howick nodig hebben:
Engelstalig onderwijs, gegeven door
docenten uit Amerika aan leerlingen
uit tientallen landen. This is a great
day to learn something new, staat op
een groot bord bij de ingang.
Er is maar één probleem: geld. „Wij
vragen voor ons onderwijs 24.700
dollar", zegt officemanager Astrik
Ohanyan vriendelijk. „Per kind. Per
jaar." Dat is betaalbaar voor ambassa
deurs en buitenlandse topbestuur
ders, maar onmogelijk op te hoesten
door de moeder van Lili en Howick,
die van de Nederlandse overheid
drieduizend euro krijgt om haar kin
deren onderwijs en huisvesting te
bieden. Ook hier droop moeder Ar
mina deze week dus zonder resultaat
af, vertelt Ohanyan. „Ik vind het een
trieste situatie. Wij hadden graag een
andere school geadviseerd, maar we
weten hier ook geen oplossing voor."
Overstap
Inmiddels is het Armeense ministe
rie van onderwijs druk bezig om als
nog een oplossing te vinden, moge
lijk in de vorm van een tolk die de
kinderen met enige regelmaat zal bij
staan tijdens lessen, gecombineerd
met een intensieve taalcursus. Die
oplossing komt er uiteindelijk wel,
denkt Mira Antonyan. „Ik hoop
vooral dat ze zich vanaf nu zullen
richten op hun nieuwe leven in Ar
menië. Want hier ligt hun toe
komst." En die toekomst kan wel de
gelijk mooi zijn, benadrukt ze nog
maar eens. „Natuurlijk is het hier
moeilijk om aan een baan te komen.
En ja, de standaard ligt vast lager dan
in Europa. Maar iedereen die ik ken,
is hier gelukkig. Het is veel beter dan
20 jaar geleden."
De overstap naar een andere cul
tuur zal zwaar zijn voor Lili en Ho
wick, denkt ook Antonyan. „Maar
daar krijgen heel veel kinderen mee
te maken. Kinderen zijn vaak flexibe
ler dan volwassenen, weet u. Ze ma
ken nieuwe vriendjes, en houden via
sociale media contact met hun oude.
Als ze maar goed onderwijs krijgen,
en een goede thuisbasis."
Die thuisbasis wil ze Lili en Howick
bieden in haar instelling. Maar ze
hoopt dat het niet nodig is, zegt de op-
vangdirecteur. „Weet u: Nederland of
Armenië, dat maakt uiteindelijk niet
zoveel uit. Voor kinderen is maar één
plek echt veilig. Bij hun moeder."
zaterdag 8 september 2018
De omgeving van het opvangcentrum.
- Mira Antonyan,
hoofd van het FAR
Children's Centre