Ifl
m.
7
TABOE PEDOFILIE
Wat móét je nou
als je verliefd
wordt op kinderen,
daar niks mee doet,
zwaar gefrustreerd
raakt en er ook nog
eens met niemand
over kunt praten?
Edwin (26) wilde
dood. Sinds vier
maanden zoekt
hij een oplossing.
„Het gaat altijd over
mensen die iets
hebben misdaan."
'■-W
I oen hij een jaar
I of twaalf was,
merkte Edwin het
voor het eerst, dat
hij verliefd kan
worden op kinde
ren. „Op broertjes
en zusjes van vrienden. Zo begon
het. Het leeftijdsverschil was toen
natuurlijk nog niet zo groot." Maar
terwijl Edwin ouder werd, ging de
leeftijdsgrens voor zijn verliefdhe
den niet omhoog.
Lang sprak hij daar met nie
mand over. Nu alleen met zijn
moeder en een therapeut. En de
krant. Stiknerveus komt hij op de
afgesproken plek, bijna hyperven
tilerend. Regelmatig slaat hij zijn
armen om zichzelf heen, alsof hij
zich wil beschermen. Edwin zoekt
constant naar woorden om uit te
leggen hoe het toch kan dat hij op
kinderen valt, voor zover hij dat
zelf begrijpt. Dat het één grote
worsteling is. En een constante
vorm van liefdesverdriet. „Want
zodra je een kind leuk vindt, weet
je ook meteen dat het niet kan en
nooit zal kunnen. Daardoor wéét
je dat je verliefd bent."
En door de vlinders in zijn buik.
„Ik kan ook verliefd worden op
een kind van acht. Omdat ik het
aardig vind. Omdat we allebei van
gamen houden of andere interes
ses delen." En ja, dan voelt hij alles
wat bij een gewone verliefdheid
hoort. Dus ook lust. „Ik zie dat als
een soort foutje in mijn herse
nen."
Terwijl Edwin opgroeide als pu
ber namen de frustraties alleen
maar toe. Toen realiseerde hij zich
steeds meer dat hij 'iets' had wat
echt niet kan. Gevoelens waar hij
Ik kan verliefd
worden op een kind
van acht. Ik zie dat
als een soort foutje
in mijn hersenen
nooit invulling aan kan geven en
ook nog eens met niemand over
kan praten, bang om uitgekotst te
worden. „Je vreest het ergste. Dat
je verstoten zal worden. Het was
zo erg dat ik echt ging denken:
misschien pas ik dan wel gewoon
niet in dit leven, misschien is het
leven gewoon niet voor mij weg
gelegd. Ja, zelfmoord, daaraan heb
ik zeker gedacht."
Maar toen werd hij, zestien jaar
oud, dan toch verliefd op een leef
tijdsgenoot. Het was, bevestigt hij,
een soort godsgeschenk. „Ik zie dat
toch als een soort uitweg: als ik
nou maar een relatie met iemand
anders kan krijgen, dan verdwijnt
dat andere misschien wel." Maar
dat elke potentiële relatie met een
leeftijdsgenoot sinds die ene keer
strandde voordat die begon - 'ze
wilden dan toch niks met me' -
helpt niet.
Praten wel, merkt Edwin sinds
kort. Nog maar vier maanden gele
den deelde hij zijn grootste ge
heim, met zijn moeder. „Dat
moest wel, ik was gewoon niet
meer te genieten thuis. Mijn moe
der zette me min of meer tegen de
muur: 'En nou wil ik weten wat er
aan de hand is.' Eerst loog ik er nog
over, maar ik dacht: dit heeft ook
geen zin. En toen gooide ik het er
in één keer uit: ik val op kinderen,
al weet ik de exacte woorden echt
niet meer. Ja, toen was het even
stil. Ze dacht eigenlijk dat ik homo
was en dat niet durfde te vertellen.
Ik heb haar moeten beloven dat ik
er nooit aan zou toegeven."
Er verschijnt een flauwe lach op
zijn gezicht: „Op de een of andere
manier vinden mensen dat gerust
stellend, als ik dat beloof." Maar hij
heeft het zichzelf al heel lang inge
prent: het kan niet en het mag
niet. Hij weet: als ik hieraan toe
geef, dan doe ik die kinderen
pijn. „Die snappen helemaal
4 ''- niet wat ze overkomt."
Zijn moeder wilde,
éiste dat hij naar de
huisarts zou gaan. Dat
resulteerde in twee
maanden zoeken naar
een goede therapeut.
Hij hoopt maar dat het
niet zo lang geduurd
zou hebben als hij in
plaats van in de iet zou
werken op, laten we
zeggen, een peuter
school. Samen met zijn
behandelaar stuurt Edwin
nu in de richting van nor
male relaties, hopend dat die
voldoende voor hem kunnen
zijn. „Ik wil zo graag over straat
kunnen lopen zonder gevoelens
voor kinderen te krijgen. Dat het
me niet stoort in mijn leven."
En wat zou Edwin graag met
meer mensen praten over wat hem
mankeert. Soms wikt hij. Stel dat
hij een van zijn beste kameraden
in vertrouwen zou nemen? „Het
zou alleen al fijn zijn als je er met
vrienden over kunt praten. Dat
zou een deel van de druk eraf ha
len. Ik wil niet met lotgenoten
praten. Ik ben echt als de dood dat
zij me de andere kant op zouden
trekken. Daarom kijk ik ook geen
kinderporno. Ik ben bang dat ik
dan toch de deur voor mezelf een
beetje openzet. Van: als zij dat
doen, dan kan ik misschien ook."
Uitgekotst
„Pedofilie zal altijd een taboe blij
ven, maar het zou ideaal zijn als je
het gevoel hebt dat je niet metéén
overal wordt uitgekotst, dat men
sen snappen dat iemand die deze
gevoelens heeft echt niet zomaar
aan kinderen gaat zitten. Net als
dat iemand die vertelt dat-ie homo
is, ook niet meteen aan z'n vrien
den gaat zitten. Zo'n figuur als Jos
Brech maakt me razend. Dan denk
ik echt van: wat dóé je nou,
waaróm doe je dat? Hij zoekt kin
deren heel actief op. Ik niet. Ik
vind het belangrijk dat mensen
weten dat niet iedereen is zoals
een Jos Brech. Als erover geschre
ven wordt, gaat het altijd over
mensen die iets hebben misdaan.
Daarom ben ik hier ook, om daar
over te vertellen."
Edwin heeft het ook niet zo ge
wild. Was hij maar normaal. Kan
hij maar normaal worden.
Edwin is een gefingeerde naam.
Zijn echte naam en gegevens zijn bij
de redactie bekend en nagegaan.
donderdag 6 september 2018
GO
'Jos Brech maakt me razend,
ook al val ik ook op kinderen'
Victor Schildkamp
Carla van der Wal
V
- Edwin (26)
Zie ook pagina 15:
Afwachten of Brech gaat praten