8
ENGELANDVAARDER RUDI HEMMES
Voor de allerlaatste keer komen
vandaag zo'n tien Engelandvaarders
bij elkaar. De mannen die in de Tweede
Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven
de oversteek naar Engeland waagden
om mee te vechten met de geallieerden,
worden te oud om elkaar nog langer te
ontmoeten.
Rudi Hemmes (95)
zit op de bank in
zijn Haagse bene
denwoning. Op het
tafeltje naast hem
staat een foto van
prins Bernhard, de
beschermheer van de Engelandvaar
ders. Hij kan zichzelf even niet uit
staan. Hoe heette dat plaatsje in Por
tugal nu ook alweer, waar hij en zijn
jeugdvriend Bob Tusenius terecht
kwamen na een levensgevaarlijke
trektocht door bezet Europa en van-
waaruit ze de oversteek waagden
naar Engeland? Het was het enige
adres dat Hemmes altijd heeft ont
houden en dat hij zo kon opdreunen.
Hij peinst. En peinst. Maar hoe hard
de oud-Engelandvaarder het ook pro
beert; zijn geheugen laat hem in de
steek.
Het is, tot frustratie van Hemmes,
een van de ongemakken van het ou
der worden en precies de reden
waarom het Genootschap Engeland
vaarders vandaag voor de allerlaatste
keer bij elkaar komt. Vele van de ooit
1700 verzetshelden zijn hun al ont
vallen, tijdens de oversteek in de
Tweede Wereldoorlog of in de jaren
erna. Lang was er nog een groep van
zo'n zestig Engelandvaarders die el
kaar elk jaar opzocht. Alleen werden
dat er de laatste jaren in rap tempo
mmder. De ongeveer tien Engeland
vaarders die nog leven, zijn allemaal
95-plus. „En dan ik ben nog een van
de fitste", lacht Hemmes.
Eigenlijk wilde het Genootschap in
2013 al stoppen. Maar die 'laatste' reü
nie bleek zo gezellig, dat ze het vol
gende jaar toch weer bij elkaar kwa
men. En het jaar daarop. En daarop.
Maar nu is het echt de allerlaatste
keer, verzekert Hemmes. „Het is
mooi geweest. Sommigen kunnen
zich nauwelijks nog verroeren. Voor
wie doen we het dan nog? Dan moe
ten we realistisch zijn en er gewoon
mee stoppen."
Wat volgens Hemmes niet bete
kent dat de verhalen van de Enge
landvaarders niet meer verteld moe
ten worden. Juist wel. Hemmes reali
seert zich als geen ander dat hij een
van de laatste Nederlanders is die be
wust de oorlog heeft meegemaakt.
Daarom blijft hij - als het maar even
kan - 'ja' zeggen wanneer scholen
hem uitnodigen om iets voor de klas
te komen vertellen. Al checkt hij nu
vooraf wel even of de school niet aan
de andere kant van het land staat.
„Want zo'n lange reis trek ik niet
meer."
Parachutisten
Hemmes vertelt de kinderen dan hoe
belangrijk het is dat je iets moet doen
als je land bezet wordt. Over hoe hij
zelf nog maar 16 jaar was toen hij de
Duitse parachutisten zag vliegen bo-
ven Den Haag. „Machtig mooi vond
ik dat om te zien."
Totdat het besef kwam dat de Duit
sers eropuit waren om Nederland te
bezetten. Dat ze grote schoften wa
ren, omdat ze op 14 mei 1940 Rotter
dam bombardeerden terwijl Neder
land zich die ochtend al had overge
geven. Dat ze het bezit van de radio
verboden. Dat er overal blokkades
werden opgeworpen. „Dat vond ik
zulke rotstreken dat ik ze steeds meer
ging haten en er iets tegen wilde
doen."
Hemmes nam zich voor om zich
tegen alles wat Duits was te verzet
ten. Dat begon met kleine pesterij
tjes, zoals het gooien van suiker
klontjes in benzinetanks van Duitse
woensdag 29 augustus 2018
'Ik zag die Britse
bommenwerpers.
Daar moest I
ik bij zijn' Tl
Raymond Boere
Den Haag
Rudi Hem
mes beseft
dat hij een van
de laatste Ne
derlanders is
die de oorlog
bewust heeft
meegemaakt.
FOTO FRANKJANSEN