Voordevorm deed de verkoperde motorkap open en mijn vader en ik knikten hen leven in auto's Susanne den Boer (41) is pas aan haar vierde auto toe, maar kocht tussentijds samen met haar vriend impulsief nog wel een Amerikaanse camperbus die hij opknapte, maar die waarschijnlijk nooit af is. 2002 1999 Een witte Peugeot 205, dat was mijn eerste autootje. Ik kocht hem voor 750 gulden van een particulier in Breda. Samen met mijn vader, die de ballen verstand heeft van au to's, ging ik af op een adver tentie in de krant. Het was liefde op het eerste gezicht: mijn eigen kleine, witte scheurmonster. Dat de Peu geot al 12 jaar oud was kon mij niet deren, hij zag er prima uit. Voor de vorm deed de verkoper de motorkap open en mijn vader en ik knikten. We hadden geen idee wat we zagen, maar er lag in ieder geval een motor in. Na een proefritje was de deal rond. Trots als een pauw reed ik achter mijn vader aan naar huis. Bijna thuis stopte ik bij de friettent voor het avond eten. Toen ik mijn auto weer wilde starten, gebeurde er niets. Nog geen uur na aan schaf hing ik al aan de lijn met een autobedrijf om mijn Peugeot te laten wegslepen. Gestorven accu. Domme pech, concludeerde de gara gehouder. Ik besloot direct lid te worden van de Wegen wacht en dat was maar goed ook. In de jaren die volgden verzoop ik mijn autootje een paar keer bij het starten met de handmatige choke en één keer vond ik hem scheefhan gend terug op de parkeer plaats met een lekke band. Gelukkig zat bij de koop wel een prima 'thuiskomertje' in begrepen. Toen ik voor mijn werk in alle uithoeken van Nederland moest zijn, drong de be hoefte aan een wat meer betrouwbare auto zich al snel op. Tijdens een lunch- wandeling spotte ik bij een autobedrijf een twee jaar oude, knalrode Citroën Saxo. Ik stond direct in vuur en vlam. Met deze auto heb ik vooral gave, vaak nachtelijke ritjes door Nederland ge maakt. Nagenietend van een voetbalwed strijd in Groningen of een handbalduel in Zuid-Limburg. De Saxo vertoonde heel wat minder kuren dan zijn voorganger, maar bood wel hetzelfde parkeergemak: klein maar fijn. Slechts één keer liet de wagen me schrik ken. Ik reed door de binnenstad van Breda toen plots het gaspedaal los op de bodem van de auto lag. Met wat geluk kon ik de wagen nog net een open par keerhaven in sturen. De man van de We genwacht had het nog nooit eerder gezien, maar oordeelde dat het gaspedaal mogelijk was losgeraakt door trillingen. Niet te hard over drempels vliegen was zijn gouden tip. Een advies dat ik eerlijk gezegd niet erg ter harte heb genomen. Niks mis met een krasje of deukje 201 zaterdag 25 augustus 2018 WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 84