ekijk een willekeurig opvoedprogramma en de indruk ontstaat dat opvoeden een olympische sport is. Steven Pont, als deskundige verbonden geweest aan het EO-programma De opvoeders, ziet het meer 'als een wandeltocht die je samen met je kind maakt'. „Bedenk dat kinderen in dezelfde categorie vallen als jij: het zijn mensen. Alleen hebben ze minder kennis en beheersen ze hun impulsen minder goed." Pont stelt dat we 'opvoedkundige hy pochonders' zijn geworden en vaak te gericht bezig met het kind te beheersen. „Tanden poetsen, jas aan. Dat is beheer sen. Dat hoort er natuurlijk bij, maar het is het minst leuke van opvoeden. Veel interessanter is het deel dat hoort bij de ontwikkeling, waarbij je je verdiept in wat er in de ander leeft en probeert daar mee contact te maken. Zeg dus niet tegen je verdrietige kind: 'huil maar niet', maar vraag: 'wat maakt je zo verdrietig?'. Dan kom je te weten wat er in je kind omgaat en maak je verbinding." Alleen de verbinding met anderen kan ons redden van het eenzame 'alles- draait-om-mij-bestaan', vindt Pont. Voor een kinderopvangorganisatie schreef hij onlangs een beleidsplan: Niet alleen op de wereld. Hij pleit daarin voor een betere balans tussen zelfontplooiing en iets betekenen voor een ander. Pont geeft een voorbeeld: „In een van de groepen bij die opvang zit een jongetje met een spier ziekte. Daardoor valt hij steeds om. Wat doen wij? We ontwikkelen een speciaal stoeltje. Maar omdat bij die opvang een cultuur is ontstaan waarin je niét alleen op de wereld bent, had deze groep - het zijn allemaal kinderen onder de 4 jaar - bedacht dat het kindje ook niet omvalt als zij hem om de beurt vasthouden. Die kinderen beseften zelf dat ze belangrijk kunnen zijn voor een ander en dat die verbinding een goed gevoel geeft." „Nee. Néé. Een goeroe weet niet waar zijn of haar kennis vandaan komt. Die etaleert zijn eigen persoon en zegt dingen als: 'de wind is altijd zwakker dan de berg'. Als je je dan thuis afvraagt wat die goeroe pre cies heeft gezegd, geef je er een betekenis aan die bij jouw verhaal past. Dat is niet wat ik doe. Ik baseer me op studie en er varing. Ik lees ook nooit romans, ik vind de vader-zoonrelaties in wetenschappe lijke boeken veel boeiender dan de ver beelding ervan." „Blijvend contact maken met anderen. Ook als het kind erachter komt dat het 't oneens is met de ander." „Door echt te willen horen wat de ander te zeggen heeft. Dat is waar verbinding over gaat. Een kind wil voelen dat het op moeilijke momenten niet wordt verlaten. Als je zegt: 'Ik ben het hartgrondig met je oneens, maar vertel me er alles over', klinkt dat heel anders dan 'Ik ben het hartgrondig met je oneens, dus ik stop met luisteren'. Als het je niet zomaar lukt je te verplaatsen in de ander omdat jij niet voelt waar die ander mee zit, vertaal dan een situatie naar iets uit je eigen be levingswereld. Verplaats je in degene die zegt dat hij nooit meer kan voetballen door dat te vertalen naar de situatie waarin jij nooit meer piano zou kunnen spelen als dat jóuw passie is." „De periode 0 tot 4 en 12 tot t8 zijn turbu lent. Daarin leren ze eerst invoegen en later uitvoegen. Er spelen ook wel eens dingetjes in de periode tussen 4 en 12 jaar, maar dat is over het algemeen de periode waarin je als ouder en kind het meest samen op dezelfde weg zit. Die moeilijke periodes zijn ook de boeiendste periodes. We moeten oppas sen dat we opvoeding niet zien als een stapeltje opdrachten die we moeten vol brengen. Opvoeden is boeiend, zelfs als het niet leuk is. Wij geven als opvoeders de klei. Voor de finesses van het beeld dat een kind ervan kneedt, is het belangrijk dat ouders op een gegeven moment niet meer te veel meekneden. Juist dat op tijd loslaten is een grote blijk van verbinding. Dat klinkt magisch. Voelt u zich een opvoedgoeroe? Wat is het belangrijkste dat je een kind kunt leren? Hoe doe je dat? Wat is de moeilijkste leeftijd bij kinderen? 101 zaterdag 25 augustus 2018

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 74