8 JOKE BORST 1929-2018 Het stilletjes overlijden van Joke, de moeder van Hugo Borst, voelt als een verlossing. De weg ernaartoe was gruwelijk, niet het einde. Haar zoon beschrijft de laatste dagen van het leven van zijn lieve, lieve ma. Zondag 12 augustus Ma ligt in de vertrouwde foetushou ding op haar anti-doorligmatras. Ze ademt hoog en onregelmatig. Ze re ageert niet op woorden en aanrakin gen. Volgens mij heeft ma koorts, ze voelt klam aan. Ik leg een gekoeld washandje op haar voorhoofd. „Za lig", zegt ze. Niets zo fijn als je moe der te behagen. Middaglicht valt hard door de gor dijnen. Wat voor kleur heeft de dood? Is ie van marmer? Geel? Grijs? Gebro ken wit? Melkachtig? Doorschijnend wit? Ma is niet lijkbleek, maar deze onbestemde kleurschakering lijkt me een voorbode. Ik app naar Karina, mijn vrouw: 'Dit kan gewoon niet langer duren dan een maand.' Maandag 13 augustus Mijn broer is laat in de middag bij ma op bezoek. Hij belt. Er is een ontste king vastgesteld, waarschijnlijk long ontsteking. „Eindelijk", zeg ik tegen Karina. „Laat dit de vluchtroute zijn." Laurens heeft aan de arts nog eens bevestigd: geen antibiotica! Er is een tijd dat je heel bang bent dat je moeder doodgaat. Bij mij speelde dat rond mijn 11de. Er kwam zelfs een jeugdpsychiater aan te pas. De angst heeft best lang geduurd, maar is bezworen, en - dat zal je al tijd zien - tenslotte wordt je moeder veel te oud. De angst is omgekeerd. Het is een diep medelijden gewor den. De laatste drie maanden ben ik boos over haar metamorfose. Ik snak naar haar verlossing. Laat het vanavond zijn: exact tien jaar geleden stierf ma's jeugdliefde Henk. Ze zei destijds: „Wat moet ik zonder die man? Ik voel me gehal veerd." Van die helft weegt ze tien jaar later nog maar een kwart. Ik los mijn broer af. Vanaf nu is ma terminaal, zegt de arts. Naast ma's bed is een mobiel kastje gezet met een apparaat dat zwevende vlinders op de muur projecteert. Timothy Leary en John Lennon zouden het te gek hebben gevonden. Ma's ogen blij ven gesloten, ik geniet van de kalme rende werking. In ma's oor fluister ik weer: „Ga maar, ma. Ik hou van je. Het is mooi geweest zo. Dit is geen leven meer. Het is klaar. Laat het los. Ga maar naar Henk." Dat laatste is onzin, pa is nergens, woont alleen nog in onze gedachten. Dinsdag 14 augustus Hoge kinderstemmen. De zoete in val, 's middags. Achterkleinkinderen, kleinkinderen, schoondochters, zoons zijn op bezoek. Fotograaf en vriendin van de familie Margi Geer links legt vast hoe Moos (3) stralend oma's dunne haren kamt. Balou (5) speelt met haar broertje rond het bed. De ernst ontgaat de achterkleinkin deren, de kleinkinderen laten tranen. Vanmorgen heeft ma gedronken. Telkens als ze wakker is, wordt haar water aangeboden. Ze leek geen pijn te hebben - pak van ons hart. Ma hoeft nog geen morfine of dormi- cum, medicatie die het versterven bespoedigt. Arts, kwaliteitsverpleeg- kundige, ma's vertrouwde verzor genden, niemand spreekt zich expli ciet uit over hoe lang het nog gaat du ren, maar doorvragend zou het een dag kunnen zijn, een paar dagen, zelfs een week, maar niet langer. Met 35 kilo heb je geen reserves. Ineens gaan haar ogen wijd open. Beetje eng gezicht wel. Ik probeer in haar zichtveld te komen. Ze kijkt door me heen. Woensdag 15 augustus Laurens appt rond het middaguur: 'Arts langs geweest, constateert dat het beter gaat en dat herstel zelfs tot de mogelijkheden hoort.' Ma heeft wat gedronken, er is een beetje vla naar binnen gelepeld. Thuis zeg ik: „Ze overleeft godver- domme hittegolven en longontste kingen." Je moedertje zien verdwalen is pijn lijk. De eerste keer in een inconti nentieluier. Te horen (ze heeft een blauw oog) dat ze is gevallen. Haar wartaal horen fluisteren. Het graaien in haar eten. Haar naar haar overle den echtgenoot horen vragen en naar haar moeder. Daar had ik alle maal moeite mee. Maar het werd nog erger. Je moeder die niet mocht ster ven hangt scheef en krom in haar rolstoel. Haar handen zijn zo mis vormd (verkramping) dat ze niet zelf kan eten, daar moet je haar bij hel pen. En dan, recent: ze geeft geen knipoogjes meer. Die vond ik altijd zo schattig. Weet ze nog wel wie ik ben? De verzorgende wijst naar door- ligwondjes. Ik zie haar in een flits in haar nakie. Ma ziet eruit als een Biaf- raan met hongersnood. Dat gesprek met een bekende komt boven. Uit verdriet en wanhoop overwoog hij serieus zijn lijdende moeder te smo ren met een hoofdkussen. Heb ik ook weieens aan gedacht, maar nooit overwogen. Ik zal niet beweren dat ma mazzel heeft gehad, maar voor ie mand in de laatste fase van alzheimer viel, valt het mee. Pijn, benauwdheid, angst, het lijkt ma allemaal bespaard te blijven. Laurens, zijn vrouw Jackie, Karina, ik. Om en om houden we de wacht. De avond is voor mij. Tien minuten na dat ma verzorgd is, heeft ze pijn. Ze is plots klaarwakker. Haar ogen staan angstig. Ze houdt haar adem in en stoot die daarna steeds met kracht uit. „Geef mij nou", zegt ze. Drie woorden achter elkaar. Dat is weken geleden. Ik aai over haar bolle tje. „Grote stil..." „Ik ga iemand halen, ma." De verpleegkundige ziet mijn moe der pijn hebben. Hij dient haar met een injectie 5 milligram morfine toe. Hij ziet ook haar onrust en verdwijnt met de mededeling zo terug te ko men. „Je hoeft niet bang te zijn, ma." Ik pak haar hand. Ze zegt: „Kom gauw." En 'erg'. Ze kreunt. Ik zeg dat ze moet gaan sla pen en ze zegt eerst „Ja!" en een paar seconden later „Slapen." Ze kreunt. „Geef me..." „Rustig moedertje." Haar borstkas rijst hoog op. Ik hou haar hand stevig vast. Ze houdt haar adem vast. „Meer..." De verpleegkundige is terug. Hij in jecteert dormicum, ik geloof 5 milli gram. Het kan 20 minuten duren, zegt hij, maar binnen ro minuten glijdt ma weg in een diepe slaap. Be sloten wordt om de morfine om de vier uur te blijven geven. Dat bete kent dat ma niet meer wakker zal worden (en dus ook niet meer eet en drinkt). Gelukkig, het begin van het einde. Die nacht blijf ik bij haar sla pen op een opklapbed. g maandag 20 augustus 2018 GO De laatste aai over ma's bolletje Hugo, ma en Laurens Borst. FOTO'S MARGI GEERLINKS CD CD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 8