'IK WIL ME PAS AAN DE LIEFDE OVERGEVEN ALS IK IEMAND EEN TIJD KEN' 'DANSEN IS MIJN MANIER VAN PRATEN, IK KAN ER ALLESIN KWIJT' langs krottige huizen, waar mensen die ooit een gewoon leven leidden, maar ook kinderen die enkel oorlog kennen, probe ren een bestaan op te bouwen. Het land met 6 miljoen inwoners telt ook ongeveer 1,1 miljoen geregistreerde Syrische vluch telingen. „Op zulke plekken wil ik een licht zijn, al word ik heel zenuwachtig als ik aan het begin van zo'n reis te horen krijg dat de kans groot is dat er bommen zullen vallen. Ik weet hoe vluchtelingen zich voelen. Alsof ze niet meer zijn dan dat, alsof ze er niet toe doen. Je wordt in een hokje gestopt, maar je kunt daar uitbreken. Het is hard werken, dat heb ik ook gedaan. Als je zo veel vreselijks hebt meegemaakt, kun je een slachtoffer worden. Maar je kunt van je verleden ook je kracht maken." Zeker met een steuntje in de rug. „Ik vind het fantastisch te zien hoe War Child kinderen via tabiets laat leren, op hun eigen niveau. Ze worden er niet op gewezen dat ze een achterstand hebben opgelopen, ze maken de stof die bij ze past. Zo kunnen ze een toekomst opbou wen." DePrince wil haar reiservaringen delen tijdens het War Child Gala dat volgende zomer in Nederland plaatsvindt. „Toen mijn achillespees scheurde, vond ik dat verschrikkelijk. Maar het bleek a blessing in disguise. Ik had eindelijk tijd voor een reis zoals die naar Libanon, en voor het organiseren van het gala." Evengoed snakt ze ernaar zich nu weer aan ballet over te geven. Dansen was haar houvast, altijd, overal. „Het was enorm pijnlijk dat te verliezen. Dansen is mijn manier van praten, ik kan er alles in kwijt. Ik kan me niet laten overmannen door emoties - als ik begin te huilen, kan ik het podium niet meer zien - maar ik kan wel de grenzen opzoeken en delen wat ik voel. Zo lukt het mensen te raken. Door mijn ervaringen aan te boren, breng ik een gevoel over." De scheur in haar achillespees gaf haar ook de kans haar verleden recht aan te kijken. Michaela slaapt weer; meestal dan. En als het in het donker toch misgaat, weet ze wat ze moet doen. Dan pakt ze de steen die ze tijdens haar therapie heeft gekregen en houdt die in haar hand. Met haar voeten - er werd gezegd dat ze onge schikt waren om te dansen, te plat, maar ze zijn door training gevormd tot ultieme instrumenten - zoekt ze dan de grond. Niet met haar tenen, maar met de hele zool. „Je bent hier, zeg ik dan tegen mezelf, om met je voeten te voelen dat ik niet langer in Siërra Leone ben. Met mijn hand knijp ik in de steen. Die neem ik overal mee naartoe. En ik mediteer. Ik zal nog lang therapie moeten volgen, maar het gaat steeds beter. Na de reis naar Libanon heb ik weer een nachtmerrie gehad. Maar het was er maar één en daarna kon ik verder." Zo komt er steeds meer ruimte voor al haar andere dromen. Van een gezin bij voorbeeld. „Ik wil me pas aan de liefde overgeven als ik iemand al een tijd ken. Ik wil in staat zijn te vertrouwen." Ooit zal ze teruggaan naar Siërra Leone en er een school voor de kunsten beginnen. „Als ik er klaar voor ben, zal ik gaan, om mijn erfenis te verwezenlijken." Als ze haar ogen sluit, ziet ze zichzelf staan. „Dan kom ik langs om naar de studenten te kijken, op een plek waar ze veilig zijn en zichzelf kunnen ontwikkelen. Dan ben ik nog kleiner dan nu, met veel meer grijs haar - de vitiligo zorgt dat ik nu al grijze plukken heb." Maar eerst zijn er de wensen van nu. Ze wil de witte zwaan worden, die het publiek in vervoering brengt. „Ik wil niet alleen technisch perfect dansen. Ik wil in elke beweging emotie kunnen leggen." Als ze haar arm sierlijk beweegt, lichten haar ogen op. Nu ze de zware trainingen tegemoet gaat, zal haar lichaam weer zo worden als het was. Peziger, nog slanker. Gelukkig ook, als ze weer kan doen waar ze zo van houdt. Straks kan Michaela weer communiceren zoals ze dat gewend is. „In de dans ligt alles: mijn verleden, het heden, de toekomst." Michaela is wijzer geworden, in de blessuretijd. „Ik verzamel mensen om me heen die me niet het gevoel geven dat ik raar ben als ik mijn angsten deel. Ik heb een handjevol vrienden met wie ik de diepte in kan gaan. Het is alsof ik een rug zak met me meedroeg, waarin al mijn er varingen zaten. Ik kon hem amper nog tillen, zeulde hem mee, maar nu wordt hij almaar lichter. Het is een handtas ge worden, die ik goed mee kan dragen." II magazine 13 De foto's werden gemaakt in Museum Voorlinden in Wassenaar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 77