Knoop om, die hoofddoek
Ogen dicht en eten voor het vaderland
Dat geldt niet in de laatste plaats voor de
kleding. Korte broek of rok, lekker luchtig
shirt, daaronder een paar outdoorsanda-
len en liefst een pet op het hoofd met
een flinke klep tegen de zon. Tussen de
elegant geklede Francaises op de boule
vard van Nice ziet dat er wereldvreemd
uit, maar goed, daar doe je verder nie
mand kwaad mee.
Nu de wereld kleiner wordt en verre
bestemmingen bereikbaarder, is het
vakantiekostuum ook vaker te zien op
plekken waar dat minder goed past. Een
tempel of moskee kom je er niet mee
binnen, maar niemand die je erop
aanspreekt als je ermee door een
plattelandsdorpje in Turkije loopt.
De fatsoenlijke reiziger schept er juist
eer in om zich aan te passen aan de ge
bruiken op de bestemming. Hoofddoek
op, armen bedekt, lange broek aan,
schoenen uit zodra je ergens naar binnen
gaat. Natuurlijk doe je dat. Je bent
tenslotte ergens te gast. En als het je niet
bevalt, kies je voor een ander reisdoel.
De wereld is groot genoeg.
Maar het begint nu toch
een beetje te wringen.
De toenemende
tweespalt in de we
reld brengt zelfs de
fatsoenlijke reizi
ger een tikkeltje uit
balans. Want ja, hoe
werkt het in omgekeerde richting? Hoe
gedragen de bezoekers uit bijvoorbeeld
streng geïslamiseerde landen zich als ze
naar Nederland komen? Ze hoeven niet
aan het bier en de nederwiet, maar
hoeveel respect is er voor onze waarden,
normen en gebruiken?
De fatsoenlijke reiziger weet het niet
meer zo goed. Nou ja, eigenlijk wel. Hij
blijft gewoon zijn respect tonen en hij
hoopt dat het omgekeerd ook gebeurt.
Het is namelijk normaal om met zorg te
genieten van de geboden gastvrijheid,
dus stap je niet zomaar in korte broek een
kerk of moskee binnen, houd je bij de
kledingkeuze rekening met gevoelig
heden en vraag je mensen om toestem
ming als je een foto van hen wil maken.
Als anderen zich in Nederland of waar
dan ook niet wensen aan te passen, dan
zijn het beroerde reizigers.
Uitgenodigd bij een Inuit-familie in
het hoge noorden van Canada. De
reiziger is licht euforisch, want wie
krijgt die kans nou? Als kind verslond
hij boeken over deze bijzondere mensen,
die toen nog Eskimo's werden genoemd
- 'eters van rauw vlees'. Goed, in iglo's
wonen ze allang niet meer, maar hun
woonplek is onveranderd desolaat, om
ringd door honderden kilometers leegte.
Als de reiziger aan het eind van de
middag naar het huis van de gastheer en
gastvrouw gaat, is het nog kraakhelder
licht. De zon zal op deze zomerdag ook
nauwelijks ondergaan. In het houten
huis is de tafel ondanks de bescheiden
middelen al feestelijk gedekt. Er is werk
van gemaakt.
Het is gezellig en ook zonder alcohol
wordt er veel gelachen. Inuit houden van
gezelschap. Misschien komt dat door het
isolement, waardoor een vreemdeling in
het dorp een bijzondere gebeurtenis is.
Dan zet de gastvrouw het eten op tafel:
vlees van zeehond en een garnering met
onder meer kleine blokjes walvis...
Daar zit je dan, als fanatiek tegenstan
der van de jacht op walvissen en petitie
ondertekenaar tegen het neerknuppelen
van zeehonden. Wat nu? Het harnas van
principes wordt echter al snel door de
gastvrouw beslecht. Met een ontwape
nende glimlach schept ze het bord vol,
waarna ze in vreemde woorden en geba
ren vertelt dat dit gerecht héél lekker is.
De fatsoenlijke reiziger beseft
dat dit niet het moment is
voor discussie, weet dat de
zeehond is geschoten in
plaats van geknuppeld en
begrijpt dat deze gemeen
schap moet leven van wat de
natuur biedt. Hier geen bioboer
derijen met keurmerk, maar
meer bio dan de vrije
natuur wordt het niet.
Kortom: ogen dicht en
eten voor het vaderland!
wg magazine 41
Oké, laten we kleur bekennen. De
gemiddelde Nederlandse toerist
gaat op vakantie vooral voor gemak.