van
naar
Almeria
8
Hoe verder je Spanje ingaat, hoe leger
de snelwegen. Langs de zuidkust zie je louter
Marokkaanse en Algerijnse families, in de
auto op weg naar het land van hun familie.
Het is geen makkelijke reis, maar ze maken
hem met liefde. En met tegenstrijdige
gevoelens.
Op de stoep van een
parkeerplaats diep in
Zuid-Frankrijk rolt
een vader twee mat
jes uit. Hij gaat lig
gen, op zijn linkerzij,
met zijn neus richting de auto. Tus
sen hem en een rood-wit nummer
bord in ligt zijn zoontje, een jaar of
vijf, zes oud. Hij kan de slaap niet
meteen vatten, en trapt met zijn be
nen wat denkbeeldige rondjes door
de lucht. Het is tegen elf uur 's
avonds, buiten is het 25 graden.
„Mijn man probeert een paar uur te
slapen", zegt de moeder van het kind,
Belgische van Marokkaanse komaf.
„Hij heeft rust nodig. We zijn al
vroeg vertrokken." In de auto pro
beert ze de andere kinderen, ook jong
nog, in slaap te krijgen. „Om drie uur
rijden we weer weg. Het is nog dui
zend kilometer tot de boot."
Haar man en zoontje zijn niet de
enigen die zich op de stoep installe
ren. Tientallen gezinnen hebben deze
parkeerplaats onderweg naar Ma
rokko uitgekozen om in de open
lucht de nacht door te brengen. Vijf
tig meter verderop is een hotel.
Het zijn vooral Franse en Belgische
gezinnen, maar ook Nederland is ver
tegenwoordigd. Iets verderop staat
Mohammed uit Den Bosch. Hij is
druk met zijn kinderen in gesprek
over de vraag of ze een hotelkamer
boeken. Zoons Omar en Reda willen
dat graag, maar vader heeft andere
plannen, hoewel hij het enige gezins
lid is dat de auto kan besturen. „Ik wil
door", zegt Mohammed. „Even rus
ten, en dan weer verder."
Nie mauwe, zouden ze in Den
Bosch zeggen.
De reis gaat naar Oujda, vertelt va
der, wiens Nederlands hort en stoot.
Als ik het niet meteen versta, spelt
zoon Omar het even uit, in kristalhel
der Nederlands. O-U-J-D-A. Het is
een stadje aan de grens met Algerije,
in het Rifgebergte. Mohammed kan
niet wachten tot hij er weer is. Zijn
wieg stond er, in de jaren 70. Hij gaat
zijn ouders weer zien, de bergen, de
straten van vroeger. Ook Omar gaat
graag naar Marokko. Lekker, bij de fa
milie zijn, zegt hij.
Het is de reis waard. Eerst 2.400 ki
lometer naar Almeria, twee dagen rij
den. Dan wachten, en acht uur op de
veerboot naar Melilla. En dan, als
Afrika eenmaal bereikt is, nog een
paar uur in de auto. Naar huis.
Toch?
Tja, daar zeg je me wat. Moham
med weet het ook niet precies. Rijdt
hij nu naar huis? Of doet hij dat over
zes weken, als hij weer koers zet naar
de hoofdstad van Brabant? Gaat hij
op vakantie, of is zijn leven buiten
Marokko een lange trektocht, ver weg
van de plek waar zijn hart ligt? Hij
twijfelt. „Ik heb geen land", besluit
hij.
De snelweg die Marokko van Ne-
derland scheidt, loopt langs tal van
prachtige steden. Langs Antwerpen,
Barcelona, Valencia, Murcia. Hij gaat
langs de Rhöne, de Dröme, door de
Languedoc. Streken waar je van de
natuur kunt genieten, van lekker
eten en van wijn. Hij gaat langs Cata-
lonië, de Costa Brava en Costa
Blanca. Daar kun je feesten, zonnen,
leven. Misschien wel beter dan waar
ook. Maar de Marokkanen rijden
door.
Geestdodend
Het is geen makkelijke reis, zeker niet
als je kinderen hebt. Het is niet alleen
het slapen op de parkeerplaats - het
is de hele route. Noord-Frankrijk is
geestdodend, en dan moet je nog
zo'n end. Zuid-Frankrijk is mooi,
maar 0 zo warm. En Spanje.hoe
verder je gaat, hoe leger het wordt.
Droger, onherbergzamer. In de buurt
van Murcia, waar de thermometer
richting de veertig graden gaat, is het
landschap veranderd in een verzame
ling mini-Mont Ventouxjes. Kleine
bergjes met stoppeltjes gras. Een fat
soenlijke boom of struik kan hier
niet overleven. De Marokkanen rij
den door.
Aziz en Layla* uit Roosendaal zijn
met hun twee dochters onderweg
naar Nador, de stad aan de Middel
landse Zee waar hun familie vandaan
komt. Aziz, werkloos bouwvakker,
woonde er tot hij 27 was. Layla, bibli
othecaresse, niet. Zij is Brabantse van
geboorte. Toch is de band met haar
moederland sterker dan ooit, zegt ze.
„Vroeger, als ik als klein kind in
Marokko op vakantie was, werd ik
donderdag 2 augustus 2018
De lange reis van huis
Op de stoep van
een parkeerplaats
diep in Zuid-Frankrijk
proberen sommigen
wat te slapen.
FOTO'S ADR