--
Sis
een schuld van 26 miljoen gulden te
innen. De droom van vooral Helene Kröl-
ler-Müller spatte voor haar ogen uiteen.
Van de ene op de andere dag was het ook
afgelopen met de bijna maniakale aan
koop van schilderijen. „In 1920 kocht
Helene op een veiling in Parijs nog 26
Van Goghs op een dag. De jaren daarna
bijna niets meer", zegt Rovers.
Operatie
Vanaf 1909, toen ze de moderne kunst
ontdekte via een cursus bij 'kunstpaus'
Henk Bremmer, begon Kröller-Müller,
gesteund door haar man, verwoed kunst
te verzamelen. Het was een manier om
haar leven een diepere betekenis te
geven. Maar ze kwam pas echt op stoom
nadat ze op 42-jarige leeftijd een levens
bedreigende operatie moest ondergaan.
Rovers: „Voor haar was dat het moment
waarop ze zich afvroeg: wat laat ik achter
na mijn dood? Haar vier kinderen waren
niet genoeg. Ze wilde méér."
Vanaf dat moment werkte ze met al
haar fragiele kracht - ze had een zwakke
gezondheid - aan haar droom: een mu
seum vol moderne kunst, destijds nog
amper bekend in en gewaardeerd door
het gezapige Nederlandse kunstwe
reldje. Niet in de stad, maar midden in
de nog woeste natuur van De Hoge Ve-
luwe. Een spirituele plaats waar cultuur
en natuur elkaar zouden versterken en
bezoekers optimaal van beide konden
genieten.
Rovers: „Alleen al dat zij een museum
op deze plaats wilde bouwen, was revo
lutionair. Helene trok zich niets aan van
conventies. Ze werd beschouwd als nou
veau riche en wilde laten zien dat zij
minstens zoveel smaak en visie had als
de mensen uit de adellijke kringen die
op haar neerkeken."
Het lukte haar die droom in ieder
geval deels te realiseren, al moest ze er
lang op wachten. Met steun van het rijk
- waaraan ze haar schilderijencollectie
overdroeg - en dankzij een vroege vorm
van crowdfunding - kon op 13 juli 1938
cultuurminister Slotemaker de Bruine
het 'overgangsmuseum' openen, zoals
Helene Kröller-Müller het betitelde.
Een jaar lang zwaaide ze als directeur
de scepter over het museum, dat geheel
naar haar ideeën werd ingericht. Daarna
overleed ze. Ze werd opgebaard in het
hart van het museum, dat tegenwoordig
de Van der Velde-vleugel heet. Met het
schilderij Venus en Amorvan Hans Bal-
dung Grien uit 1524 aan het voeteneind
en Vier uitgebloeide zonnebloemen van
Vincent van Gogh uit 1887 aan het hoofd
einde.
Rovers: „Die twee schilderijen symbo
liseerden de weg die de moderne kunst
volgens haar had afgelegd: Venus en Amor
stonden voor de periode waarin kunste
naars niet langer als ambachtsman in op
dracht, maar vanuit hun eigen visie
begonnen te werken en Vier uitgebloeide
zonnebloemen als eindpunt van een ont
wikkeling waarin kunstenaars steeds
dichter bij de essentie kwamen, het per
fecte evenwicht tussen figuratief en non-
Van Gogh
Heienes adviseur
HenkBremmer is
een groot bewon
deraar van Vincent
van Gogh, en onder
zijn leiding koopt
Helenein1908de
eerste schilderijen
van de dan nog ta
melijk onbekende
kunstenaar:
Bosrand en Vier uit
gebloeide zonne
bloemen.
m
WG
magazine 35