Met de nieuwe Prius
gaat mijn heie financiële
buffer eraan
Nooit
gedacht dat
ik BMW zou
rijden.
Ik wist niet
dat ik kon
kicken op
een patser-
bak
2008
1997
2007
2000
Eén week voor het faillisse
ment van Lehman Brothers
(september) teken ik het
koopcontract voor een
Toyota Prius, mijn eerste
niet-tweedehands. Een van
de eerste hybrides. Mijn hele
financiële buffer is eraan, ik
moet zelfs een persoonlijke
lening afsluiten, maar, is de
redenering, ik kan jaren voort.
Hij rijdt zuinig, ik betaal geen
wegenbelasting en de buffer
is in een jaar hersteld. Dat
loopt anders, met dank aan de
kredietcrisis. Een tijdlang zit
ik min of meer aan de grond -
maar dat is geschiedenis. De
garage bedelft me onder
attenties: bij binnenkomst
zwermen mannen en vrou
wen uit om me gunstig te
stemmen. De monteur neemt
de tijd om alles uit te leggen
en geeft een halfuurtje bijles
over de werking van de bou
gie. Tijden veranderen. De
Prius is de eerste auto waar
van de kosten meevallen. Hij
is log, oogt als een sukkel
maar heeft nooit wat - tot op
de dag van vandaag. 41
<|s
gas
lbo
Nooit gedacht dat ik in
een BMW zou rijden. Ik
wist niet dat ik kon kicken
Een fotograaf met wie ik werk
heeft me warm gemaakt voor
de Toyota Rav4, mijn eerste
SUV, een benzineversie. In
maart 2008 belanden tegelijk
mijn vader en mijn broer op
hun laatste ziekbed. Ik rijd
zowat dagelijks van Utrecht
naar Amsterdam naar Rotter
dam naar Utrecht, soms twee
keer op een dag. De Rav4
loopt één op vijf; het pomp
station aan de A2 verdient
goudgeld. Bovendien: een ter
reinwagen op Hollandse as
faltwegen... De Rav4 voelt als
een sneeuwschuiver in de
Sahara.
op een patserauto. Hij is
rood en gerieflijk en ik
noem hem Eugène. Op de
lange smalle Friese
wegen, met de kinderen
achterin, doe ik of ik ge
sprekken voer met Eu
gène. „Eugène, poets jij
elke dag je tanden?" - „Ja,
ik wel, maar jouw kindjes
vergeten het weieens." Ze
luisteren ademloos, hoe
wel mijn dochter (5) twij
fels heeft. Op de snelweg
roept de Duitse prestige-
wagen agressie op. Provo
cerende gebaren,
bumperkleven. Op een
dag sta ik stil langs de A7,
de Wegenwacht sleept
Eugène de afrit naar Mid-
denmeer op en laat een
takelwagen komen. Een
paar toeschouwers staan
honend te lachen. Net als
al mijn auto's tot nu toe
stuwt Eugène de omzet
van diverse garages op.
Het is de tijd van de internet-
bubbel. Ik investeer 15.000
gulden in een iet-fonds, bij
52.000 doe ik de aandelen van
de hand (ze stijgen nog
20.000 door). Binnen de kort
ste keren heb ik een groene
Mercedes diesel op de oprit
staan. Geen auto in mijn
leven heb ik zo liefgehad. Hij
zoeft, hij is stil, hij is snel. Let
je niet op, dan zit je aan de
160. Het dashboard, altijd het
belangrijkste voor mij, is van
een ingehouden luxe. De kin
deren en ik besluiten dat ze
Sophie heet en hevig pubert.
Als mijn zoontje 'kak'
schreeuwt gaat de carkit
mama bellen. Elke rit naar en
van de kinderboerderij
draaien we Kedengkedeng. We
hebben het goed, Sophie en
wij. In 2005 beginnen de
kuren: staat ze een paar dagen
stil dan start de motor niet.
Nieuwe accu, nieuwe bedra
ding, niets helpt.
magazine 21
LL1 f5
cd5
ü:lj-
OLJJz
LU O 12
=inN
ii— <r
WUjg
ZLUI5
tQ-I
<CQLU
ff <ÜJ
LU LU LJ
LU CD 2
OÖLU