14 WEE
Een zomer om nooit te vergeten is het voor Tonia de Groene (62). In haar slaaphuisje op
het strand van Dishoek geniet ze van de rust en stilte. De Middelburgse begon als kleuterjuf
en is nu al jaren directeur van Odyzee. „Een bijzondere school voor bijzondere kinderen."
PORTRET TONIA DE GROENE
Van mijn ouders
heb ik
meegekregen:
aanpakken, kijken
hoe je eruit komt
Een kind dat
voortdurend
overvraagd wordt,
sociaal of op het
gebied van leren,
raakt gefrustreerd
e geniet van de
drukte die de kinde
ren en kleinkinde
ren meebrengen. In
april kwam het
I slaaphuisje af dat ze
met haar zus Anja
liet bouwen op Dishoek: de hele fa
milie is daar regelmatig te vinden.
„Straks komen de twee kinderen van
mijn zoon weer logeren. Mijn doch
ter Lotte bevalt binnenkort van haar
eerste. Ik vond het zelf geweldig om
kinderen te krijgen."
Op Odyzee, een orthopedagogi
sche school, krijgen zes- tot achttien
jarigen met psychosociale problemen
onderwijs op maat. „Kinderen die ex
tra aandacht nodig hebben, daar voel
ik me toe aangetrokken. Ik was het
speelkind dat al van kinds af aan juf
wilde worden. Nu ben ik directeur
van Odyzee. Een bijzondere school
voor bijzondere kinderen. Mijn focus
was altijd: wat mensen raakt en
maakt zoals ze zijn. De psychologi
sche kant van mensen boeit me
enorm. Elk kind is een uitdaging."
„Heel ondernemend! Heel veel
vriendjes en vriendinnetjes. We
woonden in de Griffioen, aan de rand
van de bebouwde kom van Middel
burg. Mijn vader kocht met een buur
man een stuk grond in Griffioen I,
liet daar een casco zetten en bouwde
het zelf af. Dat was in 1960. Toen we
er kwamen wonen, was het nog ak
kerland om ons heen, maar al snel
werd de grond bouwrijp gemaakt
voor Griffioen II. De hele buurt
speelde daar, altijd buiten. Pijpen-
steeltjes zoeken in het voormalige
boerenland, bij slootjes scharrelen,
dat soort dingen. We knikkerden,
hinkelden, speelden met ballen en
springtouwen en elastieken. Een heel
leuke jeugd en heel veel samen met
andere kinderen. Later werd ik een
leerkind. Heel trouw huiswerk ma
ken, heel gedisciplineerd, goede cij
fers."
„Nee. Kinderen mogen te weinig
kind zijn. Er wordt zoveel van hen
geëist, ze moeten zoveel. Daarnaast,
de sociale contacten van deze ipadge-
neratie zijn zo beperkt. Niks mis met
iPads en computers, als het maar ge
doseerd is. Ik heb kinderen op mijn
school die een verstoord dag- en
nachtritme hebben doordat ze zo veel
achter de computer zitten, die zodra
ze uit school komen tot ze naar bed
gaan op de iPad zitten. Dan heb je het
echt over een verslaving."
„Dat was wel bepalend. Regels en af
spraken waren heel belangrijk. Als
puber waagde ik het niet om vijf mi
nuten te laat te komen als ik om elf
uur terug moest zijn van uitgaan. Af
spraak is afspraak! Dat heb ik meege
kregen. En arbeidsethos. Hard wer
ken, niet klagen. 'Van hard werken ga
je niet dood', dat was een gevleugelde
uitspraak thuis. Doen wat je zegt, ook
zo een. En zuinig zijn. Mijn moeder
was heel handig: die naaide veel zelf.
We hadden een volkstuin waar we
van aten; wat teveel was, ging in de
weck of in de vriezer. Mijn vaders va
der was loonwerker bij een boer op
Zuid-Beveland en oma dienstbode.
Die hebben hard moeten werken! Ze
hebben mijn vader de kans gegeven
verder te komen in het leven. Op zijn
achttiende ging hij in dienst, stand
plaats Rotterdam. Vader sprak plat
Zeeuws. Ze konden hem niet ver
staan en dat vond hij zelf heel erg. Hij
heeft zichzelf aangeleerd ABN te
spreken. Bij ons thuis werd daarom
geen dialect gesproken."
„Juf! Al heel vroeg was ik degene die
het voortouw nam, degene die de re
gie had bij spelletjes, degene met de
ideeën. Kleuter juf wilde ik worden.
Vroeger had je een duidelijke schei
ding: je ging naar de kleuteronder
wijsopleiding óf naar de kweek
school, voor het lager onderwijs. Die
kleuteropleiding was heel erg creatief
en je leerde er goed organiseren. Je
maakte alles zelf, boeken en lesme
thoden waren er niet. Een kleuter juf
had niet veel aanzien. Onterecht,
vind ik. Je kunt het beste uit een kind
halen en echt maatwerk bieden."
„Een met natuurlijk overwicht en
aandacht voor het sociale stuk: 'hoe
PASPOORT
ga je met elkaar om, wat voor emo
ties leven er in het kind'? Luisteren
hoe een kind zich voelt is ook een
taak, naast kennisoverdracht. Als de
kleinkinderen komen, willen ze di
rect gaan spelen met vriendjes. Dan
zeg ik: gezellig, maar we gaan eerst
even eten. Je krijgt aan tafel de leuk
ste gesprekken. Pas nog, mijn klein
dochter. Mila zegt: 'Oma, je woont
helemaal alleen. Dat vind ik zo zie
lig!' Dan de tijd nemen om te praten
en dingen uit te leggen, daar kan ik
ongelooflijk van genieten."
„Ja. Na 31 jaar samenwonen was ik
opeens alleenstaand. Blijkbaar gaan
die dingen soms zo. Dat is een heel
moeilijke periode in mijn leven ge
weest, binnenkort zes jaar geleden.
Niemand zag het aankomen, ook de
kinderen niet. Daar had ik veel ver
driet van. In al die jaren dat ik in de
psychiatrie werk, heb ik geleerd hoe
je anderen door zulke situaties heen
sleept. Maar als het jezelf overkomt,
is het een heel ander verhaal. In eer
ste instantie was ik verdoofd. Ik
moest weer met mijn gevoel in con
tact komen, op een heel basaal ni
veau opnieuw beginnen. Dat is ge
lukt door haptonomie in combinatie
met gesprekken. Na 31 jaar samen ga
je dingen alleen doen; dat is een
zoektocht. Het is heel belangrijk dat
je dan mensen om je heen hebt. Van
mijn ouders heb ik meegekregen:
aanpakken, kijken hoe je eruit komt.
Dat is gelukt. Maar het was hard
werken. Mijn haptonoom zei: ga het
akelige gevoel niet uit de weg, laat
het komen. Ik ben elke dag naar mijn
werk gegaan, wilde per se die struc
tuur houden. En ik begon een dag
boek. Drie heb ik er volgeschreven.
Toen was het niet meer nodig."
„Nee; ik ben inhoudelijk leidingge
vende. Ik heb nog steeds direct met
de kinderen en met de werkvloer te
maken. Onze kinderen reageren
zich niet op anderen af, maar komen
in de problemen als de omgeving
geen rekening houdt met hen. Kin
deren die heel veel prikkels krijgen
en dan de weg kwijtraken, bijvoor
beeld. Je kunt veel met ze, maar moet
er continu op bedacht zijn dat ze een
speciale aanpak nodig hebben. Als ik
een maatschappelijk probleem zie,
probeer ik daarop in te spelen. Ons
laatste project is re-start: gericht op
thuiszittende kinderen. Waarom zit
ten ze thuis? Soms is de overgang
van een kleine dorpsbasisschool
naar een grote school voor voortge
zet onderwijs een te grote stap
ineens. Die projecten vind ik per
soonlijk het meest bevredigend.
Daar doe je het voor. Dat kinderen
weer onderwijs krijgen."
„Ik had verwacht dat het aantal aan
meldingen zou dalen. De week voor
de zomervakantie nog zijn er zes
leerlingen besproken bij het samen
werkingsverband dat over plaatsing
gaat. Dan denk ik: hoe kan dat? Een
kind krijgt niet ineens problemen.
Wat ik hoor van ouders is dat ze heel
veel geprobeerd hebben en dat het
maar niet lukte op die school. Ik
moet concluderen dat problemen
vaak al ontzettend lang spelen en dat
de school onvoldoende luistert naar
wat ouders zien en vertellen. Als de
kinderen bij ons binnenkomen, zijn
de problemen vaak al heel groot.
Soms wordt niet goed gezien wat nu
het echte probleem is en komen kin
deren bij ons met een gedragspro
bleem terwijl bij ons duidelijk wordt
dat daaronder een leerprobleem zit.
Een kind dat voortdurend over
vraagd wordt, sociaal of op het ge
bied van leren, raakt gefrustreerd."
„Het draait om balans. Mentale en
fysieke inspanning moeten in even
wicht zijn. Ik wandel veel. Ik roei
elke zaterdagmorgen. In voor- en na
jaar een wandelvakantie. Het geeft
energie en inspiratie, je rust er gees
telijk enorm van uit. Sommige men
sen denken dat ik altijd werk. Dat is
gewoon niet zo. Op de laatste werk
dag voor mijn vakantie zet ik mijn
afwezigheidsassistent aan. Dan heb
ik vijf weken vakantie en ben ik ook
echt weg."
zaterdag 28 juli 2018
GO
'Elk kind is voor mij
een uitdaging'
Ondine van der Vleuten
Hoe was je zelf als kind?
Zou je nu jong willen zijn, anno
2018?
Je vader was politieagent. Hoe is
dat, om in zo'n gezin op te groeien?
Orde en tucht?
En wat wilde je worden, als je later
groot was?
Wat voor juf wilde je worden?
Tonia de Groene
(22 mei 1956,
Middelburg)
begon als kleu
terleidster. Vele
jaren avondstudie
resulteerden in
diploma's Speci
aal Onderwijs,
Psychopatholo
gie kinderen en
jeugdigen, On
derwijs Manage
ment en Ge
dragstherapie
met speciale aan
dacht voor kinde
ren en jeugdigen,
aangevuld met
bijscholingen.
Ze werkte op di
verse kleuter
scholen en groe
pen in het basis
onderwijs. Na
tien jaar als duo
directeur van een
basisschool werd
ze in 1992 direc
teur van het or
thopedagogisch
onderwijsinsti
tuut Odyzee, een
samenwerkings
verband met
Emergis. De
school heeft een
vestiging in Kloe-
tinge en een in
Middelburg.
Van 2013 tot
2016 was De
Groene eveneens
directeur van
Acreon, dat in sa
menwerking met
Juvent onderwijs
en zorg aanbiedt.
De Groene woont
in Middelburg,
heeft een zoon
en een dochter,
vier kleinkinde
ren en één op
komst.
Helemaal alleen? Dat ging zeker
over je scheiding?
Ben je als directeur vooral een ma
nager, nu?
Hoe kijk je tegen het passend on
derwijs aan?
Je hebt altijd een druk leven
gehad, hard gewerkt, zorg en werk
gecombineerd, maar bent nooit
overspannen geraakt. Hoe doe je
dat?