„Ik kan nu wel zeggen dat ik vroeger al leen maar met mezelf en mijn carrière bezig was en dat laat zich tot op zekere hoogte ook wel verklaren. We hadden het vroeger thuis niet breed, mijn moe der moest bikkelen als werkster in een confectieatelier en ik heb de gekste baan tjes moeten doen. Toen ik eenmaal suc ces had, wilde ik er blind voor gaan. Tot ik er, toen ik een jaartje of 40 was, genoeg van had. Ik kreeg aan Blanche ook een vrouw die eisen aan me stelde. Zij had al twee dochters en een fulltimebaan en zei: als jij nog kinderen wilt, moet je jouw handen uit de mouwen steken. Als ik thuiskwam van een optreden was het: zet je even de vuilniszakken buiten?" „In het begin was er natuurlijk drank in het spel, maar ik heb snel geminderd toen ik merkte dat ik het artiestenleven met een permanente kater gewoon niet volhield. Drugs: een jointje, verder niks. Een naald in mijn arm: ik moet er niet aan denken. Vrouwen waren er wel, ja. Ik nam het in mijn jonge jaren niet zo nauw met de huwelijkse trouw." „Ik ben volstrekt monogaam." „Ja. Dat blijft een gek iets. Vrouwen die doen alsof ze me heel goed kennen, me de persoonlijkste dingen vertellen. Maar die praten natuurlijk tegen George aan. Van Hans weten ze niks." /I HET LIEDJE H VOOR DANIËL „Toen hij drie maanden was, werd mijn oudste kleinzoon Daniël ziek. Echt ziek. Hij kon geen eten binnenhouden, werd zwakker en zwakker, het bleek 'darm- invaginatie'. De twee darmen schuiven dan in elkaar, levensgevaarlijk. In het ziekenhuis in Utrecht moest hij, klein als hij was, geopereerd worden. Huilen dat hij deed, vreselijk. Ik kon het niet aan zien, ik heb de dokters gevraagd of ik na de operatie een uur alleen met hem mocht zijn en ben voor hem gaan zingen. Ik weet niet eens wat ik zong, maar ik moest, ik wilde..." „Ik moest dat kleine jongetje raken, er- gens, en had het idee dat het zo kon. Hij herstelde langzaam en is inmiddels een kerngezonde jongen van 10. Maar ik zal de schrik nooit vergeten. Ik dacht: niet weer. Het bracht me in één keer terug naar het afschuwelijkste jaar van mijn leven. 1971. Het overlijden van Esther. Het tweede kind uit mijn eerste huwelijk. Esther stierf na drie maanden aan wie gendood en iedere ouder die zoiets heeft meegemaakt, weet: dat is rockbottom, er is niks, niks ergers." „Ik zie nu dat ik nauwelijks de tijd heb genomen het verdriet over Esther te ver werken. Mijn toenmalige vrouw en ik praatten er niet over. Ik stond na een week alweer op te treden. Mensen pro beerden wel wat te zeggen, me te troos ten, maar daar moest ik weinig van hebben. Wat had ik aan medelijden? Ik ben gewoon doorgegaan, maar sommige dingen laten zich dus niet..." „Sommige dingen niet. Toen de klein kinderen nog jong waren en hier logeer den, ging ik er een paar keer per nacht uit om te kijken of ze nog ademden." DE ERFENIS VAN ZIJN VADER „Het was in 1992. Ik voelde me niet zo goed. Ik was vaak moe, maar negeerde dat allemaal een beetje. Tot ik op een dag in een restaurant in Waddinxveen door een glazen deur viel. Snee in mijn hoofd, am bulance, onderzoek hier en daar, maar de dokters konden niks vinden. Tot een arts me vroeg of ik toevallig familie rond de Wat is het verschil? Tussen 1.0 en 2.0? Hoe ruig was Hans 1.0? En nu? Heeft u nog vrouwelijke groupies? U wilde hem gezond zingen. Iemand anders „Sommige vrou wen doen alsof ze me goed ken nen. Maar die pra ten natuurlijk tegen George aan. Van Hans weten ze niks." U was in dat ziekenhuis in Utrecht bang weer een kind te verliezen. Als een koffer wegzetten. 121 zaterdag 21 juli 2018

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 76