fcft Jan Janssen (78) is vandaag precies vijftig jaar Tourwinnaar 25 Vandaag is het precies vijftig jaar geleden dat Jan Janssen de Tour won. De aandacht voor die prestatie in 1968 lijkt elk jaar weer intenser en groter te worden. „Je hele leven verandert door één zege." Het huis dat hij eind 1968 aan de rand van het Bel gische Putte liet bou wen, draagt de naam Mon Repos. Maar vijftig jaar nadat Jan Janssen (78) als eerste Nederlander de Tour won, stelt hij vast dat 'mijn rust' bepaald niet de la ding dekt van zijn leven na de koers. „Je kunt wel zeggen dat je hele leven verandert met één zo'n prestatie", zegt de 'bebrilde Nootdorper' over alle aandacht die er altijd is geweest voor die memorabele Tourzege op de zonnige 21ste juli van het jaar 1968. In de slotetappe, een tijdrit van 55,7 kilometer van Melun naar de wieler baan van Vincennes in Parijs, reed hij klassementsleider Herman Van Springel in extremis uit de gele lei derstrui. Janssen ging op de schou ders. Huilde tranen. Hij omhelsde zijn vrouw Cora. En toen zijn drieja rige dochtertje Karin met een bosje bloemen op hem wachtte, snotterde hij met overslaande stem de woorden die heel meeluisterend Nederland kippenvel bezorgden: 'Karin, papa heeft de Tour gewonnen'. Geen eendagsvlieg Hij deed dat op die ene dag in juli trouwens bepaald niet als eendags vlieg. Janssen was al wereldkampi oen geweest (in 1964), had Parijs- Roubaix en de Vuelta gewonnen (beide in 1967) en was al eens tweede geworden in de Tour (in 1966). Maar de Tourzege was van een andere orde, dat bleek de vijftig jaar daarna. Janssen heeft er vooral een halve eeuw van genoten, geeft hij grif toe. Het hielp hem ook om racefietsen onder zijn eigen naam te gaan fabri ceren. Een zaak die inmiddels wordt gerund door zijn beide zoons Pierre en Jan junior. „Kijk, je kunt overal 'nee' tegen zeggen, maar ik heb zo veel te danken aan de wielersport", zegt Janssen. „Maar deze keer is die aandacht intenser dan ooit. Dat komt misschien ook omdat we in Neder land maar twee Tourwinnaars heb ben (Joop Zoetemelk won in 1980, red.). In Frankrijk en België zullen ze zo'n jubileum veel minder spectacu lair vinden." Ontroeren De beelden van wat er toen op 21 juli 1968 gebeurde op de wielerbaan van Vincennes ontroeren nog steeds. „Ik ben inderdaad ook zelden zo emotio neel geweest als op die dag", geeft hij aan. „Dat was vooral omdat ik het niet alleen had gedaan." Daarbij denkt hij vooral aan zijn vrouw Cora, die hem vijftig jaar geleden zwanger stond op te wachten in Parijs. Ook la ter 'in de zaak' was ze zijn steun en toeverlaat. Koersen deden ze in feite ook met zijn tweeën. Dat in 1968 slechts drie man van de Nederlandse ploeg (Den Hartog, Dolman en Beugels) na de eerste bergritten nog in koers zaten om hem te helpen, steekt Janssen nog steeds. „De jongens die afstapten ko zen voor zichzelf." Dat hij in 1963 met zijn eigen ploeg Pelforth niet mee mocht op een trainingskamp, tekent de sfeer nog meer. „Toen heb ik mijn eigen trainingskamp georganiseerd. In Italië. We hebben daar gewoon keihard gewerkt en dat jaar werd ik meteen vierde in Parijs-Roubaix." Wat vijftig jaar geleden ook mee speelde in de verwondering en eufo rie rond de zege van Janssen was het feit dat hij van origine meer iets had van de latere Jan Raas. Hij moest het hebben van karakter en snelheid. Daarmee pakte hij de groene trui in 1964,1965 en 1967. „In het begin was ik ook meer een sprinter. In de etap pekoers kwam ik erachter dat ik ra zendsnel herstelde van een inspan ning. Later ging het ook bergop steeds beter. Eigenlijk was ik overal een beetje goed in." Nu of nooit Ook in tijdrijden dus, bleek op die 21ste juli van het jaar 1968. „Mijn ach terstand op Van Springel bedroeg 15 seconden. Toen dacht ik alleen maar: het is nu of nooit." De vaststelling dat hij wist om te gaan met druk en spanning, ontlokt een duivelse lach. „Iedereen heeft het over: druk, druk, druk! Het enige waar ik me druk over maakte was mijn bandenspanning. Toen ik hal verwege hoorde dat ik 25 seconden voorlag op Van Springel kreeg ik vleugels." Vijfentwintig jaar later treurde Van Springel er niet meer om. In 1992 trof de Belg zijn 18-jarige zoon dood aan in bed. 'Wat stelt het verliezen van de Tour dan nog voor?', vertelt Van Springel sinds die verschrikkelijke gebeurtenis. Janssen kan er sinds en kele jaren over meepraten. Dat hij op 75-jarige leeftijd kanker overwon, noemt hij nu een mooiere zege dan die in Parijs. „Niet dat ik ten dode was opgeschreven, maar je gaat wel door een rottijd." Vechter Janssen, de vechter, praat liever over zijn strijd op de fiets. Zoals over het einde van zijn carrière, begin jaren 70 op 32-jarige leeftijd. „Toen ik de Tour had gewonnen in 1968 (Janssen was 28 jaar oud), zei ik al: 'Wat moet ik nu nog meer winnen?' Ik ben elf jaar be roepsrenner geweest. Ik heb er alles uitgehaald. Ik was op. Ik was kapot. Ik heb ook nooit een koers gereden waarbij ik na afloop zei: 'dat ging makkelijk'. „Het moest altijd uit mijn tenen komen. Natuurlijk had ik wel een ze kere aanleg, maar mijn karakter moest het doen. Als dan ook de resul taten minder worden, heb je er na een tijdje gewoon geen zin meer in. Ard Schenk zei ooit dat je de grote af gang ook moet meemaken. Nee, dank u. Ik nam liever afscheid op het hoog tepunt." Ik ben zelden zo emotioneel geweest als op die dag in 1968. Dat was vooral omdat ik het niet alleen had gedaan zaterdag 21 juli 2018 GO 'Ik had aanleg, maar mijn karakter moest het doen' Ad Pertijs Putte A Jan Janssen gaat op de schouders na zijn Tourzege in 1968. FOTO ANP -Jan Janssen (78)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 25