Stadse juffer
lilanrfifustcn
Charlotte van Genderen stuurt
berichten vanuit het dorp aan de
kust waar wel haar huis staat, maar
niet haar hart ligt.
ik een mengsel op maat voor je maken?"
Voor ik het weet sta ik met mijn armen
vol glazen potten.
„Duizendblad voor bescherming, la
vendel voor rust", zegt Hugo. „Merk je al
wat?" Ik klem de pot reinigende bijvoet
onder mijn kin en ruik aan de rozen voor
liefde. Met nog een extra zakje kruiden
om te aarden loop ik weer wat 'heler' het
terrein op.
Wat Hugo begon, maakt Joyce af. In
haar tentje krijg ik een Soul Body Fusion:
„Opdat het stralende licht van je ziel mag
doordringen tot in elke cel van je li
chaam." Joyce kan mensen helpen men
tale, fysieke en emotionele blokkades op
te heffen, zegt ze. Twintig minuten lang
houdt ze lichtjes haar handen en voeten
op de mijne en brengt ze mij in balans
met mijn levenskracht. Ik hoef zelf niets
te doen. Ik hoor de bongo's bij het kamp
vuur, de langgerekte 'ohms' in de aanpa
lende meditatietent en de didgeridoos in
de chill-area.
Bij de uitgang staat een elektrische
riksha te wachten die me naar station
Dalfsen brengt. Ik zie koeien in het voor
bijglijdende groen en voel de zachte zo-
merbries op mijn huid. Ik adem de
weidelucht in - al mijn zintuigen staan
wagenwijd open. Het lijkt wel of ik
nieuwe contactlenzen in heb, zo helder
is mijn blik. Komt het door de rapé? Zijn
het de kruiden van Hugo? Of heeft de
Schreeuwende Sjamaan meer in werking
gezet dan ik wil toegeven? Het maakt
niet uit, besluit ik, achteroverleunend.
Het enige dat ertoe doet is hier en nu: het
zonlicht op het gras, de peddelende riks-
harijder en de kleurige sliert Tibetaanse
vlaggetjes die om mijn oren wappert. II
lossend op mijn klompen rol ik onze
kliko naar de rand van de stoep. In
wendig roep ik: 'Kijk naar mijn voe
ten, mensen!'
Als visite mijn klompen (maat 38) op de
mat ziet staan naast die van mijn vriend
(maat 43), zijn de verbaasde uitroepen niet
van de lucht. „Klompen? Jij?" (Tegen hem
zeggen ze dat nooit.) Ik kan daar niet bij. Er is
geen enkel ander schoeisel waar je zo makke
lijk in schiet als je even naar buiten moet. Ze
gaan naar je voeten staan en zijn onverwoest
baar.
En ik kan mensen ermee om de tuin lei
den. Denk ik. Want een stadse juffer draagt
geen klompen.
Met deze term maakte ik kennis toen ik als
piepjonge verslaggever een reportage maakte
bij de historische vereniging van een klein
dorp. Tijdens een uiteenzetting over de kroe
gen in het plaatsje, sprak een van de vrijwil
ligers over jongens die thuiskwamen met
meisjes uit de stad. 'Arrogante types, en zo
overdreven gekleed. Stadse jüffers.' Zijn
toon was zo geringschattend dat ik, gebo
ren en getogen stedeling, ineenkromp.
Mijn appelgroene pumps schoof ik nog
verder onder tafel. Ik was net ingetrok
ken bij mijn vriend, in een 5000 zielen
tellend dorp (overigens niet de plaats
waar we nu wonen).
Dus vandaar mijn trotse klikoloopje:
Kijk toch, mensen! Ik hoor hier!
Niet dat veel andere bewoners van mijn
dorp zo rondklossen. Alleen een stokoud
baasje dat rondfietst met zijn klompen
aan, wat ik knap vind, en de dorps-excen
triekeling.
Nee, om echt in te burgeren, zou ik iets
anders moeten doen. Een witte legging dra
gen, bijvoorbeeld. Onder een spijkerrok.
Maar daar ben ik nog niet aan toe. II
wg magazine |37
Waaidoeken
Met simpele mid
delen roepen kun
stenaarseen
sferisch beeld op.
H Reageren? magazine@persgroep.nl