V
Fipronilboer op hete kolen met mestbult
10
NASLEEP PLUIMVEEBOEREN
Het dagboek van boerin
Gerda Briene werd een
indringend relaas van het
boerenleven in crisis. Het geluid
van een stal hongerige leghennen
vergeet ze haar nooit meer.
Alle eieren moesten weg:
dik anderhalf miljoen,
besmet met fipronil.
Met z'n allen kieperde
de familie ze in een
grote container. Gerda Briene's
schoonvader (84) hielp zwijgend
mee. „Hij heeft de Tweede Wereld
oorlog meegemaakt. En nou staat hij
eten weg te gooien", schoot door
haar hoofd. Haar hart brak. En elke
keer als ze dacht: 'erger wordt het
niet', bracht de fipronilcrisis een
nieuw dieptepunt op hun boerenerf.
Bijvoorbeeld als ze ontdekt hoe een
stal vol hongerige leghennen klinkt.
Gerda Briene (48) kijkt even weg, als
ze het uitspreekt.
De pluimveehoudster uit Wierden
hield een dagboek bij en maakte uit
eindelijk een boek over het drama,
dat bijna driehonderd boeren trof.
Fipronil, beslist geen eitje! Over enkele
weken komt het uit. Het is geen
klaagverhaal. Er valt soms ook wat te
lachen. Het is, vindt ze, vooral een
inkijkje in het boerenleven in crisis
tijd. Het vertelt over hun zorgen, hoe
ze langs de rand van de afgrond gaan:
financieel en emotioneel. Maar dus
niet vallen. Veerkracht. „We zijn
doeners. Je wil wel janken. Maar je
doet het niet; dan raak je nog dieper
in de put."
Gerda schrijft: 'Als één van ons de
moed dreigt te verliezen, peppen
de anderen hem op. Het wij-ge-
voel is heel sterk'.
„Ik vind het ook een boek van
hoop", zegt ze. „Veel mensen zijn de
fipronilcrisis al vergeten. Maar het is
wel echt gebeurd. Veel collega's zit
ten nu nog met de ellende. Het is ook
die boodschap: geef niet op."
Voor Gerda en Johan Briene begint
de ellende in mei 2017. Kort daar
voor hadden ze het bedrijf Chick-
Clean ingeschakeld om de stal van
hun 27.000 scharrelkippen schoon te
maken. „We hoorden goede verhalen
over die twee jongens: snel, correct
en niet te duur. En ze waren nog niet
lang bezig. Zelf zijn we 'eerste gene
ratie' boeren. Er was een gunfactor."
En toen kwam de Nederlands
Voedsel en Waren Autoriteit
(NVWA) langs om eieren in beslag
te nemen en te testen. Er zou door
ChickClean het verboden fipronil
zijn gebruikt. „We dachten nog: dat
is met een gesprekje aan de keuken
tafel afgedaan. De fipronil was toch
gebruikt bij de bestrijding tegen de
bloedluis bij kippen? Daarvoor had
den wij dat bedrijf helemaal niet la
ten komen." Bij hun dagelijkse stal-
ronde voelen ze al snel een knoop in
hun maag.
Gerda schrijft: 'We hebben het niet
afgesproken. Maar onafhankelijk
van elkaar zoeken we naar bevesti
ging. We kijken elkaar aan. Ik zie
het op Johans gezicht. Dit is niet
normaal. We zitten in de proble
men.'
Die passage emotioneert haar, ook
nu. „We keken of we ergens bloed
luis konden vinden in de stal. Je
weet: als het er is, zit het in elk geval
daar. Je hoopt dat je wat vindt. Maar
helemaal niks."
Het bedrijf ging dus grotendeels
op slot. „Je weet niet wat je overkomt
en wat je moet. Als er vogelgriep uit
breekt, is er een draaiboek voor. Dat
was hier niet het geval."
Het was financieel koord
dansen. De vakantiewo
ning en hun
melkkoeien hou
den hen min of
meer overeind.
De eieren moesten
als chemisch afVal wor
den afgevoerd. Maar je moet
het wel eerst zelf betalen. Ook
het afvoeren van de besmette mest;
eerst afrekenen. En als je niet vooraf
betaalt, komt er ook geen voer. Maar
inkomen is er amper. Die verdween
in de put die fipronil heette."
Gerda schrijft: 'We staan met onze
rug tegen de muur. Over twee da
gen kunnen we misschien het rui
men niet meer betalen. Het snijdt
door m'n ziel. Deze kipjes hebben
nergens schuld aan'.
Voor de kippen hadden ze twee op
ties; vergassen, of ze op een streng
dieet zetten. In dat laatste geval blij
ven de kippen wel leven, maar krij
gen ze weinig eten, zodat ze vet en
veren kwijtraken en daarmee ook
het gif. Ze kiezen voor een tussenop
lossing met streng dieet, waarbij de
de dieren wel eieren blijven leggen.
„Omdat het van die jonge diertjes
waren, ze hadden nog zoveel poten
tie." Zo vindt Briene dus uit hoe een
stal vol hongerige hennen klinkt."
Het gaat nooit meer uit haar hoofd.
Gerda schrijft: 'Ik ga niet graag
meer naar de stal. Je hoort hoe de
kippen proberen de allerlaatste
kruimels voer op te pikken'.
„Normaal worden de kippen met veel
kabaal wakker, want de dames moe
ten elkaar van alles vertellen. Daarna
wordt het stiller. Maar tijdens dat di
eet is het de hele dag een kabaal. En de
voerketting is leeg. Je hoort het meta
len geluid van de ketting, die heen en
weer geslagen wordt door die naar
eten zoekende hennen. We hebben
het uiteindelijk gered. Maar een en
kele keer als nu het eten bijna op is,
hoor je die ketting ook. Dan zit ik
weer midden in die crisis."
Inmiddels kunnen Gerda en Johan
weer vooruit kijken. Van de kippen
is ze nóg meer gaan houden. „We
hebben misschien wel te veel van
onszelf gevraagd. We komen een
beetje tot rust, maar het dagelijkse
ritme valt ineens zwaar. Na een
goede nachtrust zijn we niet fit. We
hebben lood in de benen. Ik voel me
oud en krakkemikkig."
Aan de Oranjeweg in het Veluwse
dorpje Ernst moest de brandweer
uren werken om een grote fik in
een berg kippenmist te voorkomen.
De mest was vervuild met fipronil.
„Ik wil met alle liefde van die fipro-
nilmest af, maar dat kan niet. De
politiek moet iets doen", reageert
Henk van de Brink van de kippen-
boerderij met de brandende bult.
„Geen fipronilboer komt van zijn
mest af vandaag de dag", zegt Jan
Workamp van het fipronilslachtof-
fermeldpunt Gelderse Vallei. „En ja,
dan kan het gaan branden. Zeker
met deze hitte en droogte."
Het probleem dat ten grondslag
ligt aan de overhitte mestbult, is de
tijdelijke sluiting van Energiecen
trale BMC Moerdijk. Dat enorme
bedrijf verwerkt jaarlijks een derde
van de totale productie van pluim
veemest in Nederland. „Maar het
bedrijf staat drie maanden stil we
gens grote werkzaamheden aan de
fabriek. Ze verbranden daar negen
duizend ton per week, gemiddeld.
Dat wordt nu niet verbrand en
komt in opslag."
Het bedrijf ligt sinds begin mei stil.
Het trekt ongedierte
aan en er kan brand
ontstaan door broei
De werkzaamheden zouden enkele
weken duren, maar zijn uitgelopen.
Waarschijnlijk gaan de deuren pas
eind juli weer open. Kippenboeren
zijn voor het afvoeren van mest
sterk afhankelijk van BMC Moer
dijk. Enkele boeren kunnen hun
mest nog gedeeltelijk kwijt bij bij
voorbeeld collega's. Maar dat geldt
niet voor fipronilboeren.
De kippenboeren mogen de
mest, waar fipronil in zit, niet ver
voeren van het ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedsel
kwaliteit.
Het mag alleen naar een biomas
sacentrale, waar het wordt afgebro
ken. Moerdijk is de enige verwerker
die fipronilmest wil hebben en mag
verbranden. „Nu Moerdijk dicht
blijft, blijven vooral die boeren die
nog fipronilmest hebben met de
mest zitten."
Voor hen geen plan b. De mest
kan niet weg door een vervoersver-
bod, terwijl de berg groter wordt.
De dieren poepen immers gewoon
door. „Bij boeren liggen grote par
tijen mest in opslag of op het erf,
soms in de open lucht. Er zijn be
drijven met wel duizend ton mest."
Er zijn drie redenen, waarom de
mestopslag problematisch is met
deze droge dagen, stelt Workamp.
„Het trekt ongedierte aan, ratten en
muizen. En vliegen, zeker met deze
temperaturen. En er kan broei ont
staan, waardoor brand uitbreekt."
Daniëlle Cardozo, woordvoerder
van minister Schouten (ministerie
van Landbouw, Natuur Voedsel
kwaliteit): „We hadden bijna een
oplossing. Een ander bedrijf dan
Moerdijk wilde de fipronilmest
verwerken. Dat bedrijf trok zich op
het laatst terug. We zoeken nu met
de sector naar een nieuwe optie."
woensdag 11 juli 2018
GO
'Fipronil, beslist geen eitje!'
Lucien Baard
Wierden
Boerin Gerda
Briene met haar
boek én fipronil-
vrije eieren.
FOTO LARS SMOOK
De fipronilboer zit opnieuw in
zwaar weer. Hij kan niet van zijn
mest af. Dus ligt dat soms open
en bloot op het erf. Dat trekt rat
ten, muizen en massa's vliegen
aan; of bulten vliegen in brand.
André Valkeman
Ernst
-Jan Workamp, meldpunt
fipronilslachtoffers
♦v 'i-Ti'.
De brand
weer kon voor
komen dat de
smeulende
mestbult bij de
boer in Ernst
vlam vatte.
FOTO ROB VOSS