Nooit meer blauwbekken voor de Willemsorde
W
5
In een snoeihard onderzoek van de
Rekenkamer over Mali wordt de
politiek opnieuw met de neus op de
feiten gedrukt. De krijgsmacht kan alle
missies niet meer aan.
Defensie moet prioriteiten gaan
stellen en dat betekent minder
missies in verre buitenlanden. Die
impliciete boodschap ontvingen
het kabinet én de Tweede Kamer
gisteren van de Algemene Reken
kamer, in de allerlaatste zin van
een snoeihard rapport over de
Mali-missie.
In de studie worden de 'haal
baarheid en houdbaarheid'
van het grote aantal Neder-
landse militaire missies - in
2017 waren dat er achttien in ze
ventien landen - als 'twijfelachtig'
bestempeld. De Rekenkamer doet
een klemmend beroep op zowel
kabinet als Tweede Kamer om bij
besluiten over missies rekening te
houden met 'de draagkracht van
de krijgsmacht'.
Die draagkracht heeft ernstig te
lijden onder de missie in Mali. Om
de missie mogelijk te maken,
wordt er geparasiteerd op eenhe
den in Nederland, die mankracht
en materieel moeten afstaan.
Daardoor komen niet alleen die
eenheden in de problemen, maar
ook de militairen die zich voorbe
reiden op een uitzending naar het
Afrikaanse land. Alleen dankzij
improvisatie kan de missie über
haupt worden uitgevoerd.
Improviseren
Door de manier waarop de poli
tiek vanaf 2015 over verlenging van
de missie besloot - steeds voor een
jaar - werden er geen structurele
oplossingen voor problemen ge
zocht. De strijdkrachten konden
dat met improvisatie opvangen,
maar volgens de Rekenkamer is de
rek er sinds dit jaar wel uit. „Goed
'ürS-
improviseren kan alleen op basis
van een goede voorbereiding",
schrijven de onderzoekers.
Maar daar zorgde de minister
van Defensie - tot oktober 2017
Jeanine Hennis, nu Ank Bijleveld
- niet voor. Eenheden konden zich
niet genoeg voorbereiden op de
missie. Omdat al het benodigde
materieel naar Mali moest, konden
militairen die zich opmaakten
voor een uitzending niet of nau
welijks oefenen. Er was een tekort
aan terreinwagens en nachtzicht-
kijkers. Van radio's voor de satel
lietcommunicatie ontbraken cru
ciale onderdelen zoals de antenne.
Eenmaal in Mali was de situatie
niet veel beter. Omdat militairen
in Nederland niet konden rijden
in de terreinvoertuigen, moesten
rijexaminatoren worden ingevlo
gen om in Mali rijexamens af te
leggen. In voertuigen zaten scheu
ren, onderhoud gebeurde zelden
op tijd. Eind vorig jaar had 78 pro
cent van de militairen geen ver
trouwen meer in het eigen mate
rieel. Sterker: voor 80 procent van
het wagenpark zou 'volgens Ne
derlandse maatstaven een rijver
bod gelden'.
De Rekenkamer onderzocht één
eenheid die actief is in Mali, een
lichte infanterie- en verkennings
eenheid van de landmacht. De
conclusies zijn echter exempla
risch voor de hele krijgsmacht. De
'voetafdruk' die een missie achter
laat op de rest van de krijgsmacht,
stelt de Rekenkamer, is vaak groter
dan de missie doet vermoeden.
De Tweede Kamer reageert niet
eens meer verrast op de opsom
ming van de Rekenkamer. Zij zag
al een reeks eerdere ontluiste
rende rapporten aan zich voorbij
trekken. Wel noemt ze de inhoud
Kabinet en Kamer,
houd bij nieuwe
besluiten rekening
met de draagkracht
Het kabinet beloofde gisteren dat
het rapport 'zijn weerslag zal heb
ben op de besluiten die het kabi
net op zeer korte termijn neemt'
over missies. Niet voor niets lekte
dinsdag al uit dat de missie in Mali
in 2019 stopt. De inzet in Afghani
stan wordt wel uitgebreid met
zo'n 60 militairen.
Fouten
Eind vorig jaar kwam de Onder
zoeksraad voor Veiligheid met een
hard rapport over de missie in
Mali. Door allerlei fouten met mu
nitie kwamen daar in de zomer
van 2016 twee Nederlandse mili
tairen om het leven. Minister Hen
nis trad hiervoor in oktober 2017
af. Een coalitie-Kamerlid ver
zuchtte deze week al dat 'niemand
zit te wachten op nog zo'n inci
dent in Mali'.
'zorgelijk' en 'voer voor een debat',
vooral omdat de Rekenkamer
waarschuwt dat de kabinetsdoel
stelling om de basisgereedheid in
2021 weer hersteld te hebben, in
gevaar komt. VVD-Kamerlid An-
dré Bosman: „De militaire bijdrage
in Mali bemoeilijkt dat." Ook voor
de andere regeringspartijen is dui
delijk dat een pas op de plaats nu
nodig is.
kwhik*
Drie jaar geleden is dat uitermate
slecht gevallen. Dit wordt beves
tigd in het gevolg van de koning
tijdens het staatsbezoek aan de
Baltische Staten.
Donderdag 4 december 2015
kreeg Gijs Tuinman de Militaire
Willemsorde bij oostelijke wind
in een gevoelstemperatuur van
ruim drie graden onder nul. Dat is
nog op te brengen voor wie in be
weging is. Maar voor de hoogge-
plaatsten was het een statisch eve
nement waarin zij een paar uur
nauwelijks bewogen en bijkans
bevroren.
Tuinman ontving met de ridder
slag, een klap van de koning op
zijn schouder, de hoogste dapper
heidsonderscheiding wegens zijn
Wie heeft het
bedacht dat dit in de
winter moest
worden uitgereikt?
meervoudig ploegoptreden voor
Taskforce 55 in 2009 voor zijn ge
toonde leiderschap in Afghani
stan.
Handschoenen
Rond de ceremonie zei koning
Willem-Alexander de dag voor
Sinterklaas in kleine kring: „Wie
heeft het bedacht dat dit in de
winter moest worden uitgereikt?"
De kou sloeg toe op het moment
dat de koning, de koningin en mi
nister Jeanine Hennis van Defen
sie vanuit de Ridderzaal naar het
spreekgestoelte wandelden.
Vrijwel alle militairen droegen
die dag witte katoenen hand
schoenen, zelden kwamen die zo
van pas. Maar de ministers van het
derde kabinet-Rutte, die al langer
op de tribune zaten, hadden het al
enige tijd ijskoud.
Koningin Maxima droeg die dag
niet alleen hoed, een dikke shawl,
een lange jas en thermokleding te
gen de kou, maar ook onzichtbare
handverwarmers die in een hand
palm passen en door zeevissers bij
extreem koud weer worden ge-
De aanwezige
niet-gedecoreerden
zijn watjes
bruikt. Toen zij eenmaal op tem
peratuur was, droeg de koningin
haar handverwarmers over aan de
overduidelijk blauwbekkende mi
nister van Defensie Hennis. Zij
nam ze in dankbaarheid aan.
Toch wijst men in politiek Den
Haag naar het secretariaat van de
koning. „Zij bepalen zelf de
agenda." Hoe dan ook, toekom
stige Willemsorden zullen voort
aan bij aangenamer weer worden
uitgereikt.
Een militair die is betrokken bij
de dapperheidsonderscheidingen
zegt daarover: „Dat doen we nooit
meer in de winter." Een andere
topmilitair denkt er het zijne van:
„De aanwezige niet-gedecoreer
den zijn watjes."
donderdag 14 juni 2018
GO
Rekenkamer: krijgsmacht
bezwijkt onder de missies
Hanneke Keultjes
Den Haag
1
- Rekenkamer
Er wordt dit jaar weliswaar een
nieuwe Militaire Willemsorde
uitgerekt, maar één ding staat
vast: de koning zal de hoogste
militaire onderscheiding nooit
meer in de winter uitreiken.
Jan Hoedeman
Tallinn
- Koning Willem-Alexander
-Topmilitair over kritiek op
uitreiking orde in de winter.