'IK BEN GEEN WONDERKIND, WEL EEN DOORZETTER' zelf op te komen. „Daardoor lukte het mij van beginnertje met een naaimachientje uit te groeien tot iemand die iets voor de Nederlandse mode heeft neergezet. Ik ben daar enorm trots op. Heb ijzer met handen gebroken. Toen boys als Max Heymans (collega-couturier; 1918-1997, red.) mensen op stoeltjes in hun eigen salon lieten zitten om hun collecties te tonen, gaf ik al grote shows." Die eigenzinnigheid en extravagante bouwwerken van zijde, suède en leer maakten haar in de jaren 70 en 80 tot La Grande Dame van de Nederlandse glamourmode. Haar creaties hadden namen als luipaardmantel, drakenmantel en paradijsvogel. Zangeres Kate Bush liet zich in 1979 fotograferen in de Gaudi-jas- jurk en societyfiguur Mathilde Willink was tot haar dood in 1977 zowel muze als vaste klant. In 1983 gaf Fong Leng voor een kleine twintigduizend toeschouwers een show in het PSV-stadion waar be halve modellen ook Afghaanse honden over de catwalk liepen. „Ik ben geen on derdeurtje dat stilletjes ergens binnen komt. Het moet groots en meeslepend." In haar in 1971 geopende Studio Fong Leng in de P.C. Hooftstraat verzamelden zich artiesten en muzikanten die daarna nachtenlang doorzakten. Fong Leng: „Dat kan ik nog steeds als de beste. Met pure whisky in een klein borrelglaasje. Maar ik doe het veel minder dan voorheen. Als het gebeurt, ga ik 's ochtends vroeg ge woon aan de slag. Die tijd van drinken, dansen, roken en met z'n allen de stad in om te toeren zonder dat je weet waar je uitkomt, is weg. Boem. Klaar. Nu is er een nieuwe tijd en daaraan pas ik me aan. Het is verzakelijkt, harder. Iedereen is serieu zer met zijn carrière bezig. Maar ik blijf ook gewoon doen wat ik wil. In mijn kunst en in mijn leven." Solo Dat betekent dat ze al tientallen jaren alleen woont. Ze is een keer getrouwd ge weest en heeft nu 'al 100 jaar' een relatie met kunstenares Gerti Bierenbroodspot. „Dat ik eerst met een man was en nu met een vrouw vind ik heel gewoon, ik weet niet beter meer. Maar ik wil nooit meer samenwonen, ik moet alleen zijn. Ik wil altijd mijn eigen ritme kunnen aanhou den, geen rekening hoeven houden met een ander. Als ik 's nachts aan de slag wil, heb ik geen behoefte aan gezeur: wat ga je doen? Of dat ik moet opletten wanneer de ander slaapt of wat hij wil eten. Dat past niet in mijn leven." Wel een dagelijkse routine: een rinke lende wekker om 7 uur, hoewel ze de pensioengerechtigde leeftijd allang heeft bereikt - in augustus wordt ze 81. Ontbijt slaat ze sinds mensenheugenis over. Twee koffie ('vieze drab, want ik doe niet aan een koffiezetapparaat') luiden de dag in. Net als een minisigaartje waarvan ze de as wegtikt in een rood-zwart Simson- fietsreparatieblikje. Daarna gaat ze de trap op naar haar atelier. Haar creatieve epicentrum waar ze de lichtobjecten, colliers en leren wandtapijten bedenkt en in elkaar zet. Soms is ze wel twee jaar bezig met zo'n kunstwerk, dat zeker 2 bij 3 meet. Natuurlijk niet aan één stuk, tus sendoor vragen ook andere projecten haar aandacht. Als er een expositie op komst is, zeg ik tegen mijn vrienden: bye, bye, mij zien jullie een paar maanden niet meer. Ik wil werken, daar kan ik geen storingen en onweer bij gebruiken. En ik wil ook dat plakje kaas op mijn boterham kunnen leggen. Dus moet ik verkopen. Mensen zijn verbaasd dat ik zoveel werk, maar ik vind het heerlijk. Sterker: ik ben er ver liefd op en ik kan niet anders. Ik heb wat dat betreft levenslang. Voor mij bestaat er geen leegte. Ik wil creatief bezig zijn en blijven vernieuwen. Maken wat nog niet vertoond is, tijd speelt daarbij geen rol. Als ik iets in gedachten heb, moet het verwezenlijkt worden. Hoelang dat ook duurt. Daarvoor moet je lef en durf heb ben. Ik ben geen wonderkind, wel een doorzetter. Ik creëer wat ik zelf mooi vind, ik zal nooit vragen: zeg, hoe vind jij dat? Zo werkt dat niet. Mensen kijken slecht naar kunst. Heb ben geen tijd meer. Wanneer het vier seconden duurt, is het veel, merk ik. Zelfs bij een schilderij in het Rijksmuseum geldt dat. Dan denk ik: je kunt op die manier de finesses onmogelijk opmerken. Mijn werk bestaat uit verschillende kleu ren, aparte technieken en materialen. Is een samenspel. Om dat te zien, moetje kijken. Zeg jij: 0, wat leuk, dan heb ik al de pest aan jou. Dan weet ik dat je het niet begrijpt. Je zegt 'mooi', 'niet mooi', of'lelijk'. Maar 'leuk' is niet het juiste woord. Dan hoefik je al niet meer, ben klaar met je en draai me om om iets an ders te gaan doen. Heb ik het gelijk gehad met je." Die instelling is niet alleen al jaren de motor achter haar carrière, maar leverde haar ook de reputatie 'modekreng' op, weet Fong Leng zelf. „Mijn vrienden vin den mij een schat. Maar wanneer ik mij moet manifesteren, ga ik door roeien en ruiten. Ik heb veel onaardige dingen ge daan, ik zeg niet welke. Maar waarom zou ik aardig tegen iedereen moeten zijn? Wat levert dat op? Ik wil verkopen, maar draai me daarvoor nooit in een knoop. Dat doet Fong Leng echt niet. Dan maar geen deal. Ik ben recht voor zijn raap, to the point, wil nergens een vervelende zweer aan overhouden. En verder basta. Als ik ergens geen zin in heb, doe ik het niet. Komen er op straat mensen op mij af met de vraag: bent u mevrouw Fong Leng? Dan zeg ik weieens: nee, dat is mijn zus. Ik ben niet lief, ik ben een straat vechter. Een oorlogskind dat het hoofd boven water moest houden." Ze moet nog beslissen wat er in de toe komst met haar werk gebeurt. „Dat moet ik bespreken met een archivaris die alles op orde brengt. Ik weet dat het leven ein dig is, maar ik ben daar niet mee bezig. Ik voel me geen oud vrouwtje, zeker niet qua energie. Wel weet ik dat ik beter weg kan zijn als ik anderen tot last ben of niks meer zelfstandig kan. Ik heb niets met mensonwaardig oud worden, dat zouden we met z'n allen niet moeten willen. Zolang het kan, ga ik door. 41 Dit najaar verschijnt een boek over Fong Leng van Milou van Rossum. Tijdens de Fashion Week 2019 is een film van Deborah Faraone Mennella in de bioscoop te zien. 341 zaterdag 9 juni 2018 WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 102