v m 14 De Nijmeegse student Willem Barentsen verdwijnt 25 jaar geleden tijdens een vakantie in Roemenië. Van hem ontbreekt ieder spoor, totdat een stukje schedel wordt gevonden. sm-a VERDWIJNING GEMIS Het was een potsierlijk ge zicht. De doodskist was zo klein dat een pasgebo ren baby er nog krap in zou liggen. En dan dat gedoe met de douane op Schiphol! Krabbels zetten, vervoerskosten be talen. Alsof het ging om een stuk ba gage dat geïmporteerd werd van Roe menië naar Nederland. Toen alle for maliteiten rond waren, kwam dan eindelijk de overdracht. Zonder plechtigheden werd het kistje in handen gedrukt, achterin de veel te ruime lijkwagen gezet, en weggere den. De begrafenisondernemer moest getroost worden: zoiets had hij nog nooit meegemaakt. Zo kwam Willem Barentsen thuis, op 6 juni 1996. Na jaren van onzeker heid, bureaucratische rompslomp en wanhopige zoektochten was er iets om vast te houden. Het was niet meer dan een stukje schedel, maar toch. Je kon er bij rouwen, bij janken, bij herinneren. Je kon het in de oude kinderkamer zetten, naast speelgoed van vroeger, boeken en cassetteband jes. Wie wel eens een geliefde ver loor, weet hoe waardevol dat is. En dat na drie lange jaren, waarin het leek alsof Willem van de aardbodem was verdwenen. De laatste reis Wie ooit heeft gelift, kent de frustra tie. Dat leek niet voor Willem te gel den, want hij was een geboren ge luksvogel. Hij hoefde maar langs de weg te gaan staan, of er stopte wel ie mand. Zo ging het ook precies 25 jaar geleden, toen Willem in de zomer van 1993 zijn beste vriend Casper in Barcelona wilde opzoeken. Maar ook Willems geluk bleek eindig. Zijn moeder Joke werd op 15 augustus ge beld door medewerkers van de We reldwinkel waar Willem vrijwilliger was. Waar hij bleef? Hij zou die dag toch een dienst draaien? De vrolijke jongen met dat ringetje in zijn linkeroor was ook nooit in Barcelona aangekomen, zei Casper la ter. Moeder Joke en stiefvader Gerard \- *1 werden met de dag ongeruster. De Roemeen Cornel Corhu groeide op in de schaduw van de Kar paten. Als hij niet werkte als liftbe diende in de plaatselijke kabelbaan, ging hij graag op pad in de machtige bergketen. Zo ook in de herfst van Ik ben blij dat we wat hebben, dat ik weet dat hij is overleden 1993. Op zoek naar het rotsplantje edelweiss, stuitte hij ineens op een stuk schedel. Naast het botstuk lag een rugzak met daarin gestreepte onderbroeken, een afgeknipte spij kerbroek, witte overhemden en san dalen. En een Nederlands paspoort op naam van Willem Barentsen. Wachten went nooit 'De gevonden stoffelijke resten zijn NIET van Willem Barentsen.' Het stond er echt, in die brief van 29 maart 1994. De Roemeense autoritei ten hadden haren vergeleken, gebits foto's bekeken en kledingstukken naast elkaar gelegd, en concludeer den daaruit dat het stuk schedel wei nig overeenkomsten vertoonde met Willem Barentsen. Maar er was iets geks met dat on derzoeksrapport. Het was wel erg primitief. Zo ontbrak het aan een be schrijving van de onderzoeksmetho den; er werden enkel conclusies ge trokken. Dat maakte het onmogelijk om na te gaan of het tand- en haaron derzoek op de juiste manier was uit gevoerd. Bovendien was er geen ge bruikgemaakt van dna-onderzoek, een veelbelovende techniek die in 1994 nog in de kinderschoenen stond. Is de schedel echt niet van Willem? Alleen een Nederlandse contraexper tise kan Joke en Gerard geruststellen. Maar Roemenië ademt nog in alles de sfeer van het communisme uit, en de medische experts zijn niet van plan zomaar wat dna van de schedel af te staan. Dus reizen Gerard en Joke in oktober 1994 zelf naar Roemenië, in een soort wanhopige smeekbede aan de autoriteiten. Uiteindelijk is er resultaat: een stukje weefsel komt naar Nederland voor een laboratoriumonderzoek. De Roemenen gaan alleen akkoord als een Roemeense bioloog eigenhandig het stukje weefsel naar het laborato rium in Leiden mag brengen. Na de nodige onderhandelingen komen ze overeen dat Gerard en Joke alle kos ten voor de reis en het hotel betalen, en ook nog eens 400 gulden zakgeld voor de Roemeense bioloog. Waar Joke en Gerard eerst maan denlang moesten wachten op nieuws van de Roemeense autoriteiten en de Nederlandse ambassade in Boekarest, moeten ze nu geduld hebben voordat ze de dna-uitslagen ontvangen van het Nederlandse laboratorium. Dat eindeloze wachten went nooit, schreef stiefVader Gerard in zijn me moires. Hoe groot de kans is dat we ooit zullen weten hoe Willem om het leven kwam? Die is nul Dan eindelijk, op 24 mei 1995, komt het verlossende telefoontje. Het is hem wel. Willem is dood. Hoe hard het ook is om je zoon te verliezen, voor Joke en Gerard was het ook een opluchting. Hun zoon is terecht, nu kunnen ze een grafmonumentje in richten en verder gaan. „Ik ben blij dat we wat hebben, dat ik weet dat hij is overleden", zegt Joke 25 jaar later. „Anders was hij nu nog vermist. Zulke ouders ken ik ook. Die hebben iedere keer weer hoop." Een groot gemis In het dressoir van Joke staat een ke gelvormige kaars die ze ooit van Wil lem kreeg. De kaars heeft slechts eenmaal gebrand, en toen verdween Willem. Joke weet dondersgoed: als ik die kaars laat opbranden, ver dwijnt er weer iets wat me aan mijn zoon doet denken. Zo ziet rouw eruit na 25 jaar. Je houdt je vast aan de laatste voorwer pen en herinneringen, omdat je weet dat het er alleen maar minder zullen worden. Dat is ergens maar goed ook, zegt Joke. Kort na de vermissing dacht ze iedere seconde van de dag aan Willem, zoveel dat het piekeren haar gek maakte. Na maanden komt er een onbe waakt ogenblik waarop je vijf minu ten niet aan diegene denkt. En zo worden de tussenpozen langzaam maar zeker langer. Al zal de herinne ring natuurlijk nooit volledig ver dwijnen. Een ding blijft knagen. Wat is er met Willem gebeurd? Is hij uitgegle den en van de berg gevallen? Zijn rugzak en schedel werden immers gevonden onderaan een rotswand, op een weggetje dat in de volksmond Valcelul Mortului-pad heet: het do- denpad. Maar waarom is de rest van zijn lichaam dan niet gevonden? Joke hoopt er ooit nog achter te komen hoe haar zoon om het leven is geko men. Maar op de vraag hoe groot ze die kans acht, antwoordt ze zonder aarzelen: „Nul. Die kans is nul." vrijdag 1 juni 2018 GO Een stukje schedel van Willem is beter dan niets Merijn van Nuland Nijmegen *d y#i u™ e t/'J V: r' —Moeder Joke Moeder Joke met een foto van haar overleden zoon Wil lem. Kort na de ver missing dacht ze iedere seconde van de dag aan hem. Het piekeren maakte haar gek. FOTO JORIS BUIJS/BEELD WERKT —Moeder Joke

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 14