Een steeds groter deel van Europa verandert in steen en
landbouwgrond. Waar overleven planten en dieren nog?
Gewoon in de stad.
atuur en de stad, het lijken te
gengestelde grootheden. Het
idee is: je hebt natuur, en daar
middenin ligt de stad. Maar in
die stad barst het ook van de
natuur. Er staan bomenrijen waarin van
alles leeft, er groeien zeldzame varens uit
kademuren, in de gracht dobberen futen
- watervogels die gewoonlijk op weidse
plassen leven. Hele vluchten ganzen zijn
bezig grastaluds kaal te vreten in een
drukke verkeersstraat. Op de platte kie
zeldaken zijn meer scholeksters te zien
dan tijdens een strandwandeling.
We zijn eraan gewend geraakt, net als
die planten en dieren zelf. Die hebben
zich aangepast aan het leven in een stede
lijke omgeving. Ze veranderden hun
dieet, het volume van hun zang (anders
komen ze niet boven het verkeerslawaai
uit) en ontwikkelden tactieken tegen
nieuwe vijanden. Want in de stad wonen
niet alleen mensen, maar ook honden,
katten en meeuwen. Of, als je een duif
bent en in het Franse stadje Albi aan de
rivier de Tarn woont: meervallen.
Deze vissen kunnen tot wel anderhalve
meter groot worden en hebben vervaar
lijke tanden waarmee ze vissen, water-
kreeftjes en soms een eendje uit het
water happen. Aan de Tarn-oevers baden
duivenkolonies zich in het zand om van
ongedierte af te komen. De meervallen
ontwikkelden een nieuwe jachttechniek:
ze werpen zich uit het water op de kant,
grijpen een argeloze duif en trekken die
het water in, precies zoals orka's op zee
honden jagen. De voedselinname van
meervallen in de Tarn bestaat inmiddels
voor een kwart tot de helft uit duif.
Tja, je pakt wat je pakken kan en eet
wat er te eten is. Dus kijkt niemand meer
gek op van een meerkoetennest waarin
scheepstouw, plastic flessen, chipszakken
en soms zelfs hele winkelwagentjes zijn
verwerkt. Van reigers die op de markt
rondschooien naar gefrituurde kipkluif
jes en van duiven die vechten om een
patatje oorlog. Er is zelfs een nieuw be
roep geëvolueerd: dat van stadsecoloog.
Bioloog Menno Schilthuizen (1965)
was als kind al hevig geïnteresseerd in
'de natuur'. Hij bracht uren door op zijn
knieën in het gras om kevertjes te bestu
deren en maakte al vogelspottend kilo
meters in Zuid-Holland, deels een
veenweidegebied met ruime polders,
sloten, bosjes, struikgewas en zanderige
duintoppen. Allemaal minibiotoopjes,
leefgebiedjes, met hun eigen bewoners.
Vijftig jaar later is van die biotoopjes
niet veel meer over. Er is gebouwd en
geasfalteerd, er is een Vinex-wijk als
Nesselande bijgekomen. Woedend was
hij destijds toen de eerste bulldozers hun
kaken in zijn landje zetten. Maar Schilt
huizen zal ontdekken dat in de plaats van
de verloren gegane 'natuurbiotoopjes' al
lerlei nieuwe ecosystemen zijn ontstaan
van planten en dieren die zich volledig
Darwin in de stad
hebben aangepast aan de nieuwe, beton
nen biotoop.
Het dringt tot hem door dat het raar is
de mens boven de natuur te stellen in
plaats van hem er onderdeel van te laten
uitmaken, net zo raar als steden uitslui
ten van de natuur. Steden zijn de nieuwe
natuur, waarin levende wezens zich aan
passen aan wat er voor hen te halen valt.
Zeker omdat van hun oorspronkelijke
leefgebied steeds minder over is. Wie
zich niet schikt, gaat dood. Een kwestie
van survival of the fittest.
Evolutiebiologie
'En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen'.
Zinnen uit het in 1945 publiceerde ge
dicht De Dapperstraat van J.C. Bloem (u
weet wel, waar hij domweg gelukkig
was). Toen al werd Nederland kennelijk
als 'volgebouwd' beschouwd. 'Geef mij
de grauwe, stedelijke wegen', vervolgde
Bloem. Anno 2018 is hij niet de enige met
die mening.
Niet alleen wonen sinds 2007 meer
mensen in een stedelijke omgeving dan
op het platteland, ook miljarden micro
ben, schimmels, insecten, vogels, reptie
len, amfibieën en zoogdieren - andere
dan de mens - doen dat.
Menno Schilthuizen is als evolutie
bioloog en -onderzoeker verbonden aan
Naturalis Biodiversity Center in Leiden
en als hoogleraar aan de Universiteit Lei
den. Hij schrijft regelmatig over evolutie
en biodiversiteit voor The New York Times,
Science, Time en The Huffington Post en is
auteur van de boeken Darwins peepshow
en Waarom zijn er zoveel soorten. Van
zijn hand verschijnt nu Darwin in de
stad; Evolutie in de urban jungle een
gedegen, prettig leesbaar vervolg op
de evolutieleer van Charles Dar-
magazine 15
Teksl ANNET DE GROOT Foto's DE WILDE STAD/AMSTELFILM
Metromuaae
en hotaoareiaers
MENNO SCHILTHUIZEN
Darwin in de stad;
Evolutie in de urban
jungle van Menno
Schilthuizen ver
schijnt bij Atlas
Contact (€25).
WG