Bewaar niet te
veel spullen en
neem de tijd voor
afscheid
Mijn jongste zoon is aan het schat
graven. Met een rolkoffertje achter zich
aan, gevonden op zolder, speurt hij naar
voorwerpen van waarde in het leven van
een 6-jarige. Ik heb hem gezegd dat hij
alles mag meenemen wat hem aan opa
herinnert - het was zijn enige en laatste,
de andere drie grootouders heeft hij zelfs
nooit gekend. Ik zie er een ongebruikt
doosje paperclips in verdwijnen. Een an
sichtkaart met een giraffe. Een tasje van
de Lufthansa met een slaapmasker, oor
dopjes en sloffen. Een pen. En een oude
foto in een lijstje van zijn moeder tijdens
een vakantie met een vreemde meneer.
„Wie is dat?", vraagt hij.
„O, dat is iemand die mama vroeger
kende", wuif ik weg. Die avond vind ik
mijn ex terug in het slaapkamertje van
mijn zoon, samen met alle andere voor
werpen van opa die hij keurig rond zijn
bed heeft gerangschikt. „Dit is mijn
museum", zegt hij een beetje plechtig.
We delven ons een weg door de
kamers, steeds dieper het privédomein
van mijn ouders in. Discreet de andere
kant op kijken kan niet, met harde grap
pen maskeren we ons ongemak. „Iemand
behoefte aan oxazepammetjes?", roep ik
vanuit de badkamer, nadat ik het medi
cijnkastje heb geopend en oog in oog sta
met het ziekbed van mijn ouders. „Of
morfine? Altijd handig om in huis te heb
ben!" Steunkousen liggen er, incontinen-
tiemateriaal, een pruik; relikwieën van de
ouderdom die met gebreken kwam,
gebreken en slopende ziektes. Onder in
de kast vind ik een doos met de borstpro-
these van mijn moeder. Waarom heeft
mijn vader die in vredesnaam bewaard?
Waarschijnlijk kon hij het niet opbren
gen om dat ding, symbool voor zoveel
verdriet en pijn, nog onder ogen te
komen. Met een knoop in mijn maag gooi
ik hem in een vuilniszak.
De bel. Twee verre nichten aan de deur,
ik heb ze al lang niet gezien. Een beetje
ongemakkelijk peilen ze de stemming. Ze
Familietherapeut en
publicist Else-Marie
van den Eerenbeemt
schreef het boek
Wie krijgt de gouden
armband van moe
der?
Volgens haar gaat elke
familie op een eigen
manier om met de er
fenis. En ook binnen
families zijn er grote
verschillen. Een paar
van haar inzichten op
een rij:
Het kind dat zich
door de ouders het
minst gezien heeft ge
voeld, wil vaak de
meeste spullen uit de
erfenis hebben. Op die
manier probeert het
een (vermeend) tekort
aan liefde te compen
seren.
Broers en zussen
kunnen van mening
verschillen over wat er
met de niet-waarde-
volle spullen moet ge
beuren. De een ruimt
het huis het liefst zo
snel mogelijk uit om
aan zichzelf duidelijk
en zichtbaar te maken
dat de ouders zijn
overleden. De ander wil
bijvoorbeeld kleding zo
lang mogelijk onaange
raakt in de kledingkast
laten hangen en de
puddingschaaltjes pre
cies zo in de kast laten
staan als moeder ze
voor het laatst had
neergezet. De derde
wil de trui waar mama's
parfum nog in hangt bij
zich hebben als troost.
Het is geen goed
idee is om zo snel mo
gelijk een opkoper te
bellen. Sommige men
sen willen dat omdat
ze bang zijn voor ver
driet of andere emo
ties. Als de tijd het
toelaat, is het verstan
diger om alle spullen
nog eens door je han
den te laten gaan; dat
helpt.
Mensen voelen zich
er vaak ongemakkelijk
bij om de spullen van
hun ouders weg te kie
peren; kun je spullen
die met zorg zijn verza
meld, die uiting geven
aan de persoonlijkheid
van de overledene, zo
maar weggooien? Het
advies is: bewaar niet
te veel. Meestal is het
een jaar na het overlij
den minder moeilijk om
spullen weg te doen.
Je kunt dierbare
spullen (laten) verwer
ken tot iets anders.
Laat bijvoorbeeld een
patchworksprei maken
van je moeders kleren.
Sommige mensen
fotograferen alle dier
bare spullen om er een
mooi herinnerings
album van te maken.
De spullen zelf doen
ze weg.
Jaartje ouder
„De verjaardag
van mijn oudste
zus, eind jaren 80.
De plofbank is
nog dezelfde, met
een andere stof."
Op een rijtje
„Mijn broer, mijn
zus en ik in het
midden."
24 zaterdag 19 mei 2018