ügbert Jan Vrouwen huilen best veel, vindt Egbert Jan. En zo zelden op, in zijn ogen, logische momenten. am?" Dochter (11) kijkt om, haar moeder reageert niet. We lopen over een zonbeschenen pad langs een beekje. Het is warm. Die och tend zijn we aangekomen in Bad Klein- kirchheim, in de Oostenrijkse deelstaat Karinthië. Dat ligt aan de zuidkant van de Alpen en het klimaat is dan ook me diterraan. „Kan je hier bruine benen krijgen?" „Tuurlijk." „O, gelukkig." „Doe dan morgen een korte broek aan." „Waarom niet?" „Ik heb van die witte benen." Eerlijk gezegd mis ik die logica wel, als man alleen. Gelukkig komt mijn dochter (25 inmiddels) geregeld. Laatst had ze het over haar moeder, mild en liefdevol. Ik knikte, want ik snap haar wel, denk ik. Opeens hing ze huilend om mijn nek. „Kindje", mompelde ik. Toen huilde ze harder. Helemaal begreep ik het niet, maar dat deed er niet toe. Niet lang voor mijn vrouw na twintig jaar samenzijn vertelde dat ze ergens an ders zou gaan wonen, zaten we op een zondagmorgen als gezin aan de keuken tafel. Ik maakte grapjes, plagerig. Opeens barstte ze in huilen uit; beide kinderen (15 en 17) keken op, ruw gewekt uit hun ochtendlijke puberteitschagrijn. Ik hield toevallig een ei in mijn hand. Heftig greep ze die hand vast en zei: „Ik hou van je hoor, vergeet dat niet." Het leek mij toen niet dat ik dat snel zou vergeten - terwijl de schaal van het ei tussen onze vingers kraakte. De kinderen keken geërgerd toe. Vrouwen huilen best veel, is me in de loop van het verleden opgevallen, en zelden op - in mijn ogen - logische mo menten. In Bad Kleinkirchheim zijn we met vakantie, helemaal gratis. Ik maak voor een bekend publiekstijdschrift een verhaal over vakantie met kinderen in Karinthië. Hoe geweldig dat is. Er is een fotograaf bij, Nathalie, die plaatjes van een blij en gelukkig gezin mee naar huis moet nemen. Het hotel is ingericht op jonge kinde ren en ook de onze wanen zich in een paradijs. Yann (9) rent van de ene spel computer naar de andere, hakt hout, voetbalt. Fenna zeult rond met andere u-jarigen, ze voeren gedempte gesprekken over pop-iconen. Wij zitten op een hemels terras over het dal uit te kijken. Nevel verzacht de contouren van de witte huizen in de diepte. Mijn vrouw en Nathalie hebben weinig kleren aan, ik mag dat wel. Ik zeg: „Waarachtig, Fenna heeft vandaag een korte broek aan." In het gezicht van mijn vrouw is even niets te zien van de sociaal vaardige vro lijkheid waar ze zo goed in is. Zonder de lach is ze mooi en moe en somber. In haar ogen staan tranen. Ze is niet gelukkig. Heel kort, net voor de angst en de ver ontrusting, heb ik met haar te doen. <1 Ik mis die logica, als man alleen M „Pap?" „Nee." ra Reageren? magazine@persgroep.nl Egbert Jan Riethof (64) is journalist. Hij heeft een dochter (25) en een zoon (23). Egbert Jan woont in z'n eentje in een huis met drie verdiepingen. 61 zaterdag 19 mei 2018

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 73