WIM HOFMAN
Dieren
11
René Geelhoed
zet zo een zaal op
z'n kop. Maar hij
keert nu terugmet
klassieke muziek
geïnspireerd door
de Zeeuwse ruimte.
zv
Toen we onlangs in West-Austra
lië waren, werden een paar sur
fers door haaien gebeten. Er ont
stond ophef, waarbij de overheid een
en ander verweten werd. De haaien be
nadeelden het toerisme en daarom
moest er iets aan gedaan worden.
In Australië zijn er nogal wat dieren
die lastig zijn voor de mens. Er sprin
gen heel wat grote kangoeroes rond en
omdat de boeren miljoenen bomen
hebben omgehakt om ruimte te maken
voor akkers waarop graan geteeld
moest worden, hoppen ze bij voorkeur
over die velden. Dit tot ergernis van de
boeren, die ze graag doodschieten.
Maar kangoeroes schuwen ook de
openbare weg niet, en dus worden ze,
ondanks waarschuwingsborden, nogal
eens aangereden. Veel auto's hebben
daar dan ook ter bescherming een spe
ciale beugel aan de voorkant.
De meeste last hadden wij echter
van insecten. Vooral 's avonds kwamen
er mugjes op ons af die venijnig kon
den steken. Hier en daar heb je ook
buitengewoon veel vliegen. Ze willen
in je ogen kruipen en in je mondhoe
ken, maar gelukkig bestaan er vliegen-
netjes die je over je hoofd en gezicht
kunt doen. Het ziet er niet uit, maar
zo'n netje werkt wel, al is het lastig bij
het eten of drinken.
Op een bepaald ogenblik kropen er
nogal wat grote zwarte mieren mijn
broekspijp in. Ze beten flink. Het was
moeilijk ze door de stof van de broek
heen, dood te knijpen. Ze bleven vol
houden. Ik trouwens ook.
Er zitten ook vogels natuurlijk. In de
vroege ochtend werden we gewekt
door de harde en rare geluiden die de
eksters maakten. We zagen ook nogal
wat ibissen, in het park bijvoorbeeld en
op het voetbalveld bij de school.
Groot waren de emoes die we zagen
op een zoutmeer. Deze vogels worden
wel anderhalve meter hoog. Ze leggen
groene eieren. Het mannetje zorgt er
voor dat de eieren uitkomen en de
emoetjes kunnen opgroeien.
Vroeger dacht men dat ze schadelijk
waren en dus werd er op ze gejaagd. Nu
blijkt dat het wel meevalt en worden ze
meer met rust gelaten.
Hiernaast een poging om een emoe-
kop te tekenen. Ik vind dat zijn oog wat
al te menselijk is uitgevallen. Het oog
moet eigenlijk rood zijn. Maar goed, zo
heeft u een idee.
Nog maar een paar
maanden geleden
waande René Geel
hoed (27) zich een
Beatle toen hij met
zijn band The Royal Engineers
voor dolenthousiaste Chinezen
stond te spelen. Als Rene Sebas-
tian (Rene zonder streepje en in
combinatie met zijn tweede
naam) brengt de uit Zonnemaire
afkomstige Geelhoed nu een al
bum met preludes voor piano uit.
In alle opzichten terug naar zijn
'roots'.
Neoklassiek. Impressionistisch.
Of, in simpeler woorden: „Eerlijke,
gevoelige pianomuziek. Klein ook
wel. Ik vind het leuk als iedereen
het kan spelen." De in Utrecht wo
nende Geelhoed vond de rust voor
het componeren van zijn preludes
in Zeeland, waar hij nog regelma
tig te vinden is. Een zwaar contrast
met de vele optredens en muzi
kale uitspattingen die hij - onder
meer met The Royal Engineers en
een Rolling Stones tributeband -
maakt. Over de hele wereld én in
de Randstad. „Alleen die lucht al
hier is zo veel beter. Maar het zou
ook niet helpen als ik alleen maar
aan de zeedijk stond. Juist dat con
trast is mooi."
Allesvreter Geelhoed maakte
zich, van jongsaf aan, vele muzi
kale genres eigen. Hij leerde boo
gie woogie spelen, zette feestten
ten op de kop met de Oranjeband
en timmerde aan de weg met se-
venties popband Vota Fonzie.
Maar het was Ellengard Jense, de
voormalige muziekschooldirec
trice en pianodocente uit Zierik-
zee, die Geelhoed in haar AMV-
klasje (algemene muzikale vor
ming) toonbesef bij bracht. En
hem daarna wegwijs maakte in de
klassieke pianomuziek. Zij wees
hem ook op de meer op popmu
ziek gerichte lesmogelijkheden.
„Maar ik dacht: nee! Ik wil alleen
maar deze strenge op etudes ge
richte dame, tegen wie ik niet in
durf te gaan. Dat is goed voor mij.
Ik ga haar de bladmuziek van deze
preludes ook zeker geven."
Want de conservatorium ge
schoolde muzikant en liedjes
schrijver wierp zich een jaartje ge
leden vanuit het niets opeens
weer op die klassieke roots. „Ik
was van plan iedere week twee
preludes te schrijven. Op papier.
Heel gestructureerd en een beetje
therapeutisch. Maar het was
opeens 'pang'. Het rolde eruit." In
clusief een totaal andere beleving.
„De focus die je er voor nodig hebt
en wat het je brengt. Dat is echt
iets in jezelf. Een groot contrast
met spelen in een band, waar je
continue prikkels om je heen
hebt."
Hoe leuk dat ook is. Zoals hij re
cent nog merkte tijdens die tour
door China. Daar sjeesde hij met
zijn bandgenoten met de hoge
snelheidstrein langs negen steden.
„En die mensen reageerden zo
goed op onze muziek. Krijsen, fo
to's: het ging maar door. Ze ken
den ook alle teksten, zelfs van het
derde couplet. We waren net The
Beatles of zo." Ook met zijn prelu
des gaat Geelhoed, maar dan onder
zijn artiestennaam Rene Sebas-
tian, de boer op. Op 28 mei heeft
hij zijn try-out in de A'DAM-toren
in Amsterdam. Even wennen om
de hele mikmak in zijn uppie te
doen en uit te vinden hoe hij de
zaal met zijn preludes kan raken.
„Maar ik heb altijd een grote bek
gehad, dus nu denk ik ook: kom op
hè niet te flauw."
vrijdag 18 mei 2018
De wereld van Wim Hofman, schrijver/illustrator
Terug
Esme Soesman
naar zijn Zeeuwse roots
Geelhoed de rust om iets met zijn klassieke roots te doen. foto dirk-jan gjeltema
In Zeeland vindt René Geelhot