'MIJN OOM WAS GEEN HELD.
HIJ WERD ER EEN, DOOR EEN
BESLISSING TE NEMEN'
p bezoek bij mijn grootmoeder staar ik
naar de portretfoto van oom Henk, zo'n
tachtig jaar geleden genomen. Ik zoek
naar gelijkenissen, naar bewijs. Promi
nente jukbeenderen, zware wenkbrau
wen, een knik in de brug van de neus
- ergens in dat gezicht zit het mijne
verstopt. Ik neem de foto in mijn handen.
Oom Henk was een verzetsheld. Dat is
mij verteld. Maar wat betekent dat?
Na de afgelopen jaren met menig
verzetsheld te hebben gesproken, ben ik
tot een conclusie gekomen: de term 'held'
is weliswaar gerechtvaardigd, maar ook
misleidend. De helden die wij eens per
jaar bezingen, zijn stuk voor stuk mensen
die er vergelijkbare principes op nahou
den als wij - vrijheid, gelijkheid - en
die evenveel te verliezen hadden als wij
tegenwoordig, wier leven toen even feil
baar en fragiel was als het onze nu. Door
ze helden te noemen, door ze te mytholo
giseren, doen we hen in zekere zin tekort.
Het andere deel van dat gewichtige
woord 'verzetsheld' is belangrijker.
Verzet.
Wat verzetshelden onderscheidt van
de rest van ons: ze hebben iets gedaan
wat niemand aandurfde, ze hebben iéts
gedaan, ze brachten een ogenschijnlijk
onbeduidend krantje rond, ze hebben
een mandje met gestolen broden voor de
buren die het zwaar hebben: kleine
daden in plaats van grote woorden. Ande
ren hebben juist iets niét gedaan, zoals
gehoor geven aan een oproep van
de Arbeitseinsatz of dat onderduikgezin
verlinken aan de overkant van de straat,
van wie de silhouetten soms op zolder
rondbewogen. Soms was woede een drijf
veer, soms verontwaardiging, soms ge
woonweg onverzettelijkheid,
een gevoel van nationale trots waarvan
ze niet eens wisten dat ze het kenden.
Het motief van de held, de aanvankelijke
reden van zijn eerste verzetsdaad, doet
eigenlijk niet ter zake. Het gaat om de
daad en de daad alleen.
Commandomissies
Vlak na de bezetting vluchtte ene Henk
Brinkgreve, reserve-officier in het Neder
landse leger, naar Engeland. In Engeland
zette hij commandomissies op, die hij
vervolgens op Nederlandse bodem uit
voerde. Op 5 maart 1945 werd hij, op
30-jarige leeftijd, tijdens zo'n missie in
zijn rug geschoten door een Nederlandse
SS'er. Hij stierf. Zijn broer leefde verder,
trouwde een in Indonesië geboren kun
stenares, zij kregen vier kinderen, onder
wie mijn moeder. Waarom Henk Enge
landvaarder werd, weet ik niet. Wat rest
zijn de missies, de daden, alsook enkele
korrelige foto's, waarvan ik er eentje
in mijn handen heb.
Henk was geen held. Hij werd er een,
door op enig moment een beslissing te
nemen waarbij hij lijfsbehoud onder
geschikt maakte. Hij besloot iéts te doen.
Zo brengt het tijdsgewricht helden voort
en bepalen helden op hun beurt dat tijds
gewricht, door het een andere wending
te geven. En uiteindelijk, wanneer al het
bloed is opgedroogd, de doden zijn geteld
en de verhalen verteld, plakken we daar
het geruststellende etiket 'geschiedenis'
op en leven we verder. 41
C
Daan Heerma van
Voss (32), schrijver en
historicus, hield
gisteren de jaarlijkse
4 mei-voordracht in
de Nieuwe Kerk in
Amsterdam. Hij
schreef twee boeken
over de oorlog: Een
verlate reis en De laat
ste oorlog. Op 17 mei
verschijnt zijn roman
Noem het liefde.
201 zaterdag 5 mei 2018
WG