Interview F,en interview met Bennie Jolink (71) geeft vuurwerk. Zeker als er wordt gesproken over de ruzies in Normaal, zijn depressies en zijn keuze over al dan niet uit het leven stappen. Die optie kies je niet. Dat is het juist! Je hebt geen controle over je gedachten Op Hemelvaartsdag krijgt de grijze rocker een standbeeld. -1 ennie Jolink is boos. Zijn mail liegt er niet om. 'Ik neem geen letter terug. Maar dit was eigenlijk de meest pure vorm van riooljournalistiek, zo hard mogelijk in de stront roeren in de hoop dat het erg gaat stinken'. Het is niet te rijmen met ons afscheid. Zwaaiden en lachten we niet naar elkaar? Ik antwoord dat ik een kritisch vraag gesprek wilde en wellicht ben doorge schoten in Sven Kockelmann-achtige ondervragingen. Jolink ontdooit al rap. 'Oké, dat van die stront en riooljournalis tiek neem ik terug, het is waarschijnlijk overtrokken en typerend voor mijn soms nog altijd wat roekeloze taalgebruik'. Later wordt me duidelijk dat dit Bennie Jolink is: zo scherp als een mes, dan weer zo zacht als een jongetje. Iets met stellig heid zeggen, om er naderhand op terug te komen. Een kwartier later, weer mail: 'Zullen we nogmaals afspreken? Licht ik dingen toe, eten we bij de Gouden Karper. Ik betaal'. TWEEDE GESPREK Het betreft zijn favoriete Hummelose tent, met bordeauxrode vloerbedekking en kastanjebruine bar. Als de gevoelige kwesties - ruzies, depressies en het thema zelfmoord - uit het eerste gesprek zijn geëvalueerd, schiet Jolink in een bul derende lach. Het café geniet mee. Ik ver tel hem hoe mijn chef vroeg alvast een necrologie te schrijven. Die Jolink leefde nog wel, maar zou binnenkort vast dood gaan, en dan had de krant zijn levens verhaal al scherp. „Humor. Door mijn astma ging het echt beroerd. Dat had die chef goed gezien." Zijn ademhaling ging zo hard achteruit, dat lopen passé leek. „Scootmobiel, twee slangetjes in mijn neus; dat leek de toekomst. magazine 9 'ER ZIJN NOG MAAR TWEE VIJANDEN' Tekst ANDRÉ VALKEMAN Foto's MAARTEN CORBIJN WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 77