OP DE MENUKAART VAN EETCAFE
BORRELSTAAN BOERENKOOL
EN DRAADJESVLEES
Inmiddels hanteert in de St. Lawrence
Market de Indiase Sainu Kanichirakal het
slagersmes. Hij werkte jarenlang voor de
Witteveens. Nu Witteveen junior naar
zijn pensioen toewerkt, heeft de Indiër
de zaak in de markthal overgenomen
- inclusief de naam. „Witteveen is een
sterk merk", zegt hij.
Kanichirakal snijdt dikke plakken
van een lokale lekkernij: peameal bacon,
vlees dat is geconserveerd door het in
erwtenmeel te rollen. Het smaakt zacht-
zoet, vermengd met een vleugje zout,
lekker op een knapperig broodje of uit de
hand, aan de balie van Witteveen.
De Nederlandse keuken staat in de we
reld niet bekend als sexy of verfijnd, en
wordt zelden geserveerd in restaurants
buiten de eigen grenzen. In Toronto heeft
de cuisine van de lage landen toch een
plek bemachtigd, dankzij de vele Hollan
ders die in de omgeving neerstreken. „Ik
had geen idee dat hier zoveel Nederlan
ders zijn", zegt Amy Jenkinson, de bar
dame van Borrel, het Hollandse eetcafé
vlakbij metrostation Greenwood.
Nederlandse Canadezen en hun na
komelingen zijn dol op Borrel, vertelt
Jenkinson - al kunnen ze soms niet na
laten op te merken dat oma de erwten
soep toch anders maakte.
Nijntje
Ook op de menukaart: boerenkool,
draadjesvlees en maatjesharing. In de
fles: jenever en Chocomel. De toiletten
zijn een attractie op zich, dankzij muur
schilderingen van illustrator Nanna Koe
koek. Je Canadese plas doe je met uitzicht
op Annie M.G. Schmidt, Ruud Gullit,
Nijntje en de Zangeres Zonder Naam,
'queen of the levenslied'.
„Het leukste aan Toronto is dat het zo
multicultureel is", zegt Monique Guf-
fens, Nederlandse die uitsmijters en nasi
goreng bakt in restaurant Real Mo-Mo's
in het oude centrum van Toronto. „Dat
er ook zoveel Nederlandse historie in
Canada is, heb ik me nooit gerealiseerd.
Bij mij was niet blijven hangen dat de
Canadezen zo belangrijk zijn geweest bij
de bevrijding van Nederland."
Het spoor van tulpen leidt naar het
zuiden, waar veel Hollandse tuinbouwers
neerstreken op het Niagara-schiereiland.
De tulpenkwekers heten er Van Meer, de
fresia's komen uit de kassen van Van
Zanten en de orchideeën van de gebroe
ders Van Steekelenburg zijn in vrijwel
elke bloemenzaak in de regio verkrijg
baar. Huur een auto, volg de kustlijn van
het Ontariomeer met de markante sky
line van Toronto in de achteruitkijkspie
gel, en je bent er in een uur of wat.
Marynissen
De Niagara-streek is natuurlijk vooral
beroemd vanwege de enorme waterval
len. Aan de overkant ligt Amerika, maar
daar valt weinig van te zien door de nevel
boven de ontzagwekkende kolkende
massa in vijftig tinten blauw en grijs. Of
wit, als delen van de watervallen bij ex
treme kou bevriezen, zoals afgelopen
winter.
Dat lijkt moeilijk te verenigen met
wijnbouw, maar het lukt in de Niagara-
regio, dankzij het Ontariomeer dat zachte
lucht aanvoert en een steile heuvelrug die
beschermt tegen de kou.
Een van de eersten die het probeerde
was - jawel, een Nederlander-John
Marynissen, die in 1953 een wijngaard
kocht in Niagara-on-the-Lake. In de jaren
70 begon hij chardonnay en merlot te
maken op wat nu de Marynissen Estates
Winery heet (niet meer van de familie,
wel te bezoeken). Dat kon nooit goed
gaan, dachten veel Canadezen.
Wijnhit
Maar de wijnranken overleefden en meer
wijnboeren volgden. Een van de mooist
gelegen bedrijven is de Peninsula Ridge
Estates Winery.
Makkelijk is het niet om hier wijn te
maken, moet verkoopster Susan Prit-
chard toegeven - 'we hebben twee barre
winters gehad' - maar de streek is een
wijnhit aan het worden. „Toen wij acht
tien jaar geleden begonnen, waren er nog
maar een stuk of tien wijngaarden in dit
gebied, nu meer dan veertig. Niagara als
wijngebied, het komt nu echt van de
grond."
Met dank aan John Marynissen. II
magazine 43
Emigranten
Toen Nederland zich door de
wederopbouwjaren worstelde,
bood Canada vrede en voor
spoed in overvloed. Dus maak
ten veel Nederlanders in die
periode de oversteek naar het
land van de bevrijders, aange
spoord door de Nederlandse
overheid. Onder hen 1886 'oor
logsbruiden': Nederlandse
meisjes die een Canadese sol
daat aan de haak hadden ge
slagen. Ze sloten zich aan bij
de Nederlanders die al in de
late 19de en vroege 20ste
eeuw naar Canada waren ver
trokken. Zij stichtten hun eigen
gemeenschappen: Neerlandia
in de provincie Alberta, Edam
in Saskatchewan. De vroegste
connectie komt uit Vancouver:
de stad is genoemd naar Coe-
vorden. Of beter gezegd: naar
de 18de-eeuwse Britse ontdek
kingsreiziger George Vancou
ver, een nakomeling van een
telg uit de Nederlandse adel
lijke familie Van Coevorden die
ooit heerste over het stadje in
Drenthe. Inmiddels telt Canada
maar liefst een miljoen inwo
ners met Nederlandse wortels,
volgens de bevolkingstelling
van 2016. De meesten zijn
opgegaan in de Canadese sa
menleving, maar voor 104.000
mensen, voornamelijk ouderen,
is het Nederlands nog steeds
hun moedertaal.
Onze reisreportages kunnen
(deels) door derden zijn betaald.
Deze sponsors hebben geen
invloed op de tekst, de foto's
en de vormgeving.
WG