Mijn ma Hugo Borst schrijft over zijn moeder, die aan alzheimer lijdt. Hij legt uit waarom zij nog steeds een inspiratiebron voor hem is. Per e-mail vroeg iemand zich af of mijn moeder het wel op prijs zou hebben gesteld dat ik van zo heel dichtbij over haar schrijf. Tijdens lezingen in bibliothe ken en alzheimercafés wordt het me soms op de man af gevraagd. „Wat zou uw moeder ervan hebben gevon den?" Een enkeling zegt of schrijft erbij dat het haar (het zijn altijd vrou wen) verschrikkelijk had geleken. Logische vraag, hoor. Mijn moeders ziekte betekent onder andere dat ze haar decorum is verloren. Dat bete kent dat mijn ooit zo propere ma knoeit als een kleuter in een eetstoel. Ze zit soms met haar handen in de avondmaaltijd. Ik heb me er een tijdje druk om gemaakt, maar dat is zinloos. Een kleuter ontwikkelt zich, iemand die dementeert gaat de andere kant op, het wordt alleen maar erger. Cor rigeren helpt niet en ma verzette zich als ik dat deed. Toen mijn moeder nog geen diag nose (vasculaire dementie in combi natie met alzheimer) op zak had, zei ik dat ik over haar zou schrijven. We waren bij ma's zussen Jos en Leny op bezoek, het was rond 2009. Mijn tan tes zaten in dit verpleeghuis, met mijn moeder bracht ik bezoekjes aan de dames en ik schreef soms een stukje over ze in de krant. Ma, die vreesde dat ze dement zou worden, zei: „Als je het maar genadig doet." Dus antwoord ik altijd dat elke zin die ik schrijf bedachtzaam en met genade aan het papier is toevertrouwd. Over het in beeld brengen heb ik het nooit met ma gehad. Ik ken mijn vroegere moeder goed genoeg om te weten dat ze hetzelfde beweerd zou hebben. Dat mijn bedoelingen zuiver moeten zijn. Geen effectbejag, geen totale ontluistering, met respect. De laatste weken maakte vaste foto graaf Margi Geerlinks een enkele keer een beeld dat ik over de genadegrens heen vond gaan. Een subjectieve waarneming natuurlijk. Ik ben mijn moeder niet. Toch probeer ik met haar oude, kritische ogen naar haar af takeling te kijken. En zo kan het gebeuren dat ik twee keer een foto heb afgewezen. Sterk beeld, maar te indringend, te confronterend, de kwetsbaarheid voorbij. Margi begrijpt me. Ze maakt geluk kig genoeg foto's die ma wel recht doen. Dat recht doen moet ik uitleg gen: na mijn geboorte kreeg mijn moeder te maken met dierbaren die geblesseerd raakten aan hun herse nen. Eerst ma's moeder, toen ma's vader, toen ma's schoonmoeder en daarna haar broer en - op eentje na - al haar zussen. Ma was begaan met ze. Misschien ten overvloede: mijn moeder las veel over dementie en sloeg op tv geen documentaire over. Niet dat de ziekte ma's levenswerk was, maar nog voor ze dementie kreeg, speelde de ziekte een voor name rol in haar leven. Ze gaf haar dierbaren aandacht en liefdevolle zorg. Dat ik elke week over ma schrijf en mij op breder niveau bezighou met de enorme impact van alzheimer, voelt alsof ik in de voetsporen van mijn moeder ben getreden. Ma is altijd mijn referentiekader. Ik heb haar zien zorgen voor anderen, ik heb haar ziek zien worden. De achteruitgang raakt me, maar is ook een inspiratiebron. Het is een geruststellend idee dat Margi rekening houdt met mij en ma. Uit genade zal haar camera soms een lichte zwenking maken. 41 magazine 37 Te confronterend H Reageren? magazine@persgroep.nl WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 105