II
EUWS 11
beerput
moet
open
KNIL VERSCHEURDE GEZINNEN
Saar Letsoin (67)
legt vandaag
namens de Molukse
gemeenschap een
krans op de Dam, bij
de Nationale
Dodenherdenking. De
Rijssense Molukse
denkt aan twee
zussen en een broer,
die haar ouders in 1951
in Nederlands-lndië
moesten achterlaten.
De stichting Maluku4Maluku
vraagt vandaag, tijdens de Natio
nale Dodenherdenking, aan
dacht voor de 'vergeten kinde
ren'. Volgens actievoerder Leo
Reawaruw (58) moesten tiental
len militairen van het Koninklijk
Nederlands-Indische Leger
(KNIL) bij hun gedwongen over
tocht naar ons land in 1951 dier
baren achterlaten.
Uit stukken van de minister
raad uit 1951 blijkt dat naar schat
ting 500 mensen achterbleven,
deels onvrijwillig: 150 vrouwen
en 350 kinderen. „Tussen het be
sluit te vertrekken en inscheping
zat heel weinig tijd. Wie niet
aanwezig was, miste letterlijk de
boot", schetst Fridus Steijlen,
hoogleraar in Molukse migratie
en cultuur. „Onze ouders voch
ten voor koningin Wilhelmina,
Onze ouders vochten
voor koningin
Wilhelmina, onder de
Nederlandse vlag
onder de Nederlandse vlag", zegt
Reawaruw. KNIL-soldaten, die
zij aan zij met Nederlandse sol
daten tegen Indonesische natio
nalisten vochten, werd voorge
houden dat ze zes maanden in
Nederland zouden blijven.
Daarna konden ze terug naar hun
eigen republiek op de Molukken,
was destijds de overheidsbelofte.
De Nederlandse regering hield
gezinshereniging later tegen,
stelt Reawaruw. Uit regerings
stukken blijkt dat is geprobeerd
tot gezinshereniging in Indone
sië te komen. Dat mislukte door
wederzijdse bureaucratie, vol
gens Steijlen.
Soms werd het ouders toege
staan maximaal drie kinderen
mee te nemen op hun evacuatie
naar Europa, stelt de Bosnië-ve-
teraan. In een enkel geval zouden
alle kinderen zijn geweigerd.
Reawaruw vindt dat de overheid
compensatie moet betalen. „Dit
is een schending van de mensen
rechten."
over Saars huidige woning. Over de
'achterblijvers' wordt alleen in eigen
kring gesproken.
De familie bouwt hier een bestaan
op. Vader werkt bij Thomassen
Drijver en Nijverdal-Ten Cate, haar
broers verlaten al vlot het ouderlijk
huis voor studie en werk. Saar regelt
veel voor haar ouders, die matig Ne
derlands spreken. „Bij moeilijke din
gen was ik aanspreekpunt. Ik ben de
eerste Molukker die Rijssens praat",
schetst Saar met een lach. De vroe
gere ziekenverzorgster geeft een taai
demonstratie. „Ik goa noar de Molukse
kaark in Nijverdal, noar de Riessense
kaark allenig as d'r wat is."
Zowat een kwart eeuw na het ge
dwongen vertrek reizen haar ouders
terug naar de Molukken. Voor het
eerst zien ze hun 'vergeten kinderen'
weer. „Moeder was helemaal van
slag." Haar ouders keren niettemin
terug naar Twente. „Het achterlaten
van hun kinderen en kleinkinderen
hier was een hindernis voor ze."
Later - het is inmiddels 1987 - bege
leidt Saar haar ouders op een tweede
vlucht naar de eilandengroep. „Mijn
partner Henk zei: 'Breng je ouders te-
rug'." Dat doet ze. Als Saar op de Mo
lukken van de vliegtuigtrap is afge
daald, valt ze op haar knieën en
schept ze zand en stenen in een
zakje. Die geboortegrond siert nu
haar woonkamer.
Afscheid
In Dian-Darat slaapt Saar, op eigen
verzoek, in de plaggenhut van haar
zus. Haar familieleden verblijven in
het comfortabeler huis van haar
broer. Vader, net met pensioen, en
moeder laten een woning op de Mo
lukken bouwen - ze blijven er. Het
afscheid is zwaar. In tranen schetst
Saar: „'Je was onze linker- en rechter
hand', vertelden ze."
Ze reist terug in 1990 en 2016, al
leen. „Henk was een echte Blanda:
een Hollander. Hij bleef bij de kinde
ren." De Rijssenaar is zes jaar geleden
aan darmkanker overleden.
Saar is gelovig, protestants. Ze weet
zeker dat haar ouders 'meekijken' als
zij een krans legt namens de Molukse
gemeenschap. „Ze vinden vast dat
het tijd wordt dat hier wat aan wordt
gedaan. Deze beerput moet open." Ze
is strijdbaar. „Ik ben een KNIL-kind."
ilha Letsoin komt
de loopplank van de
Atlantis af- het is
vrijdag 23 maart
Het passagiers
schip voer deze Mo
lukse moeder, haar
man en drie van hun kinderen vanuit
Indië naar Rotterdam. Bilha draagt
hun jongste spruit op de arm: Saartje
Elisabeth, dan een halfjaar oud. De
aankomst van moeder met baby is
gefotografeerd.
Wat die kiek echter niet laat zien, is
dat niet het complete gezin van
KNIL-soldaat Lasarus Letsoin is mee
gereisd. Op het Molukse eiland Kei
blijven drie oudere kinderen achter -
gedwongen. „Mijn ouders mochten
drie kinderen meenemen", stelt Saar
(67, inmiddels zonder -tje) in haar
huurwoning aan de Graaf Ottostraat,
het Molukse wijkje van Rijssen. Hun
verblijf in het kille moederland is
tenslotte tijdelijk, zo wordt dan be
loofd.
Haar zussen Lorina (85) en Anto-
netta (77) leven nog in hun geboorte
dorp Dian-Darat, broer Justinus is in
middels gestorven. Als hun bestaan
bij het gezin in Nederland al ter
sprake komt, vertellen haar ouders
dat ze het drietal maar bij opa en oma
op de Molukken hebben gelaten. Lie
ver nog zwijgen ze. Van 'politiek'
moet voormalig KNIL-soldaat Lasa
rus tenslotte niets hebben, en zwij
gen past in hun cultuur.
Versleept
Nadat de gezinsleden van de loop
plank komen, worden ze versleept.
Van het eerdere concentratiekamp
Amersfoort, waar ze met DDT-gif te
gen luizen zijn bespoten, naar woon
oord Schattenberg, het omgedoopte
Durchgangslager Westerbork, op de
Drentse hei.
In februari 1964 betrekken de Let-
soins als eerste bewoners een huis
aan dezelfde Graaf Ottostraat, tegen-
vrijdag 4 mei 2018
GO
S°Cht De Molukse
Sen" tranen van Saar
Rijssen/Amsterdam
- Leo Reawaruw (58)
Leo Reawaruw van de stich
ting Maluku4Maluku vindt dat
de overheid compensatie
moet betalen voor het uiteen
rukken van gezinnen in 1951.
Bert Janssen
Saar Letsoin was
een halfjaar oud toen
ze met haar ouders in
Nederland aankwam.
Twee zussen en een
broer bleven achter
op de Molukken.
FOTO LENNEKE LINGMONT
-Saar Letsoin (67)
Bert Janssen
Rijssen