'Lieve Danielle, waarom wil je soms terug dat ziekenhuisbed in?' I esfe Danielle, Ook jij loopt nu rond in een soort repor tage. Daarom zeg ik, laten we meer zijn dan lotgenoten. Laten we eikaars ver slaggeverzijn. Laten we op het stille slagveld van de wachtkamer de glimlach zoeken. De glimlach die ons mens maakt. En die ons allebei, zo geloof ik sterk, beter gaat maken. Zo kunnen jij en ik na onze ziekte straks een beter mens zijn. Beter dan we ooit zijn geweest. Hartelijke groet, Bart Beste Bart, Jij ziet je ziekte als een reportage en je schrijft mij kleurrijke en pijnlijke details over rouwkaarten, kindertekeningen. Dat verraadt een verlichte geest. Ik zou het een eer vinden op dat stille slagveld eikaars verslaggever te zijn. In de hoop dat we beter worden. En béter. Hartelijke groet, Danielle Het zal mij toch niet gebeuren dat ik doodga op mijn 45ste, terwijl ik zo weinig van het leven genoten heb? Lieve groet, Danielle Dag Danielle, Denken aan je briefis een welkome aflei ding. Je hele journalistieke leven heb je mensen gevraagd wat ze op cruciale momenten voelden en dachten. Ik heb de indruk dat je zelf geen antwoord pa raat hebt. Nu we eikaars verslaggever zijn, wil ik daar graag op doorvragen. Waarom heb je er nooit bij stilgestaan? Na de diagnose vroegen veel mensen mij of ik niet dacht: waarom ik? Dat vind ik hooguit een sterke vraag als het je eer ste woordjes zijn. En een vriendin zei dat ik een apart lootje had getrokken. Dat klinkt te veel alsof ik zelf een gokje heb gewaagd. Ik omarm je in gedachten, Bart Beste Bart, Ik ben geen echte nieuwsjager. Als ik met nieuws de krant haal, is het meestal omdat geïnterviewden tijdens een gesprek het achterste van hun tong laten zien. De voet- balcoach die na een succesvol kampioen schap zó teleurgesteld is in het beleid van haar bond, dat zij dreigt met ontslag. De vakbondsleider die concludeert dat Ruttes beleid 'laf en geniepig'is. Een prins die vertelt hoe zijn leven veranderde toen hij hoorde dat hij lymfklierkanker had. Het voelde als een levensmissie: mensen hun diepste gevoelens en gedachten ontlokken. Maar wat voelde en dacht ik toen ik hoorde dat ik kanker had? Ik weet nog dat ik alleen in de auto zat na mijn bezoek aan de gynae coloog. Hij had mij op de monitor een angst aanjagend monster laten zien: twee holle ogen met een duivelse glimlach. Ik moest mijn tumorbuik vasthouden van het lachen. Beste Bart, 'Waarom ik? Dat vind ik hooguit een sterke vraag als het je eerste woordjes zijn.' Bart, jongen, dat vind ik een magistrale zin. In gedachten zoen ik je bloederige benen. Woorden - stevige, broze, humoristische woorden - maken het leven draaglijker in tij den van onheil. Ik houd me aan die woorden vast. Ik weet nog dat ik na mijn diagnose in het ziekenhuis zat. Ter voorbereiding op een operatie moest ik een vragenlijst invul len. 'Welke bloedgroep heeft u', 'bent u wei eens eerder geopereerd', 'heeft u weieens drugs gebruikt'. Ik zat die lijst braaf in te vul len toen Phillip Cocu de wachtkamer bin nenstapte. Phillip Cocu! De man die ik al heel lang wilde interviewen. Kort voordat ik mijn diagnose kreeg, hoorde hij dat hij een tumor in zijn rug had. Hoe zou hij dat nieuws hebben verwerkt? Natuurlijk was het onge past hem aan te spreken. 'Meneer Cocu, eh, Phillip, mag ik u een keer interviewen over de zware periode die achter u ligt?'Zo werkt dat niet. Maar toen ik de sportchef sms'te - 'Cocu zit naast mij in de wachtka mer!' - besefte ik dat er niets te vragen viel. Over een week zou ik geopereerd worden. Liefs, Danielle Lieve Danielle, Het echte drama is dat je tot in de wacht kamer nog met je hoofd in je werk zit. Dat je de vragenlijst van de dokter opzij legt om de chef sport te sms'en over die arme Cocu, is een reflex die jou bezorgd zou moeten maken. Maar je schrijft ook over je ziekte als een spoedcursus volwassen worden. Dat klinkt als zo'n tweede kans die mensen krijgen op moeilijke momen ten. Is werk je hele leven? Je schrijft me over kanker als kans en versnelling om groot te worden. Ik kon niet wachten om het mijn kinderen te vertellen, de bof- ferds. Dat deden we na de eerste mee vallers. De oudste verdween naar zijn kamer. De kleinste giechelde zenuwach tig en kroop onvoorstelbaar dicht tegen mij aan. Later had mijn grote zoon toch nog een vraag. Op alle vragen was ik voorbereid. Alleen deze had ik niet zien aankomen: konden we thuis nog wel ge woon met kanker blijven vloeken? Liefs, Bart Lieve Bart, Je vroeg me hoe mijn zus en ik omgaan met het gegeven dat wij nu beiden dicht bij een begrafenis zijn geweest. Sabine en ik pra ten veel over lichamelijke ongemakken, maar onze angsten en zorgen bespreken we zelden. We zijn gewend indirect met el kaar te communiceren en volstaan meestal met een gebaar of blik. Laatst gaf Sabine me een ring die ooit van mijn oma is ge weest. Ze had er het woord 'Leef!' in laten 201 zaterdag 28 april 2018 WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 86