u
9
hoop. Elke dag probeerde ik een stap
je verder te komen."
In april 1945 worden alle gevange
nen geëvacueerd, op een aantal na
dat achterblijft om het kamp te ont
ruimen. „Ik wilde daar zo lang moge
lijk blijven. Ik dacht: als de Amerika
nen doorstoten, ben ik eerder vrij. De
Duitsers hadden geen tijd meer om
ons uit de weg te ruimen."
Transport
Aloserij wordt meer dood dan levend
naar de haven van Lübeck getrans-
porteerd. In de Lübecker Bocht wor
den gevangenen en SS'ers onderge
bracht op drie Duitse passagierssche
pen. Aloserij zit op het cruiseschip
Cap Arcona.
In de middag van 3 mei 1945 bom
bardeert de Britse luchtmacht de
schepen, ondanks de waarschuwing
dat er ook gevangenen op zitten. De
Cap Arcona staat direct in lichter
laaie. Duizenden gevangen zitten
in het ruim als ratten in de val. Wie
naar buiten probeert te komen,
wordt door SS'ers letterlijk terug ge
schoten.
In de chaos worstelt Aloserij zich
langs lijken, ledematen en medege
vangenen. Via een koker klimt hij
naar het achterdek. „Iedereen die
beneden bleef, stikte door de rook
en de brand. Ik heb me uitgekleed
en liet me langs een touw in het ijs
koude water glijden."
SS'ers schieten gevangenen die aan
boord van een reddingssloep probe
ren te komen dood. Ihssen lijken en
uitgeputte drenkelingen zwemt Alo
serij naar een leeg, rubberen vlot. Sa
men met andere overlevenden ped
delen ze naar de kust bij Neustadt,
dat door de Britten is veroverd.
Slechts 400 van de 7.000 gevange
nen overleven het bombardement op
de schepen. Alleen al op de Cap Ar
cona komt 95 procent om. Ruim 300
gevangenen komen levend van het
schip. Velen overlijden in de weken
erna alsnog, door alle ontberingen.
Aloserij is de laatste getuige die het
nog kan navertellen.
Eind mei 1945 wordt hij herenigd
met zijn zus en moeder. „Toen mijn
moeder me weer zag, zei ze: Wim,
Ik had de wil om
te overleven en
daar geniet ik nog
elke dag van
Maria heeft jou geholpen. Ik zei: ik
heb Maria anders in het kamp nooit
gezien."
Dichtgeklapt
Aloserij houdt aan de oorlog long
problemen en een kampsyndroom
over. Hij heeft nachtmerries. „Ik
droomde dat ze me opjoegen. Thuis
sprak ik met geen woord over de oor
log. Mensen hadden geen belangstel-
ling voor mijn verhaal. Ze waren be
zig met feesten. Daardoor klapte ik
volledig dicht. Mijn vrouw, een
goede dokter en het geloof hebben
me op de been geholpen."
Afgelopen november bezocht
Aloserij met schrijver Frank Krake
voor het eerst in 60 jaar weer de twee
Duitse kampen. In Husum resten
slechts de Wasserhahn - een water
kraan waar gevangenen als straf op
moesten zitten -, een stuk schoor
steen en 297 verroeste zuilen met de
namen van de geregistreerde doden.
„Ik kan niet meer boos worden",
zegt Aloserij. „Ik heb de neiging om
mijn emoties te onderdrukken. Van
binnen voel ik wat er is gebeurd. Ik
heb er zoveel ellende gezien en mee
gemaakt. Maar ik hield mijn geest
buiten het kamp en sloot me af voor
alle smart en pijn. Ik had de wil om te
overleven en daar geniet ik nog elke
dag van."
dinsdag 3 april 2018
GO
Wim Aloserij (I)
liet zijn levens
verhaal opteke
nen door Frank
Krake. „Ik wil
mijn leven niet
laten bederven
door wat ik heb
meegemaakt."
FOTO ROB VOSS
T Het met ge
vangenen vol
gepakte schip
Cap Arcona werd
gebombardeerd.
Wim Aloserij was
een van de wei
nige overleven
den. FOTOGPD
-Wim Aloserij
'De laatste getuige',
Frank Krake, Uitgeverij Achtbaan,
ISBN 9789082476415
Kijk op de site bij /video
Wim Aloserij vertelt zijn
verhaal als laatste getuige