14 WEE Niets gebeurt er in Nieuw- en Sint Joosland zonder dat Krina de Visser er op één of andere manier bij betrokken is. Voorzitter, initiatiefnemer, coördinator, contactpersoon. „Ze noemen me niet voor niks de burgemeester van Nieuwland. Ik word er anders niet voor betaald!' PORTRET KRINA DE VISSER Nou, ik ben rechtlijnig, dat is waar. Maar ik kom niet voor mezelf op, maar voor anderen Mijn kinderen waarschuwen me wel eens: 'ma, denk nou eerst na voor je iets zegt' De audiëntie vindt plaats in de kleine woning aan de Korteweg, midden in het dorp, vlak bij dorps huis, school en ouderen- soos. Hetzelfde huis waar ze in 1971 met haar man Ko kwam wonen en waar ze drie zonen kregen. Flip de parkiet kwettert er lustig op los, net als Krina de Visser zelf. „Pff, burgemeester noemen ze me. Nou ja, ik laat het maar zo. En ik ben ook wel overheersend. Ik krijg wel eens op mijn kop van anderen als ik iemand help: 'Jij gaat er weer achter aan. Laat mensen het toch zelf oplos sen.' Tot op zekere hoogte laat ik me gebruiken ja, daar moet ik voor oppas sen. Ik ben geen gebruiksvoorwerp. Maar ik vind het ook gewoon leuk om te doen. Ik zet me graag in voor an dere mensen, en voor het dorp." „We zijn een dorp naast een stad. Dan moet je wel voor jezelf opkomen, an ders gebeuren er dingen die je niet wilt. We moeten er zelf voor zorgen dat Nieuwland leefbaar blijft. Ze had- den hier varkensstallen in het buiten gebied gewild. Ja hallo! Dat doen we dus niet hé. Gelukkig hebben we ge wonnen." Nieuw- en Sint Joosland hoort sinds de herindeling in 1966 bij de ge meente Middelburg en is dus niet on afhankelijk meer. Maar die eretitel heeft Krina de Visser natuurlijk niet voor niets. Redactielid van de dorps krant sinds 1980. Lid van de dorpsver eniging sinds 1986, waarvan 27 jaar als voorzitter. Bestuurslid van de activi teitenvereniging De Springplank sinds 1988, waarvan ook al heel lang voorzitter. Initiatiefnemer van de maaltijdbezorging in Nieuw- en Sint Joosland, contactpersoon voor de bi bliobus. „Tja, ik ben gewoon nooit ge stopt. Erg he." En altijd staat ze vooraan om de be langen van het dorp te verdedigen te gen bedreigingen van binnenuit of buitenaf. Pinautomaat die weggaat? Actie. Het Groene Kruisgebouw dat sluit? Protest. Moet er een brief of te lefoontje naar het stadskantoor? Krina regelt het wel. „Laatst kregen we een uitnodiging van de verkeerswethou der om op het stadskantoor van Mid delburg te komen praten over de overlast van zwaar verkeer door het dorp. Ik heb gebeld: het gaat over Nieuwland, dus kom maar naar ons. Nou, hij komt." „Waarom zou ik? Ik stap rustig op mensen afhoor. En aan de deur laat ik me niet zomaar afschepen. Desnoods werk ik mensen op hun gevoel. Voor de maaltijdbezorging moest ik vrij willigers hebben. Binnen de kortste keren had ik er tien. Niet iedereen wil meteen, maar ik zei: 'En als je er straks zelf afhankelijk van bent, dan ben je toch ook blij dat iemand je eten komt brengen.' Nou, ze rijden nog steeds rond met maaltijden. En ik coördineer nog." „Als ik ergens aan begin, hou ik het ook vol." „Misschien ook wel. Ik ben wel bang dat als ik met iets stop, dat het dan he lemaal stopt. Omdat een ander het niet overneemt. Ze zeggen wel eens: nie mand is onmisbaar. Dat zal wel, maar het is niet makkelijk vrijwilligers te vinden." „Nee. Ik heb een koninklijke onder scheiding gekregen, maar dat had voor mij niet per se gehoeven hoor. Ik werd erdoor overrompeld. Stond ik daar in mijn gewone kleren. Verschrikkelijk." „Nee, in Krabbendijke. Mijn ouders hadden een schoenenwinkel aan de Noordweg, Zweedijk. Vader deed de reparaties, moeder de verkoop en het naaiwerk van tassen en ritsen. We heb ben jaren een knecht gehad, een man uit Brabant. Een oorlogsslachtoffer, met maar één been. En we hadden al tijd een dienstmeid voor het huishou den." „Ik ging naar de huishoudschool - de vakschool voor meisjes - in Goes. Moeder wilde dat ik een derde jaar deed om voor leerling-verkoopster te leren. Ik zei: 'Dat kan ik thuis in de winkel ook leren.' Op mijn veertiende kwam ik in de winkel te werken. We PASPOORT hadden het goed thuis. Het geld werd niet over de balk gesmeten, maar we aten er wel goed van. Vader was een lekkerbek, 's Avonds bij het brood haalden we wel eens kroketje bij de snackbar. Bij andere meisjes van mijn leeftijd was het veel kariger. Van de andere kant, speelgoed was mini maal. Ik denk niet dat ik ooit een pop heb gehad. Nou was ik ook niet zo popperig. Ik speelde vooral winkeltje met mijn zus." „Mijn man Ko werkte bij Hoechst en we wilden in de buurt wonen. We kenden geen kip hier. Om van de straat te zijn en iets te verdienen, werd ik gezinshulp. Totdat mijn buurvrouw vroeg of ik bij haar in de supermarkt wilde werken. Zij had een Spar. Het was wel meteen vier dagen per week, maar het was ook echt naast de deur. Dat heb ik drie jaar gedaan en zo leerde ik iedereen in het dorp kennen. Dus moeilijk heb ik het niet gehad." „Nee. Er is veel verdwenen. Winkels, restaurants, pinautomaten, het Groene Kruisgebouw. Verenigingen hebben het moeilijk. Maar die trend zie je overal. De leegloop die zo veel dorpen trof, heeft ook hier zijn sporen nagelaten. Dat de school er nog is en de laatste jaren zelfs groeit, is te dan ken aan de Middelburgse nieuw bouwwijk Mortiere, pal aan de andere zijde van de rijksweg A58." „Helaas wel. Mensen hebben geen binding meer met hun dorp. En dat krijg je ook niet meer terug. Dat is ver drietig. Ik heb mijn best gedaan om mensen ervan te overtuigen dat ze bij de bakker, de slager en de supermarkt in het dorp boodschappen moesten doen. En niet alleen die ene vergeten boodschap of als je te ziek bent om naar de stad te gaan." „Ik ben een middenstandsdochter hé, ik weet hoe belangrijk dat is. In Krabbendijke kochten we bij de an dere winkeliers in het dorp en zij bij ons. Middenstanders helpen elkaar. Dat ben ik altijd blijven doen. Ook toen ik in Nieuwland kwam wonen. We hadden toen drie supermarkten en ik kocht de ene week bij de ene, de andere week bij de andere. Ik kocht bij allemaal een beetje, je moet je dorp in ere houden." Ze trekt een zuur gezicht. „Ja. En de mensen die het meest klaagden dat er weer een winkel verdween, waren de mensen die je nooit in die winkel zag. Toen heb ik ook wel gezegd: dan had je tóen moeten komen. Maar omge keerd zei ik het ook hoor. Toen ik zag dat een winkelier zijn zaak niet goed onderhield, heb ik gezegd: je vloer is zwart, zo gaat het niet. Niet om hem te corrigeren, maar omdat die winkel moest blijven. Anders zou het fout gaan. Helaas ging het toch fout." Krina de Visser lacht schuldbewust. „Ja, ik ben nogal loslippig. Mijn kinde ren waarschuwen me wel eens: 'ma, denk nou eerst eens na voor je iets zegt.'" „Mijn moeder was ook kordaat. Maar ik lijk veel meer op mijn vader. Die was emotioneler en kon ook uit zijn slof schieten. Zeker als iets niet recht vaardig is. In Middelburg heb je dorps verenigingen en wijkteams. Ik kwam erachter dat de wijkteams voor het hele bestuur een kerstpakket kregen en wij alleen voor het dagelijks be stuur. Ja ho eventjes! De gemeente kent me precies. Ze weten dat ik het meen als ik iets zeg. En ze accepteren het ook." „Nou, ik ben rechtlijnig, da's waar. Maar ik kom niet voor mezelf op, maar voor anderen. Ach, iedereen heeft goede en slechte eigenschappen. Geen mens is perfect. Ik ook niet. Maar mijn fouten geef ik toe. En heb ik met ie mand ruzie, dan praat ik het uit. Dan ga ik op mijn knieën. Ik wil me niet achter mijn karakter verschuilen. Ik ben dan wel loslippig of rechtlijnig, maar niet koppig. Ik respecteer en waardeer iedereen om zichzelf." „O nee, alsjeblieft zeg, dat gesnauw daar allemaal. Ja, ik weet dat ik ook kan snauwen. Maar nee, politiek is niks voor mij. Die vergaderingen ook, zo langdradig." zaterdag 31 maart 2018 GO Ik ben dan wel loslippig maar ik ben niet koppig' Maurits Sep Waarom vindt u dat zo belangrijk? Ja, laat dat maar aan Krina over. Voor niets of niemand bang. Waarom zo veel, en zo lang? Of hebt u moeite met loslaten? Streelt het ook uw eergevoel om veel te doen en invloed te hebben? U bent dan wel de 'burgemeester van Nieuwland' maar u bent hier niet geboren toch? Krina de Visser- Zweedijk is gebo ren op 22 februari 1951 in Krabben dijke en heeft één zus. Ze is getrouwd met Ko de Visser en heeft drie zonen en tien kleinkinderen. Ze is al 27 jaar voorzitter van de dorpsvereniging Nieuw- en Sint Joosland en bijna net zo lang voorzit ter van de activitei tenvereniging De Springplank. Ze zet zich op alle moge lijke manieren in voor de leefbaar heid van het dorp. Daarmee verdiende ze de eretitel 'bur gemeester van Nieuwland'. Waarom kwam u naar Nieuw- en Sint Joosland? Nieuw- en Sint Joosland is niet meer het dorp waar u in 1971 kwam wonen. Is het ook een kwestie van: eigen schuld dikke bult? U deed dat wel, anderen niet. Lijkt u op uw vader of uw moeder? Of ze willen u niet boos maken. Waarom bent u nooit de politiek in gegaan?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 50